De redactie van De Vrijdagavond vraagt een aantal in Nederland levende Israëli te reflecteren op de huidige tijd. De in Friesland wonende Israëlische vredesactivist Hagar Neter opent deze nieuwe serie.
In het begin van dit jaar ontstond het trieste besef dat de huidige regering van Israël bezig was met een proces om de democratische staat Israël op te breken.
Bezorgde mensen in Israël begonnen massaal te protesteren en in Nederland voelden wij het ook als onze plicht om onze broeders en zusters in Israël te steunen.
Morele steun
De reacties uit Israël waren louter positief: de overweldigende steun uit het buitenland stak hen een hart onder de riem. Door over de hele wereld een protestgeluid te laten horen hoopten we met elkaar de druk op de regering van Netanyahu op te voeren. Om te stoppen met hun plannen die zouden resulteren in het om zeep helpen van de democratische staat Israël.
We organiseerden om de twee weken een protestdemonstratie op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam met steeds hetzelfde concept: een paar goede sprekers, afgewisseld met een muzikaal intermezzo. Veel protestborden, spandoeken en Israëlische vlaggen zorgden er mede voor dat er een echte protestsfeer ontstond.
De demonstraties trokken iedere keer tussen de zestig en vierhonderd mensen. Sommige mensen misten nooit, overtuigd van de noodzaak om een hun geluid te laten horen. Ook al waren we op duizenden kilometers afstand van Israël. Bekende Nederlanders als Frits Barend, Hans Knoop, Hella Rottenberg, Ronny Naftaniel, Ernst Numann, Joram Rookmaaker en Flory Neter lieten als sprekers hun mening duidelijk horen. Allen spraken unaniem hun bezorgdheid uit over de ontstane situatie in hun geliefde Israël.
7 oktober was een nachtmerrie die niemand zag aankomen en daarom zetten wij onmiddellijk de demonstraties stop.
Protestbewegingen over de hele wereld schakelden in no time over met de organisatie van hulpgoederen. Met het overdragen van kennis, geld te doneren of te helpen op welke manier dan ook. Mensen die tot dan toe misschien passief leken te zijn, begonnen evenementen te organiseren ter ondersteuning van de bevolking in Israël.
Het is eigenlijk verbazingwekkend om de acties en gebeurtenissen te zien die er plaatsvinden. Van het vinden van huizen voor Israëliërs die uit het oorlogsgebied komen tot het protesteren met Iraniërs om het antisemitisme te bestrijden.
Op dit moment gaan de gevechten in Israël door, maar een aantal mensen met mij denken dat het nu wederom de tijd is om terug te gaan naar de protesten tegen deze regering onder leiding van een leugenaar die geen verantwoordelijkheid neemt voor deze oorlog en in zijn beslissingen en acties moeilijk te vertrouwen is.
Wij, net als velen in Israël en over de hele wereld, kunnen niet wachten tot de oorlog voorbij is. Benjamin Netanyahu is gevaarlijk voor Israël. Hij heeft genoeg schade toegebracht aan het land en zijn bevolking. En het zal nog jaren duren om te herstellen. Met die gedachte kunnen we misschien weer gaan demonstreren tegen deze regering.
Wat kan de toekomst brengen?
De dag nadat Bibi de deur uit wordt gezet, zal het proces van genezing en opbouw beginnen.
Door de demonstraties hebben we iets heel bijzonders gerealiseerd. Iets waarvan we wisten dat het bestond, maar waar we nooit de kans kregen om het te ervaren.
Op zoek naar een betere toekomst, voor Israël, voor de Palestijnen, voor de mensheid.
We zijn omringd door toegewijde mensen met hoge waarden en normen en zij kunnen en willen bijdragen aan een beter Israël. Er zijn nieuwe leiders boven komen drijven die niet voor een baan of extra geld hun eigen belangen veilig proberen te stellen. Zij laten zich vooral leiden door een diep gevoel van menselijkheid en rechtvaardigheid. Zij zullen de mensen zijn die ons moeten leiden, onze nieuwe regering zullen vormen. De mensen waar we al zo lang op hebben gewacht.
Daarna zal de tijd komen om van ons verleden te leren en op zoek te gaan naar een betere toekomst. Voor Israël, voor de Palestijnen, eigenlijk voor de hele mensheid.
Foto’s: Demonstraties op het JD Meijerplein, Amsterdam, foto auteur
Bedankt, Hagar!
Beste redactie en lezers,
Citaat: De redactie van De Vrijdagavond vraagt een aantal in Nederland levende Israëli te reflecteren op de huidige tijd. Einde citaat
Met verbazing en stijgende verontwaardiging las ik het stuk van Hagar Neter in de vrijdagavond van 7 december j.l.
VERBAZING, want Israël is nog midden in de oorlog verwikkeld en in het land worden alle discussies, de onderzoeken naar schuldigen voor de hiaten in de beveiliging die leidden tot het debacle van Simcha Tora 7 oktober en meningen van rechts, midden en links, bewust uitgesteld tot na de oorlog. Dit om de aandacht van wie nu – met linkse, midden of rechtse, religieuze of niet-religieuze meningen – saamhorig zijn en samen vechten niet af te leiden van het enige doel van het leger op dit moment, n l. overwinning met zo weinig mogelijk gesneuvelden en gewonden. Deze boodschap wordt door de hele leiding van Israël (Netanyahu, ministers, leden van de Knesset, opperbevelhebber e.a.) duidelijk verwoord in de media, samen met de even duidelijk uitspraak: “Van uitstel komt geen afstel”.
VERONTWAARDIGING, want waar haalt “men” die, om welke privé reden dan ook, buiten Israël woont, de CHOTSPE vandaan om deze belangrijke boodschap van eenheid en eendracht nu, nog midden in de oorlog, te doorbreken. Dat is de moraal ondergraven en is daarom meer dan afkeurenswaardig. Er zijn al meer dan genoeg anti-Israel bewegingen die Israel niet het beste toewensen.
Na deze oorlog moeten we verder, individueel en als land met zijn politieke partijen, religieuze en wereldse leiders en allerlei legitieme belangengroepen van werkgevers, werknemers, academici, high-tech, low-tech, agrariërs enz. enz.
Opkomen voor eigenbelang is goed, opkomen voor je overtuiging is ook goed en discussiëren is daarbij onvermijdelijk maar zoals dat in het jaar vóór 7 oktober gebeurde MAG NIET TERUGKEREN. Van de eendracht, door de oorlog die ons allen overviel, moeten we allemaal leren dat het na deze oorlog ANDERS MOET. Voor coalitie en oppositie: Anders discussiëren, anders er uit zien te komen met overleg en onvermijdelijke compromissen.
Het artikel van Hagar Neter kwam op mij niet zo over, integendeel. Het stuk straalt uit dat ze niets geleerd heeft van de eenheid waarbij ineens de verdeeldheid, het oproepen tot dienstweigering enz. wegvielen en legereenheden geen weigering meldden van plotseling voor mobilisatie opgeroepenen. Integendeel, legereenheden meldden “overaanbod” door opkomst, ook van wie (nog) helemaal niet opgeroepen was.
Laat mij als eenling niet proberen aan te geven hoe anders, maar blijven bij de oproep: KORTOM ANDERS!
In het bovenstaande staat dan ook bewust niet wat ik vind over hoe verder, met welke partij wel/niet en met welke leiders wel/niet. Dat staat bij mij– zie boven – bewust in de ijskast tot later datum.
Barend Elburg, Herzliyah Israel