10 maart 2024 Opening Nationaal Holocaust Museum
“Spreek je ook over Indocide om de massamoorden in Indonesië te benoemen? Of over Goelagcide, Koreacide of recenter over Syriëcide?”
Zo vroeg ik een kennis die opriep op 10 maart naar het Waterlooplein te gaan om te demonstreren tegen wat hij noemde ‘Gazacide’. “Of krijgen”, zo voegde ik er aan toe, “geografische namen alleen ‘cide’ toegevoegd als ze jou doen denken aan de grondlegger van alle genocides de Holocaust?”
Nog aan het bijkomen van het onbestaanbare dat in Amsterdam schreeuwende protesteerders zo dichtbij konden komen dat de koning nauwelijks was te verstaan*, denk ik aan al die stemmen die ik hoor, zie, meemaak waaruit irritatie en zelfs afkeer spreekt van de Holocaust en alles waar dat woord aan refereert.
Nieuw woord nodig
Die afkeer ervaar ik al langere tijd, maar zeker nu met de coïncidentie van de opening van het Holocaustmuseum en de oorlog in Gaza. Het is nu zo alom tegenwoordig dat er een nieuw woord voor nodig is: Holofobie, de irritatie rondom het woord Holocaust en alles waar dat voor staat. Je kunt ook de sterkere variant benoemen: Holohaat, maar dat woord is wellicht te polariserend om al die vormen van wrevel, irritatie en afkeer te benoemen.
Associatie met de Holocaust
Waarom spreken over Holofobie en niet Israëlhaat of antisemitisme? Wat ik benoem is juist de associatie met de Holocaust die blijkbaar zoveel irritatie oproept. En dezer dagen flink wordt gevoed met de media-aandacht voor de opening van het Holocaustmuseum, waarin minstens evenveel aandacht was voor ‘de schuld van Israël’ in de Gaza-oorlog als voor het museum zelf.
De vertoning van de serie over de Joodse Raad, de documentaire de Verdwenen Stad over de schuldige trams in Amsterdam, met het juist dit weekend verschijnen van een NRC-bijlage met vrijwel uitsluitend artikelen over de Gaza-oorlog, is veel, teveel om toevallig te zijn. Het is zwaar voor iedereen, de overlevenden (en hun nakomelingen), voor niemand is dit lichte kost.
Echter, ik vrees dat in deze periode (net als tijdens de Auschwitzherdenking en 4 mei) Holofoben in hun irritatie worden bevestigd: ‘zullie’ krijgen enorm veel aandacht, ‘wij voor zaak x of y’ moeten schreeuwen om aandacht.
De Holocaust was geen les in wellevendheid of human rights.
Ik vermoed het bij mensen waar niets antisemitisch aan te ontdekken is en die gerust zeggen ‘ik heb joden onder mijn beste vrienden,’ maar heftig reageren op alles wat refereert aan de Holocaust. Door zulke mensen, collega’s en tennisvrienden, wordt me al sinds de Libanonoorlog in 1982 toegevoegd: ‘hebben jullie dan niets geleerd’. Alsof de Holocaust een les was in wellevendheid of human rights.
Ik merk Holofobie bij pro-Israëlfanaten die radicaal anti-islam zijn. Ik hoor het bij Israëlhaters die de oprichting van de staat zien als deel van de westerse machtswellust in de Arabische wereld in plaats van hervestiging vanwege antisemitisme, zoals ik hoorde uit de mond van een 10 maart-demonstrante: ‘het museum mag je best openen, maar genocide vindt nu plaats’. En ik hoor het bij gewone antisemieten: ‘Jullie worden altijd gehoord, wij komen altijd aandacht te kort.’ En minder fraaie varianten.
Hoe verklaar je deze Holofobie?
De simpelste verklaring is: Men wil geen overgeërfd schuldgevoel over medewerking of wegkijken. Maar dat verklaart lang niet alles. Wellicht voelen velen bij het woord ‘joden’ al wrevel, of een lichte irritatie zonder precies te snappen waarom dit zo is. Zoals de oud-collega die mij aansprak op alles wat misging in Israël, immers ‘de joodse staat’.**
Niet alles is terug te voeren op antisemitisme of Israëlhaat, het kan ook gaan over ‘gojse nijd’ zoals historica Evelien Gans zl” het ooit benoemde. Gojse nijd, zo muntte Gans het verschijnsel van een complexe en veelkoppige jaloezie over het jood-zijn.***
Nijd is omgeslagen in afkeer
Daar hoorde bij ‘de holocaust waar jullie het altijd over kunnen hebben’, zoals Gans een journalist citeerde. Nu, precies twintig jaar later, merk ik nauwelijks nog jaloezie. Nijd lijkt te zijn omgeslagen in irritatie voor ‘al die aandacht’ en soms zelfs afkeer voor de jood die zich wel uitlaat over de Holocaust, maar zich niet keert tegen Israël.
Sinds de oorlog in Gaza lijkt er nog een voorwaarde bij gekomen: pas als je tegen Gaza-oorlog bent, word je als ‘goede jood’ geaccepteerd. Anders ben je voor de Gazacide wat – en dat drukt het woord uit – even erg is als die genocide waar jij het over hebt.
In dit klimaat gaat het nieuwe museum het lastig krijgen.
Het zal heel lastig worden om de bekende mantra’s van de holocausteducatie te herhalen: mensen niet zien als medemens, maar als tweederangs, minder of zelfs ‘beesten’; groepen (of een hele bevolkingsgroep) verantwoordelijk maken voor de daden van individuen; hen wegzetten als vijanden wat kan leiden tot het verdrijven uit je midden, volkerenmoord of het bombarderen van hele steden.
Ik vrees dat ’na de oorlog’ voor veel jongeren de betekenis zal krijgen van ’na Gaza’. Zeker in de grote steden worden jongeren meer opgevoed met Arabische media dan met joods-vriendelijke informatie. Het gaat echt lastig worden om het woord Holocaust te reserveren voor wat gebeurde in de Tweede Wereldoorlog.
Daarnaast zal het uit elkaar halen van de woorden joden en Israëli’s, en Israëli’s en de door hen gekozen regering, een hele uitdaging zijn voor de educatiestaf van het nieuwe Holocaustmuseum.
Je doet het nooit goed
Het is een vreselijke catch22 – je doet het nooit goed als een nieuwsgierige en in de antropologie geschoolde jood zoals ik: iemand die constant zaken vanuit verschillende perspectieven bekijkt, die inlevingsvermogen heeft voor alle kanten van de medaille.
Herinnering verstoord
Alleen mijn genuanceerd-zijn is op als mensen de herinnering aan de Holocaust lopen te versjteren. Zoals gebeurde op 10 maart toen de rede van de koning en het aanslaan van de mezoeza op de museumdeur werd overschreeuwd bij de opening van het Nationaal Holocaust Museum.
* Kon de Amsterdamse driehoek (burgemeester, hoofdofficier van Justitie en politiechef) niet voorspellen dat het toestaan van demonstraties zo dichtbij de synagoge en het te openen museum, zou leiden tot deze taferelen? Men kon het zien aankomen, er wordt al maanden ‘genocide’ geschreeuwd als het om Gaza en Israël gaat. En de burgemeester weet heel goed dat een verstoorde toespraak van de koning overal ter wereld de media zal halen.
** Dat Israël zich niet meer profileert als een joods-democratische staat met dezelfde rechten voor allen, maar louter als een joodse staat helpt ook niet echt. President Herzog deed het in navolging van de huidige regering: Israël positioneren als de vertegenwoordiger van alle joden, niet als de vertegenwoordiger van de Israëlische bevolking.
*** Gojse nijd & joods narcisme. Over de verhouding tussen joden en niet-joden in Nederland, Amsterdam: Arena, 1994.
cover: demonstraties bij het NHM tijdens opening met Koning Willem-Alexander foto van tv door auteur.
Je hebt een neologisme toegevoegd aan het Nederlands! Mooi. Jammer, nou ja, afschuwelijk dat het nodig is.
Afschuwelijk nieuw woord: en maakt het ook direct erg duidelijk
Ja dank, ik merkte het in de gretigheid waarmee de aloude gerespecteerde media in NL meer over de demonstraties schreven dan waar het nieuwe museum over gaat. Dat werd vaak met een ‘moet-ook-toon’ vermeld. Voorpagina NRC, NOS Journaal het ging over de demonstraties. ‘Holomoe’ kan een rol spelen, maar rond de opening zag ik vooral ongegeneerde Israëlhaat.
SPOT ON: ‘holofobie, de irritatie rondom het woord Holocaust en alles waar dat voor staat.’ Je beschrijft een afschuwelijke ontwikkeling die angstaanjagend snel groeit. Daar zijn de (sociale) media en bestuurders mede verantwoordelijk voor.
Evelien’s constatering: “ze zullen ons (Joden) de Holocaust kwalijk nemen” lijkt meer dan ooit actueel.
Ja dat ervaar ik al langere tijd, heel impliciet vaak, alleen al de gedachte ‘zonder jullie geen holocaust’ is afschuwelijk
Knap dat je dat zo helder en duidelijk meteen kon opschrijven, ik zou te woest en te aangedaan zijn om nog een woord op papier te krijgen. Vroeger heette de irritatie en lichte afkeer die men van Joden had, ‘risjes’. Maar voor deze luidruchtige demonstratie, ausgerechnet in de de oude Joodse buurt, vind ik risjes een te vergoelijkende term. Bram de Swaan muntte het woord ‘anti-Israel enthousiasme’, Evelien Gans noemde het ‘gojse nijd’, jij bedenkt nu ‘holofobie’, en ik denk dat het allemaal verzachtende termen zijn voor wat in de kern neerkomt op haat; holohaat, Israelhaat, Jodenhaat.
P.S.In vind het trouwens jammer dat het Museum niet het woord Sjoa (of in het Engels Shoa) heeft gebruikt omdat holocaust brandoffer betekent en dat impliceert meteen: offer? aan wie of wat? aan G-d?! Ik begrijp wel dat ze aansluiting wilden vinden bij het buitenland door de ‘algemeen aanvaarde’ term holocaust te gebruiken, maar ik vind het jammer. Claude Lanzmann durfde wel het woord Shoah te gebuiken voor zijn film.
Ik ben het helemaal met je eens, Eva! Het wordt in Nederland bovendien ook nog heel raar uitgesproken. Holokaauwst. Dat komt het dichtste bij wat ik hoor. Het is nu eenmaal Engels. Inderdaad sluit het gebruik van dit woord aan op de meeste andere landen buiten Israel. Maar als dan toch in een buitenlandse taal, waarom dan niet Sjoa? In Nederland denk ik vaak dat beter het ‘gewone’ Nederlandse woord Jodenvervolging zou kunnen worden gebruikt. Dan snapt meteen iedereen waar dit over gaat.
Chaya Brasz
Vind je ook niet dat Jodenvervolging een eufemisme is voor Jodenvernietiging?
Dat was de intentie maar is B’H niet gelukt. We leven (meest) in welvaart en in levendige communities.