Verbondenheid in beeld, vier verhalen over vier families naar foto’s uit 1938 

Torah met kleur Sefira Lightstone

Dit jaar is het een שנת הקהל (Shenat Hakhel), een jaar van samenkomen. Ten tijde van het Beit Hamikdash (de tempel in Jeruzalem) werd er elke zeven jaar, na afloop van het Shmita jaar, een bijzondere bijeenkomst gehouden waar de koning delen uit de Tora voorlas aan het hele Joodse volk.

Ondanks het feit dat deze gebeurtenis in het Beit Hamikdash tegenwoordig niet meer plaats kan vinden, is het dit jaar toch van belang om Hakhel te benadrukken. Dit kan door het organiseren van leermogelijkheden, en ook door het uit lichten van אחדות ישראל, de eenheid van het Joodse volk.

Onze geschiedenis is aan de ene kant heel divers, want Joodse gemeenschappen hebben overal ter wereld ieder hun eigen verhaal. Toch hebben zij allemaal iets gemeen, en dat is het feit dat ze allemaal onderdeel zijn van onze Joodse geschiedenis. Een familieverhaal.

Aan de hand van vier afbeeldingen uit 1938 wil ik graag vier verhalen van vier families uitlichten, die allen een hele andere ervaring hebben gehad en toch met elkaar verbonden zijn.

Baby Lois Cohen-Fried in 1938

Lois uit Upstate New York

Lois (Buffalo, 17 november 1937) is geboren in een typisch Amerikaans Joods gezin. Haar ouders Sydney Cohen en Blemah Steinhorn waren tweede generatie immigranten, hun (groot)ouders kwamen uit het ‘paalgebied’ (“Pale of Settelment” – het vestigingsgebied in het Tzarisch Russische rijk waar joden verplicht waren om te wonen in de negentiende eeuw, dit gebied omvatte grote delen van Polen, Oekraïne, Belarus en Litouwen). 

Tijdens de grote immigratiegolf van 1880-1910 zijn zij, samen met anderhalf miljoen Joden uit deze gebieden, de oceaan overgestoken om in de Goldene Mediene een beter leven te zoeken, het land van eindeloze economische mogelijkheden en zonder onderdrukkingen.

De eerste generatie had het vaak moeilijk om aan het nieuwe leven te wennen, maar de tweede generatie integreerde zich goed in het Amerikaanse samenleven, terwijl ze zich ook erg joods voelden. Men ging naar sjoel op sjabbat, men vierde de feestdagen, men at koosjer vlees, maar de kinderen gingen naar de algemene school, naar het Cheider gaan was ouderwets: “Amerika is anders”.

Deze tweede generatie immigranten hadden vaak wel contact met hun achtergebleven armere familieleden in Europa, men stuurde ook soms geld voor ondersteuning, maar men richtte zich vooral op een financieel stabiel leven en men kon genieten van alle mogelijkheden die het moderne Amerika heeft aan te bieden.

Vandaar ook deze mooie filmbeelden die 1938 zijn opgenomen van baby Lois.

Foto van een “Jeshiva” uit het KGB archief

Moshe Rubinson uit Krolevets, Oekraine

We blijven in 1938, in het (voormalige) ‘paalgebied’, maar in een andere betekenis.

Reb Moshe Rubinson (in de rode cirkel) is geboren in de shtetl Krolevets, Oekraine. Zijn ouders, Benzion en Sara Rubinson, waren Chabad Chassidim. Op jonge leeftijd is Reb Moshe gaan lernen op de bekende Tomchei Temimim Jeshiva in Lubavitch, onder toezicht van de vijfde Lubavitcher Rebbe, Rabbi Shalom Dov Ber Schneerson.

Een karakteristieke eigenschap van vele Tomchei Temimim alumni was hun strijdvaardigheid (מסירות נפש) tegen de onderdrukking van het communistische regime. Onder leiding van de zesde Lubavitcher Rebbe, Rabbi Joseph Jitzchak, probeerden zij het Joodse leven wat door de communisten werd verboden, ondergronds door te zetten. Door het bouwen van ondergrondse sjoels, mikwes, jesjivot, scholen en het verzorgen van kosjer eten.

Reb Moshe leidde een van deze jesjievot. In Berdichev kwamen een groepje jongens in de leeftijden 11 tot 15 samen om op zolder van een sjoel, in het diepste geheim, te lernen.

Op 24 Tevet 5698 (27 dec. 1937) werd deze jesjiva betrapt. De agenten van de NKVD (voorloper van de KGB) trapten de deur open en namen iedereen gevangen. De jongens en hun begeleiders werden gemarteld en onderdrukt om hun ‘misdaad’ – het leren van Tora – te bekennen. De jongens hielden hun mond. Reb Moshe nam de hele verantwoordelijkheid op zich. Tijdens deze verhoren kwam een van de NKVD-agenten met een idee, er is veel buitenlands kritiek op de status van religieuze vrijheid in ons land, laten wij een foto nemen van een jesjiva. Deze foto is later ontdekt in het archief van de KGB.

Reb Moshe heeft uiteindelijk nog twee jaar gevangen gezeten. Daarna is hij getrouwd en vrijwel gelijktijdig, bij het uitbreken van de oorlog, op de vlucht geslagen naar Samarkand, Oezbekistan. Na de oorlog is hij, samen met een paar honderd Chassidiem, via Lviv de Sovjet-Unie ontvlucht. Helaas is hij op erg jonge leeftijd in 1949 in Brunoy, Frankrijk overleden.

Nathan en Hilda Stein uit Frankfurt

Vluchten uit West-Europa

Terwijl men zich in de Sovjet-Unie zorgen maakte over de staat van het Joodse leven waren er in West-Europa ook zorgen.

Nathan en Hilda Stein waren een echtpaar uit Frankfurt dat deel uitmaakte van de Adass Jeshurun gemeenschap van rabbijn Samson Raphael Hirsch. 

Frankfurt kent een hele rijke Joodse geschiedenis beginnend in de middeleeuwen. Vele grote rabbijnen hebben deze gemeente gediend, onder andere de P’nei Yehoshua, de Maharam Schiff, de Baal Hafla’a en Rabbi Nathan Adler. Ook staat deze gemeenschap bekend als de geboorteplaats van het Rothschild imperium. Na de emancipatie van de joden in Duitsland begin negentiende eeuw is deze gemeenschap langzaam gemoderniseerd.

Onder leiding van rabbijn Samson Raphael Hirsch is er een Austritt gemeente opgericht die zich trouw hield aan het traditionele Joodse leven en ook rekening hield met de algemene samenleving: Torah im Derech Eretz. Nathan en Hilda waren lid van deze gemeente. Zij hadden drie zonen: Alfred, Julius en Heinrich.

Nadat de nazi’s aan de macht kwamen en het steeds gevaarlijker werd om een Jood in Duitsland te zijn, besloten Nathan en Hilda om hun zoon Alfred naar Engeland te sturen, waar het veiliger zou zijn. “Voor jonge Joodse jongens is het niet veilig op straat”. Wanneer zo spoedig mogelijk ook Julius en Heinrich zouden volgen. Uiteindelijk is Julius ook naar Engeland gevlucht en heeft Heinrich zijn weg naar de Verenigde Staten gevonden. Helaas was het voor oudere joden ook niet veilig.

Nathan en Hilda zijn door de nazi’s vermoord.

Veertigste trouwdag rabbijn Izak en Lea van Gelder, op schoot zitten Ies en Joop

Tweeling Jitschak en Joseph Vorst

Rond dezelfde tijd dat Alfred moest vluchten, Reb Moshe in de Sovjet gevangenis zat en Lois als baby werd gefilmd, werd er op 3 jan. 1938 in Rotterdam een tweeling geboren bij Levie en Henriette Vorst, Jitschak (roepnaam Ies) en Joseph (Joop). De familie Vorst was al enkele eeuwen in Nederland gevestigd waar een unieke Joodse gemeenschap zich had ontwikkeld als het typische Nederlandse Jodendom.

Men had hier alle faciliteiten, sjoels, rabbijnen, honderden kosjere winkels en heel veel culturele en maatschappelijke instellingen. De joodse gemeenschap in Nederland was goed ingeburgerd. De rabbijnen waren allemaal afgestudeerd bij het Nederlands Israëlietisch Seminarium waar men onder leiding van rabbijn Joseph Hirsch Dünner talmoed en Joodse geschiedenis kon studeren. Om een diploma te bemachtigen moest men ook klassieke letteren aan de universiteit studeren zodat de rabbijnen ook op academisch hoog niveau konden meedoen. Zowel vader Levie Vorst, alsook opa Izak van Gelder hebben op het Seminarium de Moré titel ontvangen.

Veertigste trouwdag

Van antisemitisme had men relatief weinig last. Men maakte zich wel zorgen over wat er in Oost-Europa en in Duitsland gebeurde, maar die verschrikkingen “konden hier niet gebeuren” zo dacht men. Helaas weten wij hoe de geschiedenis is gelopen.

Deze foto is genomen ter gelegenheid van de veertigste trouwdag van rabbijn Izak en Lea van Gelder. De meesten mensen op deze foto zijn samen met nog 104.000 Nederlandse Joden vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De tweeling Ies en Joop Vorst hebben de oorlog overleefd. Samen met hun vader, broer en zus zijn zij teruggekeerd naar Rotterdam waar rabbijn Levie Vorst het Joodse leven daar heeft geprobeerd weer op te bouwen. Na zijn studie is Rabbijn Ies Vorst door de Lubavitcher Rebbe in 1964 teruggestuurd naar Nederland om het plaatselijke Jodendom te ondersteunen en heeft een hele belangrijke rol gespeeld in de opbouw van het naoorlogse Jodendom.

Mendel en Chaya Katzman met hun kinderen Chana, Batsheva, Zelig en Rachel

75 jaar later

Vier afbeeldingen, vier verhalen, vier families. Allemaal in 1938, maar ieder een hele andere ervaring.

75 jaar later zijn al deze personen aan elkaar verbonden, als voorouders van één familie. De (over)grootouders van mijn kinderen.

Deze verhalen omschrijven het Joodse volk, ondanks onze vele verschillen zijn wij één familie.

Het is bijna Sjavoeot. Toen het Joodse volk de Tora heeft ontvangen bij de berg Sinaï stonden zij “כאיש אחד בלב אחד – als één geheel met één hart”, laten wij deze Sjavoeot vooral liefdevol met onze medemens omgaan, zodat Hashem ons als één kan zegenen: “ברכנו אבינו כולנו כאחד”.


cover illustratie Sefira Lightstone, courtesy Chabad.org 

Over Mendel Katzman 5 Artikelen
Rabbijn Mendel Katzman is opgegroeid in Den Haag. Volgde zijn rabbinale opleiding op Jeshivot in de VS en Europa. Nadat hij enkele jaren op het Chabad hoofdkantoor in New York heeft gewerkt, keerde hij samen met gezin terug naar Den Haag. Hier heeft hij, samen met zijn vrouw, twee jongeren community's opgericht, 'CTeen The Hague' voor tieners, en 'Young Jewish The Hague' voor joodse studenten.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*