De Vrijdagavond vroeg Oleh Chadasj Jair Eisenmann hoe hij deze zware tijd ervaart in zijn nieuwe vaderland. Hij geeft een ontroerend kijkje in zijn leven in Jeruzalem in oorlogstijd.
Al bijna drie jaar wonen mijn vrouw Tali en ik in Jeroesalajim. Tijdens covid kwamen we tot de conclusie dat we eigenlijk niet veel meer te zoeken hebben in Amsterdam, hoewel ik een geboren en getogen Amsterdammer ben. We vonden en vinden dat er meer toekomst in Israël voor ons is dan in Nederland. We leven orthodox, dus voor ons speelt de sjoel een centrale rol in ons leven.
We hebben nog zeker banden met Nederland vooral vanwege de Stichting Gilat die we hebben opgericht ter nagedachtenis aan onze dochter Gilat – ik zal daar later een keer over schrijven.
Lichtpuntjes in oorlogstijd
De afgelopen weken heb ik geprobeerd via Facebook en LinkedIn mijn contacten te informeren over de lichtpuntjes die ik zie als oleh chadasj (nieuwe inwoner) in deze hele nare oorlogstijd.
Afgelopen sjabbat (de eerste na het uitbreken van de Simchat Tora-oorlog) was onwerkelijk.
We zouden bij mensen gaan eten en eigenlijk waren we beiden tot de conclusie gekomen dat we er geen zin in hadden, niemand was in de stemming voor een gezellig etentje. Dus aten we thuis en ging Tali mee naar sjoel deze vrijdagavond.
Veel zang en dans
Vlak voor sjabbat zag ik een filmpje wat grote indruk op me maakte. Een goed Engels sprekende soldaat (reservist) sprak een boodschap in. Hij zei dat hij waarschijnlijk deze sjabbat niet zou kunnen davvenen omdat hij moest waken. Daar was hij uiteraard bedroefd over want hij was ook tijdens Simchat Thora opgeroepen en kon toen ook niet dansen noch davvenen.
Ohel Yitschak synagoge in Jeruzalem rond 1920
De reservist riep eenieder op deze sjabbat een geweldig feest van tefilot (gebeden) te maken zodat wij voor hem en zijn kameraden zouden davvenen met veel zang en dans. Ik vond het een heel mooie boodschap.
Opgeroepen als reservist
Eenmaal in mijn eigen sjoel had een van de voorgangers het filmpje ook gezien. Onze Raw is ook opgeroepen als reservist, die was dus niet in sjoel.
De voorganger zei voor het davvenen dezelfde boodschap als de soldaat: “laten we een geweldig feest maken van de tefilot, zodat we davvenen ook voor hen die zijn opgeroepen.”
Het maakte veel indruk, eenieder voelde de extra verantwoordelijkheid. We davvenden letterlijk voor de soldaten die dat niet kunnen doen.
Ik ben meestal ‘te Nederlands’ met beide benen op de grond, maar nu had ik continu kippenvel.
Net als in Amsterdam
Het was een geweldige vrijdagavond, we waren zeker twintig minuten later klaar dan normaal en niemand vond dat erg. De ochtenddienst op sjabbat in onze sjoel Ohel Yitschak was net zo mooi als de dienst vrijdagavond.
Na sjabbat hoorde ik tot mijn grote vreugde dat in Amsterdam hetzelfde gevoel heerste.
Rustig
De rest van de sjabbat was het bij ons rustig en dat kwam vooral omdat we niet elke tweede minuut op onze telefoon zaten. We lieten hem wel aan in geval van alarm dat gelukkig niet afging.
25 uur zonder telefoon was heerlijk en nu nog mooier dan op andere sjabbatot.
We waren even van onze verslaving af en hoefden niet iedere minuut de social media te vernieuwen om te zien of er nog wat nieuws was in Israël.
Met dank aan die ene soldaat
Een sjabbat waar duizenden vaders, zonen en dochters niet bij hun familie waren, maar gegeven de omstandigheden heeft de rest van het land het maximale eruit gehaald en dubbel zo hard gedavvend, met dank aan die ene soldaat.
cover: dansen in synagoge in Israel, foto: Shlomi kakon Pikiwiki Israel
Geef als eerste een reactie