Wat kenmerkte de Tora van Leo? Kaddisj voor mijn vriend, rabbi Yehuda ben hechaweer Chaim weMinny Chawwa, Leo Mock (1968-2023)

fragment uit de talmoed

In hun uitleg van het vers “Ik ben de EEUWIGE, jouw God” (Shemot 20:2), opening van aseret hadivrot (Tien Woorden), dragen de Wijzen deze gelijkenis aan: “De Tora wordt met drie zaken vergeleken: met de woestijn, met vuur, en met water. Zoals deze zaken ter beschikking staan voor iedereen die in de wereld komt, zo is ook de Tora ter beschikking voor ieder die in de wereld komt.”
(Mechilta deR. Ishmael, Bachodesh 5). 

Een plek die iedereen toebehoort

De gelijkenis belicht de woestijn als ruimtelijke setting van de Openbaring van Tora (mattan Tora), een plek die niemand en dus eigenlijk iedereen toebehoort. Daarmee geeft de Tora een subtiel signaal voor de universele reikwijdte van Tora, erfgoed van de qahal Israel

Evengoed haakt ze aan bij ‘jouw God’ in plaats van het gebruikelijke ‘jullie God’ in de Bijbelse wetgeving. De Wijzen benadrukken dat Tora wordt geopenbaard overeenkomstig de persoonlijke capaciteiten van iedere ontvanger. Die persoonlijke Tora, jouw Tora, wordt zo het doel van het leerproces: “Wentel je er in, wentel je er in, want alles is in haar en alles van jouw is in haar” (m.Avot 5:22 volgens ms. Kaufmann). 

Water is kostbaar en schaars

Om die vraag te beantwoorden gaan we terug naar de midras. Vuur, het tweede element van de vergelijking, vergezelt Matan Tora op Sinaï, maar waarom de vergelijking met water? Dit beeld kan, zo de traditie, op twee manieren worden begrepen. In de lofrede over zijn vijf leerlingen vergelijkt Rabban Yohanan ben Zakkai R. Eliëzer met een ‘bepleisterde cisterne die geen druppel verliest” (m.Avot 2:8). 

Water is kostbaar en schaars, zeker in de woestijn, en vatbaar voor vervuiling en verlies: je dient er behoedzaam mee om te gaan. De cisterne duidt het magnifieke geheugen van R. Eliëzer, iemand die, zo zei hij zelf, slechts ontving en doorgaf wat hij van anderen had geleerd. R. Eliëzer’s Tora belichaamt de noodzaak van continuïteit en het bewaren van jodendom in tijden van vervolging of verdrukking. Maar water in de woestijn is een dynamische kracht, een bron van leven en van verandering, kortom, van transformatie. 

R. Akiva merkte een keer op hoe een steen was uitgehold door druppelend water en ontleende daaraan, met verwijzing naar een vers uit Hiob, de kracht van Tora: als water steen kan veranderen, kunnen woorden van Tora zeker het hart van de mens veranderen (ARN a6). 

Vermogen tot transformatie

Beide beelden typeren Leo’s Tora: net als R. Eliëzer had hij een fenomenaal geheugen, en was hij als rabbijn expert in halacha. Maar hij was even zo zeer thuis in aggadische tradities, met een bijzondere voorliefde voor chassidische literatuur. De waarde van Tora, zowel halacha als aggada, lag voor hem vooral in dat vermogen tot transformatie. 

Zijn Tora kwam hier nabij aan die van R. Eleazar ben Arakh, een andere leerling van Rabban Yohanan ben Zakkai, getypeerd als een “altijd opwellende bron” (mayan hamitgabber, m.Avot 2:8). 

Analytische blik gevoed door sensitiviteit voor anderen

Maar hoe kan Tora toenemen? Leo’s Tora combineerde snelheid van lezen en memoriseren met een scherpe analytische blik. Die werd gevoed door een grote sensitiviteit voor wat hij om zich heen zag en wat hij leerde in gesprekken met anderen. Opvallend was zijn vermogen om met mensen in gesprek te gaan die door anderen werden gemeden of over het hoofd werden gezien. Of om boeken te lezen die door bibliotheken in de ban werden gedaan en daarin diamantjes van wijsheid te vinden. 

Zo stroomde zijn Tora weer terug, het leven in

Tora was voor hem chiddush, innovatie of verfijnd inzicht. Leer en leven vloeien organisch samen in deze Tora: als Tora de Maqor Chayim is, bron van leven, dan dient het de levensdynamiek te dragen en te omvatten. Zo stroomde zijn Tora ook weer terug, het leven in. Avot deRabbi Nathan leert deze versie van de spreuk over R. Eleazar:

“Hij noemde R. Eleazar ben Arach een overvloeiende stroom en een opborrelende beek, want diens wateren stromen over en gaan de wereld in, zoals is gezegd: “Jouw bronnen zullen naar buiten vloeien, stromen water in de straten“. (Spr. 5:16)

Misschien is het om deze reden dat de Wijzen een bijzondere waarde hechten aan het beeld van water: niet alleen kan het overstromen, het zoekt altijd de laagste plaats op:

“R. Chanina bar Idi zei: waarom worden woorden van Tora vergeleken met water? Er is geschreven: “Welnu: allen die dorstig zijn, komt naar het water!” (Jes. 55:1) Dat zegt je dat net zoals water van hoge plaatsen naar lage plaatsen vloeit, zo ook zijn woorden van Tora bestendig bij mensen die bescheiden zijn (bemi sheda’ato shephala).” (b.Ta’anit 7a)

Waar een leraar bescheiden is

Let wel, de leraren benadrukken hier dat juist omdat water de laagste plaatsen opzoekt, het ook bestendig is. En juist waar een leraar bescheiden is, kan hij of zij Tora naar de meest afgelegen plaatsen brengen. Dat was Leo: bescheiden, al was hij zeker niet bescheiden in het uiten van zijn meningen, of het formuleren van zijn inzichten. Maar hij ging niet prat op status of op titels en zocht altijd de ander op, ook in geval van onenigheid of spanningen. Zijn Tora was een kracht die zich midden in het leven wil nestelen en obstakels wil overwinnen, binnen het jodendom en voorbij de grenzen van jodendom. 

Een ware Chacham

Leo’s geheugen garandeerde zijn kracht als schatkamer van traditie, maar in combinatie met zijn openheid was hij een ware Chacham. Leo vond Tora op straat en bracht Tora naar de straat. Naar de straten en markten, zoals ooit Hillel voor hem (ARN a12, b26) in Jerusalem, of naar moderne winkelcentra. Ik was er getuige van dat mensen zich daar voor hem openden, hoe hij verhalen ontlokte of hun wijsheid ontving. Zonder oordeel, geleid door verwondering, gezonde nieuwsgierigheid en een groot gevoel voor humor. Die kon, eveneens als een fontein, opborrelen op onverhoedse momenten. 

Het goede zien in de ander

Als je zo Tora in je draagt, herken je Tora in alles. Eleazar ben Arakh (m.Avot 2:8) vatte de kern van Tora samen als een goed hart, het vermogen altijd het goede te zien in de ander, of zoals Avot deRabbi Nathan (ARN a14) leert: “Een goed hart jegens de Hemelen, en een goed hart jegens anderen.” Dat was Leo’s Tora. 

Vonken van liefde en vrolijkheid

Moge deze Tora, zijn Tora, met vonken van liefde en vrolijkheid, onder ons blijven. En mag het zo zijn, dat waar en wanneer dat gebeurt, zijn nagedachtenis ons tot zegen zal zijn, telkens weer. 


Uitgesproken als Dvar Tora na het mincha gebed gedurende de sjiwwe voor Leo Mock dd 4 september 2023

cover: fragment uit de talmoed, afbeelding met dank aan uitgeverij Amphora



Over Eric Ottenheijm 8 Artikelen
Dr. Eric Ottenheijm is Universitair Hoofddocent Jodendom en Bijbelwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2004 bij prof. Judith Frishman en prof. Piet van der Horst op de rol van Intentionaliteit in Joods-wettelijke discussies tussen de Huizen van Hillel en Shammai. Hij doet onderzoek naar Joods-christelijke interacties in Oudheid en heden. Sinds 2014 leidt hij een internationaal onderzoeksproject naar rabbijnse en christelijke parabels. Daarnaast is hij fellow van de stichting Pardes en actief betrokken bij de Joods-christelijke dialoog in Nederland. Eric Ottenheijm woont in Amsterdam.

3 Comments

  1. Inderdaad een bescheiden mens. Een leraar ook. Wie een ander gunstig beoordeeld zal zelf gunstig beoordeeld worden. Talmoed, Sjabbat 127.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*