Het pamflet was de eeuwen door een van de populairste genres. Het speelt in op de actualiteit, er wordt een duidelijk punt gemaakt en het is niet al te lang van stof. Precies wat een groot publiek wil.
Joachimsthal brak bij het grote publiek door met de politieke pamfletten die inspeelden op de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland en Nederland in de jaren dertig.
Vanaf 1933 verschenen brochures en pamfletten geïnstigeerd door het Joodsch Vluchtelingen Comité of het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen (CBJB). Deze behartigden de opvang en zorg voor Duits-Joodse vluchtelingen in Nederland, maar namen zich ook voor het Nederlandse publiek te informeren over de jodenvervolging die in Duitsland was losgebarsten.
Iedereen moest het weten
Nederland nam een neutrale houding in, maar de Joodse gemeenschap wilde dat iedereen wist wat er werkelijk gebeurde bij de oosterbuur.
De beste manier was om de nazi’s voor zichzelf te laten spreken. In een tweetal brochures werden in 1933 en 1935 fragmenten verzameld uit nazi-publicaties die onomstotelijk de discriminatie en vervolging van Joden aantoonden.
Bij de eerste brochure werd aangegeven dat de ‘geest van haat en vervolging’ aangeklaagd moest worden. Want:
‘Niet tegen de Joden in Duitschland alleen richt zich deze geest, doch tegen de Joden in alle landen. Daarom moest in Nederland deze klacht en aanklacht worden geuit.’
De tweede brochure was expliciet in het doel:
‘Deze brochure geeft in simpele woorden een overzicht van den toestand der Joden in Duitschland in het jaar 1935. Zij is samengesteld uit berichten in nationaal-socialistische bladen en uit mededeelingen, voor welker juistheid ons Comité instaat. De lezer oordeele, op grond daarvan, tusschen de Joden en hen, die Jodendom en Joden haten en vervolgen. Hij moge beslissen, aan welke kant onmenschelijke hardheid en wreedheid gemoed en daden beheerschen. Het oordeel der menschheid en de historie zullen ons recht verschaffen.’
Stemmen van Nederlanders
Toen nazi-Duitsland in 1935 de Neurenberger rassenwetten uitvaardigde, verscheen een pamflet Stemmen van Nederlanders over de behandeling der Joden in Duitschland. Daarin waren korte oordelen bijeengebracht die het CBJB had verzameld van verschillende ‘Nederlandsche mannen van aanzien’ (vrouwen ontbraken inderdaad…) en ‘[h]un woorden vormen een getuigenis van het menschelijk geweten tegenover onrecht, door een overgroote meerderheid een kleine groep aangedaan.’
Nogal potsierlijk
Meegewerkt hadden vooral wetenschappers, zoals de arabist Christiaan Snouck Hurgronje, Titus Brandsma, Pieter S. Gerbrandy, de theoloog H.Th. Obbink en de Amsterdamse hoogleraar W.A. Bonger over ‘De leugen van het antisemitisme’. Er stond ook een merkwaardig commentaar in van de aalmoezenier H.A. Poels die protesteerde tegen de jodenvervolging, maar tegelijkertijd nogal potsierlijk beweerde:
‘Is er echter voor de Joden niet evenzeer reden tot het uiten van hun verontwaardiging over het gruwelijk onrecht, dat thans door de N.S.D.A.P. den Christenen wordt aangedaan?’
Olympische Spelen in Berlijn
Een pamflet met een duidelijke activistische boventoon was Duitschland het land der Olympische Spelen? Feiten en beschouwingen (1935). Daarin werd de vraag beantwoord of uit het oogpunt van ‘sportiviteit en moraliteit’ deelname aan de Olympische Spelen in Berlijn in 1936 wel geoorloofd was. De conclusie was duidelijk: ‘Ieder, die de sport beoefent of bevordert, kan ertoe medewerken, dat in het jaar 1936 niet de genadeslag wordt toegebracht aan den geest der internationale verbroedering, die door de Olympische Spelen steeds werd gediend: n.l. door niet mee te doen, en geen steun te verleenen aan en te protesteeren tegen het houden der Olympische Spelen te Berlijn!’
Propaganda-inspecteur
Het meeste succes boekten echter de zeer verrassende pamfletten die Joachimsthal uitgaf tegen de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) in Nederland. Die waren verrassend niet alleen omdat Joachimsthal zich daarmee volop in de Nederlandse politiek mengde, maar ook door wie deze pamfletten had geschreven. Dat was niet minder dan F.W. Wessels, die kort daarvoor nog propaganda-inspecteur was geweest van de NSB voor Drenthe en Noord-Overijssel.
De NSB’er was echter in conflict geraakt met zijn partij en er uitgezet. Gekwetst besloot hij om een boekje open te doen over de NSB: die zou na een idealistisch begin verworden zijn tot een kliek van zelfverrijkende carrièremakers. Het geld van de gewone leden werd erdoor gejaagd, de stedelijke elite had de macht in handen en op het platteland werd neergekeken. Wessels gaf in zijn brochure De N.S.B.-leiding ontmaskerd. De bloem der natie (1936) allerlei sensationele voorbeelden.
Ik beschuldig!
Het pamflet was een doorslaand succes, in korte tijd was het al toe aan een zesde druk en was een oplage van 60.000 bereikt. De pers besteedde veel aandacht aan de onthullingen van Wessels en de NSB had danig last van zijn kritiek. In een tweede brochure deed Wessels er nog een schepje bovenop: Ik beschuldig! Mijn antwoord aan Ir. Mussert (1936). Het was een en al nepotisme bij de NSB, met een pakkend Duits citaat karakteriseerde hij de partij:
‘Vorne wird nur Theater gemacht/ Hinten macht man die Geschäfte’.
Terwijl Wessels de NSB hard aanviel over de leiding en structuur van de partij, had hij zijn fascistische idealen bepaald niet opgegeven: ‘Kameraden, de N.S.B. is niet het Nationaal-Socialisme. Velen zagen de N.S.B. als middel, om tot het Nationaal-Socialisme te geraken. Middelen kunnen falen, ook dit middel faalt. Er zijn nog andere middelen, zonder cadaver-discipline. Hou vast Uw ideaal, doch maak niet de fout, om door middel van Uw ideaal voordeel te behalen.’
Joodse uitgever
Ook de tweede brochure verkocht grif en was al snel aan een vierde druk toe. Het aanvankelijke beleid vanuit de NSB was om Wessels en zijn brochures dood te zwijgen, maar door de grote consternatie die ontstond was dat niet houdbaar. Natuurlijk poogde de NSB-leiding, Anton Mussert voorop, de beschuldigingen te weerleggen. Maar de aanval was ook nu de beste verdediging. Het feit dat Wessels bij een Joodse uitgever zijn pamfletten had laten uitgeven, was koren op de molen van de nationaalsocialisten. Zij lieten geen gelegenheid onbenut om te laten zien dat de vroegere kameraad Wessels nu in Joodse kringen verkeerde. Daarmee was eigenlijk alles gezegd.
Commercieel succes
Voor Joachimsthal was de uitgave van Wessels’ brochures ondertussen een groot commercieel succes. Dat het imago van de NSB ook flinke klappen had opgelopen, kwam mooi uit. Dat Wessels intussen zijn nationaalsocialistische ideeën niet kwijt was, zal op de koop zijn toegenomen. De vijand van mijn vijand is mijn vriend, zo was het ook hier. En dat gold zowel voor Wessels als voor Joachimsthal.
Deze tekst komt uit onderstaand boek en is geschreven door Bart Wallet. Productie en ontwerp cover: Talma Joachimsthal
Joachimsthal. Familie en Firma 1823-1945 van Bart Wallet, Gerben Post en Talma Joachimsthal. 256 pagina’s, gebonden, groot formaat (23 x 28 cm); €34,95; uitgeverij WBOOKS, Zwolle, 2023 Vormgeving: Talma Joachimsthal, WAT ontwerpers, Utrecht
Serie Joachimsthal in De Vrijdagavond
deel 1
Sara Clara’s succesvolle toetreding tot de familie Joachimsthal
deel 2
Joachim Lazarus Joachimsthal strijkt neer in het boekeneldorado Amsterdam
deel 3
Marketing avant la lettre bij Joachimsthal
deel 4
Saartje Paardepoot en Mesjoggene Gans, sjnorrers in de buurt van Joachimsthal
deel 5
Stervormgevers bij het kleine media-imperium Joachimsthal
Geef als eerste een reactie