Zelfkastijding van ‘ce peuple arrogant’

tekening van gele wieken met daarnaast foto van meisje dat met Israelische vlag zwaait.

Zoals bijna heel Joods Israël zit ik elke dag aan de buis gekluisterd om de vrijlating van een tiental of iets meer gijzelaars live mee te maken. De Israëli’s die niet voor de tv zitten staan op het Plein van de Gijzelaars in Tel Aviv.

Na de eerste keer is het niet echt spannend meer, afgezien van wat ingecalculeerd gesjacher van Hamas: de busjes van het Rode Kruis rijden op en neer en leveren tenslotte de gijzelaars af in Israël. 

Rode Kruis laat het afweten

Het Rode Kruis is een apart verhaal. Voor Israël en voor de gijzelaars hebben ze tot nu, behalve dan die busjes, helemaal niets gedaan. Ondanks herhaald verzoek van Israël om de gijzelaars te bezoeken heeft het Rode Kruis, na de eerste weigering van Hamas, het volledig laten afweten. Idem dito bij een dringend verzoek om medicatie voor een doodzieke gijzelaar. 

Het doet denken aan een verhaal dat kort na WO 2 de ronde deed. Een Jood klopt aan bij het Rode Kruis in Genève om zijn verdwenen familie op te sporen, waarop het officiële antwoord luidde: “Le Croix Rouge n’est pas pour les Juifs, monsieur” (het Rode Kruis is er niet voor de Joden, meneer). Als kind werd ik al geïnstrueerd om geen geld aan de collectanten van het Rode Kruis te geven. 

Onvindbare gijzelaars

Het tv kijken naar de vrijlating van de gijzelaars heeft iets van intense zelfkastijding. Je beseft hoezeer Hamas hier de leiding heeft, en hoezeer wij, Israël, maar moeten afwachten wat ons gegeven wordt. In het doolhof van Gaza kunnen wijzelf de gijzelaars niet vinden, en hoe hard we ook schieten en bombarderen, dat heeft ons direct – behalve die ene soldaat op de tweede dag van de oorlog – geen enkele gijzelaar opgeleverd. 

Leven van de misdaad

Naar het schijnt kan Hamas ze ook niet allemaal vinden, sommigen zijn in handen van de Islamic Jihad en anderen schijnen gekaapt te zijn door bepaalde Gazaanse families die leven van de misdaad. Je zou kunnen zeggen dat Hamas en Islamic Jihad ook van de misdaad leven, maar blijkbaar is er toch verschil. Mij onbekend is in hoeverre die misdadige families meewerken aan de vrijlating van de gijzelaars. En alleen God weet wie er nog in leven zijn en wie niet. Zeker twee gijzelaars zijn al vermoord, en is één ‘gewoon’ gestorven.

Diepe nederigheid

Na de intense frustratie van 7 oktober is dit weer een ervaring die doet beseffen dat diepe nederigheid ons past. In plaats van met belangrijke zaken was de regering bezig met persoonlijke hobby’s die goed waren voor verder helemaal niemand, de veiligheidsdiensten waren aan het slapen, het leger was, juist toen het rond Gaza echt nodig was, bezig settlers in Judea en Samaria te helpen om provocatief Simchat Tora te vieren en Arabieren te pesten, alarmerende waarnemingen door observators aan de grens met Gaza werden op grove wijze genegeerd en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.

In deze misdadige achterbuurt van de wereld kan Israël zich geen seconde zelfgenoegzaam permitteren.

Maar die afgedwongen nederigheid is misschien ook wel ergens goed voor. We kunnen niet meer zomaar aannemen dat al die Arabieren militair en tactisch achterlijk zijn gebleven; voor zover ze dat wel zijn, wordt hen snel door Iran van alles bijgeleerd. We zullen weer een heel grote mate van oplettendheid aan de dag moeten leggen wat onze buren allemaal uitspoken; in deze misdadige achterbuurt van de wereld kan Israël zich geen seconde permitteren van zelfgenoegzaam achterover leunen.

Dat arrogante volk

Generaal Charles De Gaulle die niet bekend stond om zijn filosemitische neigingen noemde ons: ce peuple arrogant, dat arrogante volk, en hij had helaas niet helemaal ongelijk. 

Als er een tijd lang niet iets vreselijks gebeurt, maakt zich een soort zelfvoldane zelfverzekerdheid van Israël meester die leidt tot onoplettendheid en het “tuttut, zo’n vaart gaat het heus niet lopen” dat we ook van Nederland kennen.

Vlammende waarschuwing

 Zo was het aan de vooravond van de Jom Kippoeroorlog in 1973 en zo was het nu weer. Een vlammende waarschuwing tegen die mentaliteit moet met grote rode hoofdletters in de Israëlische geschiedenisboeken worden opgenomen, zodat het misschien niet nog eens gebeurt.


cover illustratie Talma Joachimsthal

Over Ron van der Wieken 13 Artikelen
Ron van der Wieken is geboren in Londen waar zijn ouders terechtkwamen na omzwervingen die begonnen bij de Duitse inval. Ron groeide op in Scheveningen, was enthousiast lid van Haboniem en toog naar Amsterdam om daar geneeskunde te studeren. Actief in de NZSO, na zijn artsexamen een jaar in Tel HaShomeer in Israël gewerkt. Van der Wieken werd internist en daarna cardioloog. Veel bestuursfuncties bekleed, zoals voorzitter van de LJG Amsterdam, het Verbond voor Progressief Jodendom en het Centraal Joods Overleg. Nu in ruste, woont met zijn vrouw in Jaffo en ook nog een beetje in Amsterdam. Van hun drie kinderen wonen er twee in Israël.

1 Comment

  1. het is inderdaad het probleem dat er niet van de geschiedenis wordt geleerd. Al in de Thora is al te lezen hoe de mensheid in elkaar zit, hoe het zit met waarden en normen om het modern te zeggen. Maal de ellende van oorlogen worden snel vergeten, men bouwt snel aan een nieuwe maatschappij en vervalt weer snel in verwaarlozing van waarden en normen en dat blijft zich herhalen in alle varianten. Veel sterkte voor een nieuw maar blijvend en attent Israel

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*