Grote vellen fragiel papier bijeengehouden door tape. Alsof de dragers van het beeld even kwetsbaar zijn als de afgebeelde lichamen.
Tape van de bouwmarkt Holvitz ltd te Hadera staat er, voor al uw bouwmaterialen. Wat zegt deze tape die vellen papier bijeenhoudt over de getormenteerde vrouwenlichamen? Lichamen met ketenen, met bloedspatten, lichamen in delen uit elkaar gehaald alsof de kunstenaar het lichaam ontleedt en opnieuw wil assembleren.
Een onderbroek naast een bloot vrouwenlichaam laat weinig over aan de fantasie. De ‘situatie van de vrouw’, lijkt de kunstenaar te zeggen, is hard. Gebruikt dan wel misbruikt door onzichtbare handen.
Wat zeggen deze hard binnenkomende kunstwerken over het vrouw- en mensbeeld van kunstenares Ruthi Helblitz Cohen?
Angstaanjagende figuren
Jaren geleden kwam ik haar tegen op de Kunstrai in Amsterdam. Ze stond voor haar grote vellen papier, keek een beetje verlaten in de rondte. Ik herkende haar, zoals je in Tel Aviv voortdurend bekenden tegenkomt. Een vrouw van mijn lengte met sprekende ogen en een mooie bos haar. Ik sprak haar aan, maar ze was niet erg spraakzaam: “mijn werk spreekt voor zich”. Tsja, niet echt dacht ik, terwijl ik met bewondering bleef kijken naar haar wild geschilderde en angstaanjagende figuren.
Zo expressief als haar werk is, zo spaarzaam is Ruthi Helbitz Cohen (RHC) in het delen van biografische gegevens. Geboren in 1969 en levend in de kleine moshav Ein Vered in midden Israël, vlakbij Hadera waar RHC haar kunstenaarsmaterialen vandaan lijkt te halen. Meer kon ik niet achterhalen uit de gegevens die ze deelt op haar eigen website en met de galeries die haar vertegenwoordigen.
Vanaf haar eerste solo show in Tel Aviv in 2006 is haar werk overal te zien en niet in de minste oorden van actuele kunst als je kijkt naar de lange lijst met expo’s.
Het lijkt erop dat de beeldtaal van Helbitz Cohen een universele boodschap in zich draagt over de condition humaine, of beter gezegd over de condition féminine. Een niet al te vrolijke boodschap die overal wordt herkend, en gelezen kan worden als een soort counterimage (tegenbeeld) van de gladgestreken ‘post-Barbie’ vrouwbeelden waarmee we worden doodgegooid in de Westerse wereld.
Dat Bolwerck
Afgelopen Poerimweekend toog ik naar Zutphen naar Dat Bolwerck, een indrukwekkende oude burcht uit 1549 en nu een kunstplek, waar de solo-expositie van Ruthi Helbitz Cohen is te zien.
Werk van Ruthi Helbitz Cohen in Dat Bolwerck, Zutphen, foto’s Bloom
Levensgrote opstelling
Meteen slaat het werk van RHC je tegemoet in de entreehal met een meer dan levensgrote opstelling van ledematen geschilderd tegen een achtergrond van glimmende gouden strepen en bijeengehouden door dat alom aanwezige tape van de firma Holvitz.
In de fraaie gelagkamer naast de entreehal maakte Helbitz Cohen een opstelling van een geketend lichaam met het woord Hoffnung in zout gekrast in een grote ronde spiegel op de grond. We ‘hopen’ mee, maar het vrouwenlichaam is wel onthoofd. Geen tape meer om de zaak bij elkaar te houden.
Tussen de gewelven
In de kelder tussen de gewelven van het Zutphense kunstcentrum, zijn twee installaties te zien. Een met langwerpige vrouwenfiguren met de aangrijpende titel:
Moeder, ik zal een parelmoerketting van mijn droeve tranen weven om je nek.
Megilla van Ruth
Terwijl je langs de grote vellen met gepijnigde vrouwenlichamen loopt, hoor je twee vrouwenstemmen de Megilla van Ruth voorlezen. Het zijn RHC’s dochter Neomy en haar lerares Hila Coihen Cesla. De stemmen zijn monotoon, maar warm en leiden je naar de video die als een trotse Torarol op een bima ligt.
De bladen van het boek Ruth worden omgeslagen door een vrouwenhand die met een jad teksten aanwijst. RHC gebruikt het gedrukte boek als kunstenaarsmateriaal.
Hedendaagse joodse kunst in optima forma dacht ik luisterend en kijkend naar deze installatie.
Raam vol portretten
Terug naar boven kijk ik ademloos naar een raam vol portretten uit RHC’s schetsboek. Gezichten in alle maten en kleuren, verwrongen vaak en je toch krachtig aankijkend. De mensheid lijkt bij RHC van alle schoonheid te zijn ontdaan, maar het zijn wel echte mensen, soms ontroerend realistisch zoals de vrouw met de rode neus.
Ik associeer deze portretten met de fameuze portrettenreeks van Marlene Dumas, de Zuid-Afrikaanse kunstenares die in de jaren tachtig neerstreek in Amsterdam op de vlucht voor de door haar gehate Apartheid. Dumas behoort alweer enige decennia tot de meest toonaangevende kunstenaars van onze tijd.
Portretten van Ruthi Helbitz Cohen in Dat Bolwerck, Zutphen, foto’s Bloom
Mens-zijn
Het werk van RHC is minder toegankelijk dan dat van Marlene Dumas, maar minstens zo krachtig, en nog sterker de angsten uitdrukkend van het mens-zijn. Het zou me niet verbazen als de grote musea haar werk zullen aankopen en Ruthi Helbitz Cohen wordt erkend als behorend bij de grote kunstenaars van deze tijd.
In Zutphen in Dat Bolwerck is de solo tentoonstelling van Ruthi Helbitz Cohen nog te zien tot 14 april
In Museum de Fundatie, Zwolle hangt werk van RHC tot 26 mei.
cover: werk van Ruthi Helbitz Cohen in Dat Bolwerck, Zutphen, foto Bloom
Goed stuk Wanda, al blijft toch het antwoord op de vragen aan het begin, uit. De betekenis, bedoel ik. Wat de Fa. Holvitz betreft, ik meen me van de expo in Zwolle te herinneren dat dat bedrijf door een van RHC’s grootvaders is opgezet. Er zit een familiegeschiedenis-connectie aan het tape dat de vellen bijeen houdt. Jammer dat ik niet wist dat je hier te stede was.
Interessante aanvulling over de familie achtergrond van de firma Holvitz. Weet je meer over RHC’s achtergrond?