Loofhut voor Volksvlijt 

soekot debat

twee blauwe loofhutten op het Waterlooplein

Ik word kriegel van de loofhutten op het Waterlooplein, of liever gezegd: over de publiciteit die ze genereren.  

Er staan deze week drie quasi loofhutjes aan de rand van de Waterloopleinmarkt. Vroegâh stonden er tijdens Soekot, het Loofhuttenfeest, namelijk ook al soeka’s in de openbare ruimte van de Oude Jodenbuurt. Bewoners hadden thuis geen plek, terwijl de Joden in de buurt toch aan de verplichting wilden voldoen om in een soeka te verblijven.

Sinds de jaren veertig waren de loofhutjes uit het straatbeeld verdwenen. En nu staan ze er weer, acht dagen lang, opgebouwd door kunstenaarsduo Hertog Nadler, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en het Joods Cultureel Kwartier. 

De afgelopen dagen heb ik lopen kauwen op de vraag wat me hier nu zo aan ergert. Iedereen mag natuurlijk een plastic kopie van een soeka ergens neerzetten en er college in gaan geven. Maar deze hutjes vormen een kunstproject. Het is niet de bedoeling dat bezoekers er echt in gaan zitten en gebeden gaan zeggen, of een maaltijd eten, of loelav-bensjen. Er is ook geen Joodse symboliek te zien, ‘vanwege de veiligheid’, aldus een organisator in Het Parool. Oké dan.

Paleis voor Volksvlijt

Misschien komt het door het deze dagen ook weer losgebarsten gezeur over het Paleis voor Volksvlijt. Dit was een mooi glazen gebouw, neergezet in de negentiende eeuw aan het Amsterdamse Frederiksplein. Het brandde in 1929 af. Een restje bleef bestaan – tot alles in de jaren zestig werd gesloopt om plaats te maken voor de Nederlandsche Bank.

Al jaren klinkt de roep om het Paleis te herbouwen. Inmiddels is de gemeenteraad zo ver dat als initiatiefnemers iemand kunnen vinden die zo gek is om het project te financieren, zij een plan kunnen indienen voor herbouw. Op een andere plek, namelijk in stadsdeel Zuidoost. 

Ik vraag me dan af: wat moeten we met een kopie van een negentiende-eeuws gebouw in Zuidoost? Ja, het was vast prachtig, in zijn tijd. ’t Bood plek aan winkels, restaurants, een schaatsbaan en een muziekzaal, ooit. Een eeuw geleden. Heeft Zuidoost behoefte aan nog een muziekgebouw? Heeft iemand dat al gevraagd?

Teruggrijpen naar vroeger

Wat de berichtgeving over de Waterloopleinloofhutten en het Paleis voor Volksvlijt gemeen heeft is dat de initiatiefnemers teruggrijpen naar een vroeger en dat als ijkpunt presenteren. Daar schiet niemand iets mee op, want vroeger bestaat niet langer, we leven nu. 

We zijn object van twee ontwikkelingen: de Joden zijn vertrokken van het Waterlooplein en religie heeft zich achter de voordeur teruggetrokken. 

Het Waterlooplein als centrum van Joods leven ligt achter ons. En om op dit punt te geraken is een uiterst pijnlijk proces doorlopen. 

Een plastic kopie van een loofhut neerzetten alsof het sinds 1945 de eerste keer is, zoals ik ergens las, ontkent ook dat er elders in de stad gewoon elk jaar loofhutten te vinden zijn. Niet in de openbare ruimte, maar wel in achtertuinen. Deze loofhutten zijn geen kopieën, maar the real thing.

En mensen, Joods zowel als niet-Joods, zitten erin en ervaren de gezelligheid van dit feest. Ik zou zo graag zien dat inwoners, studenten, de universiteit, wie al niet in Amsterdam, een relatie aangaan met wat er nú gebeurt, in plaats van te kiezen voor een nostalgische buitenkant. Met andere woorden: dat ze zo’n achtertuin instappen. 


cover: loofhutten op het Waterlooplein, Soekot 2023 (5784), foto Bloom

Over Daphne Meijer 4 Artikelen
Daphne Meijer is actief in de lokale Amsterdamse politiek voor GroenLinks. Zij werkte in de jaren nul als correspondente in Afghanistan voor o.a. Het Parool. Hiernaast kunnen lezers haar kennen als oud-redacteur van het NIW.

2 Comments

  1. Daphne, Ik ben het zeker met je eens dat Amsterdammers , studenten e.a. contact zouden moeten zoeken met bezitters van een ‘echte’ soekkah maar dat is in deze situatie stap twee. Stap een is interesse wekken, en kennis verspreiden bij de niet-joodse èn joodse bewoners en je schroom en angst opzij zetten om je in de openbare ruimte te laten zien. Stap twee moet ook vanuit de Joodse gemeenschap zelf komen en vrienden en kennissen-, joods en niet-joods uitnodigen om het feest in hun hut te vieren. Dit kunstproject kan hier een mooie aanzet toe geven.

  2. Dat er geen Joodse symboliek te zien zou in de soekot op het Waterlooplein is simpelweg niet waar, en zo staat het ook niet in het artikel in het Parool. Aan de buitenkant is die symboliek niet aangebracht, in de binnenkant is die alom aanwezig. En waarom deze soekot niet ’the real thing’ zouden zijn ontgaat mij. Ze voldoen aan alle voorschriften, het zijn koosjere soekot. Ik ben juist erg blij met wat zichtbaarheid van Joodse cultuur in de publieke ruimte, dat is weer eens wat anders dan het zoveelste holocaustmonument. Om deze soekot ook te laten gebruiken door Joden om er tijdens soekot in samen te komen is een fantastisch idee, eentje die door de organisatoren ook al is opgepikt voor bij een mogelijk vervolg van het project.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*