Cannes, zomer 1980
Op Tisja Be’Av, terwijl we nog aan het vasten zijn, nemen we in de middag afscheid van Cannes, na een heerlijke vakantie.
Mijn auto was niet groot genoeg voor het hele gezin met drie kinderen, twee zoons, een pleegdochter en heel veel bagage. Daarom vloog mijn echtgenote Tamara terug naar huis.
Het was al bijna donker toen we bij een tankstation stopten om te tanken en frisdrank te kopen. De kinderen waren moe en bleven in de auto zitten.
Ik ging de supermarkt in en liep drie jonge Jesjiva-bochrim tegen het lijf, die ook hun inkopen deden.
Nog een uurtje dan mogen we eten, zo sprak ik ze aan in het Ivrit. Nee, was hun antwoord, wij moeten van onze Rebbe nog een uur langer vasten. Ik keek ze met grote verbazing aan. Wat heeft dat voor betekenis? Waar komen jullie vandaan? We komen uit Aix-en-Provence en zijn onderweg naar Parijs.
Ik zei dat ze veel sneller rechtstreeks naar het Noorden hadden kunnen rijden. Ja, we zijn fout gereden. Maar G’D heeft ons hierheen gestuurd en wellicht met een bedoeling. Ik vertelde hen dat er noodweer was op de route naar Parijs vanuit Aix. Delen van de snelweg waren overstroomd en afgesloten. G’D heeft hen naar de juiste, veilige weg gestuurd.
Kabbalistische Jesjiewe
Op wat voor een Jesjiewe leren jullie? Wij wonen in Parijs en leren in een Kabbalistische Jesjiewe. Ik keek ze verwonderd aan. Daar zijn jullie veel te jong voor zei ik. Je mag pas Kabbala bestuderen na je veertigste levensjaar.
De basis Kabbala mag je ook als kind leren en de hogere Kabbala na je veertigste jaar was hun antwoord. Weer wat geleerd, dacht ik. Meneer, mogen wij u iets vragen? Mijn antwoord was, je mag me álles vragen, maar ik weet niet of ik op al jullie vragen antwoord kan geven.
Slechts één vraag. Bent u in het bezit van de Zohar?*
Nee, was mijn antwoord, ik heb geen Zohar in huis. Ze vroegen beleefd of ik met hen mee wilde gaan naar de parkeerplaats waar hun camion stond. Ik liep mee.
We komen bij hun vrachtwagen aan. Ze gooien de achterdeuren van de laadruimte open, waar een grote doos staat. Dit zijn de 33 delen van de Zohar. Die moet u van ons kopen. U ziet, we hebben nog een doos over.
Aramees en Hebreeuws
In welke taal is dat geschreven, vraag ik. Met Engelse vertaling? Nee, in het Aramees en Hebreeuws. Dat is te moeilijk voor mij. U moet gewoon beginnen met lezen, uiteindelijk gaat de tekst zelf voor u spreken, u gaat het begrijpen, ook zonder de vertaling.
Wat kost die verzameling? Vijfhonderd dollar. Ik begon te rekenen, per boek is dat niet zoveel.
de Zohar in de boekenkast van de auteur
Accepteren jullie een cheque van mijn Amerikaanse bank? Geen probleem. Ik zei dat ze naar mijn auto moesten rijden, die op een ander deel van de parking stond.
We kwamen bij mijn auto. Mijn kinderen waren al ongerust. Papa waar was je zo lang? Jullie moeten helpen uitpakken. We moeten 33 boeken in de overvolle auto kwijt.
Papa je bent gestoord.
Uitbundig gedanst
De auto is overvol. Die boeken konden er eigenlijk niet bij. De kinderen spelen het klaar samen met de Jesjiewe-leerlingen al die boeken een plek te geven. We geven onze namen op, de jongens vormen een kring om ons heen. De keppels gaan op, we worden gezegend en er wordt uitbundig gedanst en gezongen midden op de parking. Na twintig minuten gaan we als vrienden uit elkaar.
Een ervaring en een Zohar rijker.
G’D had de jongens toch met een bedoeling de andere richting op gestuurd.
* De Zohar, schittering of uitstraling, is een groot en wellicht het belangrijkste Kabbalistische werk, een verzameling van commentaren op de Torah en Tenach toegeschreven Shimon Ben Jochai. Op Lag Ba’Omer wordt jaarlijks op zijn graf gedanst in Meron, Israel. (Afgelopen week, 9 april, was het op de drieëndertigste dag van de Omertelling ofwel Lag Ba’Omer, waarmee de rouwperiode na Pesach eindigt.)
cover illustratie Françoise Nick
Geef als eerste een reactie