Marcel Poorthuis stelt in zijn artikel in De Vrijdagavond Hamas en Netanyahu hebben al jaren dezelfde agenda een aantal serieuze punten aan de orde waar ik het niet mee eens ben. Ik zal deze punten per citaat uit Poorthuis’ stuk bespreken.
“We dienen het leed zowel aan Joodse als aan bepaalde zijde te beschermen en met empathie tegemoet te treden.”
De Joodse gevoeligheid heeft altijd benadrukt dat men zelfs bij een overwinning het lijden van de vijand niet mag vieren. “Verblijd u niet als uw vijand valt, en laat uw hart zich niet verheugen als hij struikelt.” (Spreuken 24:17). Maar afgaande op de nieuwsuitzendingen, gepubliceerd door Hamas zelf, van de Arabieren in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever die met vreugde de afslachtingen, de verkrachtingen, de verminking en de terreur van 7 oktober toejuichen, zou men selectief moeten zijn in het geven van dit advies aan beide partijen, alsof beiden eraan herinnerd moeten worden.
“Zoals ik het zie: Hamas en Netanyahu hebben al jaren dezelfde agenda.”
Hoe is een dergelijke stelling denkbaar als Israël in zijn 75-jarige geschiedenis, en het joodse volk in zijn lange geschiedenis als onderworpenen aan de islam, nooit een beleid heeft gevoerd om Arabieren, Arabische staten of de islam te vernietigen, terwijl in het Hamas-manifest uitdrukkelijk wordt vermeld dat zijn doel is “het elimineren van het bestaan van Israël.” Je kunt niet een organisatie (Hamas) vergelijken met een persoon (Netanyahu). Het beleid van Netanyahu is soms verwerpelijk, maar staat niet model voor de basiswaarden zoals geformuleerd in de verklaring van onafhankelijkheid (15 mei 1948) en in de wetten van de Knesset.
Poorthuis stelt ten aanzien van beide partijen dat:
“Die bestaat uit: geen enkel compromis, je niet inleven in de positie en het leed van de ander en geen poging doen tot een vredesregeling.”
Een compromis sluiten (bitzu’ah in het klassieke rabbijnse discours, of peshara in het moderne Hebreeuws) met als doel echte vrede, is een ideaal binnen het jodendom, zelfs als dit ten koste gaat van het opgeven van sterke overtuigingen met betrekking tot het Land (zie de Talmoed Sanhedrin 6a). Het wordt niet gezien als een zwakte, maar eerder als een kracht waarnaar moet worden gestreefd in conflictsituaties.
De vredesregeling met Egypte in 1978, waarbij de Sinaï teruggegeven werd aan Egypte, opgesteld door niemand minder dan een rechtse politieke leider dan Menahem Begin, laat zien hoe serieus deze commitment is. Zelfs Netanyahu, een criticus van de Oslo-akkoorden, was het er niettemin mee eens dat hij ze zou eren, aangezien de overeenkomsten waren door de Knesset ondertekend.
Vergelijk dit met de theologie van Ibrahim Abu Khalid in zijn artikel (op de site missionislam.com) getiteld “Resisting the Urge to Compromise: “Als moslims bereid zijn compromissen te sluiten in alle aspecten van hun leven, verliezen we de gunst van Allah, zenden we een beeld van zwakte voor onze vijanden en verliezen waardigheid in de ogen van onze Schepper.”
En dus stelt Hamas in zijn handvest Artikel 11: “Het land Palestina is een islamitische waqf [heilig bezit], gewijd aan toekomstige moslimgeneraties tot de Dag des Oordeels. Niemand kan er afstand van doen, of enig deel ervan, of afstand doen van het geheel of enig deel ervan.” Hamas gelooft dat geen enkel deel van het land Palestina in gevaar mag worden gebracht of zal worden afgestaan, ongeacht de oorzaken, de omstandigheden en de druk en ongeacht hoe lang de bezetting duurt. Hamas verwerpt elk alternatief voor de volledige bevrijding van Palestina, van de rivier tot de zee. Tot zover het compromis met Hamas.
“Toegegeven, een vredesregeling kan mislukken, maar het verrassende van Netanyahu is dat hij nog nooit een vredesplan heeft geformuleerd.”
Bereidheid tot compromissen
Het is een vergissing om de bereidheid tot vrede en compromissen van het democratische Israëlische en Joodse publiek te identificeren met de persoonlijke partijvoorkeuren van Netanyahu. Vanaf het door de VN gesponsorde verdelingsplan van 29 november 1947 tot op heden heeft de staat Israël blijk gegeven van zijn bereidheid tot compromissen. Het Palestijnse, Arabische en islamitische publiek is consequent geweest in haar onwil daartoe. Daarbij wil ik toevoegen dat er ook individuele Arabieren die wel zo geneigd waren, maar ik heb het over de beleidsmakers die feitelijk voor hun publiek het voor het zeggen hebben.
“Hamas is niet een gebouw dat vernietigd kan worden, maar een ideologie die telkens nieuwe leden zal rekruteren na een gewelddadige actie van Israël.”
Net zoals je voortdurend een educatieve oorlog zou moeten voeren tegen het nazisme en het totalitarisme, ook al vinden deze misschien nog weinig aanhangers, zo is ook de voortdurende oppositie tegen de ideologie van Hamas een permanente verantwoordelijkheid van de vrije wereld en Israël. Totdat de Palestijnen, die men ook zou kunnen zien, gedeeltelijk tenminste, als slachtoffers van Hamas zelf beseffen hoe rampzalig de aanpak van Hamas is voor hun toekomst.
Politieke toekomst Netanyahu
“Het is de zaak dat Israëli zich weer serieus voelt over het lot van de Palestijnen gaan buigen, niet langer onder leiding van Netanyahu.”
Ik denk dat het duidelijk is dat de politieke toekomst van Netanyahu beperkt is tot het einde van deze oorlog. Hij zal veel te verantwoorden hebben in de onderzoeken die volgen.
“De veiligheid van Israël zal in elk vredesplan absoluut gegarandeerd moeten worden, misschien mede door internationaal toezicht, al is Israël niet happig op inmenging van buitenaf.” Poorthuis moet denken dat Israëli’s dom zijn om hun veiligheid toe te vertrouwen aan garanties van buitenaf, internationaal toezicht. Zij herinneren hoe dit werkte in 1967 toen UThant, secretaris-generaal van de VN, de zogenaamde VN-beschermers uit de Sinaï verwijderde en de weg opende voor de Egyptenaren om Israël te bereiken door dit VN leger terug te trekken door het intimideren van de Egyptische President Nasser, waardoor de Zesdaagse Oorlog werd vergemakkelijkt.
Religieus conflict met politieke gevolgen
“Men lijkt weleens te vergeten dat het op de eerste plaats een politiek probleem betreft en niet een religieus probleem.”
Tot mijn grote verbazing maakt Poorthuis als theoloog hier een ernstige categoriefout. Jason Walters, analist op het gebied van radicalisering en terrorisme, schreef daarrom: “raakt een conflict met Joden ook de religieuze identiteit, omdat de islam zich de Joodse traditie toe-eigent en zich er tegelijkertijd tegen afzet.” (NIW 24 nov. 2023). Dit is in de eerste plaats een religieus conflict met politieke gevolgen. Weer benadruk ik dat het geldt niet voor elke moslim, maar wel voor de beleid makende leiders.
“Om het helder te stellen: de legitimiteit van de staat Israël staat voor mij buiten kijf.”
Ik geloof dat wanneer hij dit zegt, hij dit eerlijk bedoelt. Maar dat betekent niet dat hij de basis van dit algemeen conflict tussen de islam en het jodendom, tussen de Palestijnse Arabieren en de joden, correct begrijpt. Net zoals veel commentatoren hier in Nederland dit ook niet begrijpen. Er zijn individuele uitzonderingen bij moslims of andersdenkenden van Arabische afkomst. Dit neemt niet weg dat in het algemeen het overige antagonisme tegen Israëls soevereiniteit vanuit de officiële islamitische bronnen, de Koran, de Hadith, of de Isjtamah, serieus genomen moeten worden.
Slachtofferschap
“Het slachtofferschap van de Sjoah mag niet als alibi dienen om de Palestijnen blijvend als tweederangsburgers te behandelen“
Deze opmerking is zelfs beneden de maat van Poorthuis, wiens brede kennis van het jodendom hem beter had moeten informeren. Wanneer hebben de Joden ooit een dergelijk argument gebruikt in hun relatie met de Arabieren, met de Palestijnen? Er zijn minderheden onder de Israëli’s die racistisch zijn en handelen als racisten.
Er is discriminatie zoals overal. Maar het beleid van de overheid in het 75-jarig bestaan van Israël heeft deze houding nooit gehanteerd als rechtmatig uitgangspunt. Sterker nog, zij hebben dit argument verworpen. Als dat wel hun uitgangspunt was geweest, dan zouden ze nooit hebben toegestaan dat Arabische Palestijnen het Israëlische staatsburgerschap zouden verkrijgen, of in het Hooggerechtshof van de staat Israël zouden zitten. Dan had de Israëlische president Moshe Katzav op 11 maart 2011 niet door een Arabische rechter tot een gevangenisstraf veroordeeld kunnen worden wegens verkrachting. Er zouden geen Arabieren of Palestijnen als artsen en chirurgen in Israëlische ziekenhuizen geaccepteerd worden.
Net zo min als Arabische en Palestijnse studenten welkom zouden zijn op hun universiteiten. Integendeel, de tragedie en het lijden van de Shoah spoorden hen aan om vrijheid en veiligheid uit te breiden naar die Arabische, Palestijnse burgers in Israël, gebaseerd op de Joodse traditie van mededogen, ondanks het lijden.
Recht op nationale soevereine entiteit
“Bedenk dat jullie slaven waren in Egypte” (Deuteronomium 24:18) en heb daarom medelijden met anderen die lijden. “U mag een vreemdeling niet uitbuiten en hem niet onderdrukken want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte.” (Exodus, 22:21).
Het legitieme recht op zelfverdediging heeft niets te maken met de Shoah maar alles met het recht op bestaan als een nationale soevereine entiteit in eigen land.
cover: Israelische tank in Gaza, screenshot van tv, 04/12/2023, Bloom
In zekere zin, namelijk binnen de parameters van het huidige politieke discours, ben ik het volledig met Tzvi Marx eens. Vanuit een meer fundamentele politieke analyse ligt het anders, en heb ik bedenkingen bij zijn stellingname zowel als bij die van Poorthuis. Mijn bedenkingen komen erop neer dat beiden zich veel te veel door morele uitgangspunten laten leiden. Dit moralisme belet nu volgens mij juist een goed inzicht. Daar komt nog bij dat het huidige discours in het Westen zo vervuild is geraakt door allerlei pseudo-moraliteit, dat het zo langzamerhand zinloos is geworden om zich bezig te houden met het zoeken naar morele oplossingen voor het Israelisch-Palestijnse conflict. Wat hier in Europa volgens mij dient te gebeuren is terug te keren naar een eenvoudige en realistische politiek van het nationale en het bredere Westerse belang. Politiek is uiteindelijk toch niets anders dan het najagen van je belangen. Wat is nu in het Westers belang in dit conflict. Dat is eenvoudig dat Israel wint en zijn vijanden verslaat. Morele scrupules hoeft men daarover niet te hebben. Want zou Israel verliezen of ernstige schade toegebracht worden, dan zou de ellende voor het Westen onbeschrijflijk worden. Wij zouden hier te maken krijgen met een werkelijk eindeloze stortvloed van islamistisch geweld, en onze straten zouden totaal overgenomen worden door islamistische bendes, waarvan we nog maar een glimp hebben gezien gedurende de recente pro-Hamas demonstraties. Het gaat er volgens mij dus helemaal niet om of Israel of de Palestijnen het morele gelijk aan hun kant hebben. Het gaat er om dat onze kant wint! Het gaat erom onze vijanden te verslaan! Je hoeft geen morele argumentatie te geven voor het verslaan of vernietigen van je vijanden. Het is winnen of sterven. Wie zich moreel laat intimideren heeft al verloren.
uitstekend stuk, Zwi, onderbuik antisemitisme krijgt hier een gemakkelijk podium
De antisemitische kaart trekken heeft al teveel dicussies getaboeiseerd…
Naast deze polemiek had ik ook wel de analyse van Rutger van der Hoeven & Yaghoub Sharhani in De Groene Amsterdammer van 1-2-2024 opgenomen willen zien: “Een Palestijnse staat voorkomen”. Daarin wordt beschreven hoe in de geschiedenis van Gaza vanaf de Eerste Intifada de afsluiting van Gaza begon. Het beleid van Israel wordt het controleren en reguleren van de economie van Gaza naar het verzwakken en ondergraven ervan. (…) “Alles wat Israël in Gaza gedaan heeft sinds 1967 is het voorkomen van de oprichting van een Palestiijnse staat.” En “daar hoorde ook het steunen van Hamas bij toen Natanyahu dacht dat dat doel zou dienen.” Quatar deed sinds 2017 geen betaling zonder Israëlische toestemming. Om het doel te dienen te voorkomen dat door een radikale Hamas er juist geen Palestijnse staat zou komen.