Als we het handjevol witmarmeren grafmonumenten even buiten beschouwing laten, dan lijkt het echt net alsof de dood op Zeeburg een grote gelijkmaker is geweest. De grauwe zerken van Belgisch hardsteen met hun sobere teksten onthullen niets van de verscheidenheid in lotgevallen en levenskeuzes die het leven van de mensen die hier rusten zijn unieke vorm gaven. Om van de naamlozen wier zerk in de oorlog geroofd is of die er nooit een hebben gehad maar te zwijgen.
Niet voor niets wordt Zeeburg nog altijd als ‘begraafplaats der armen’ bestempeld. Ondanks dat alles is het soms toch mogelijk om dwars door zo’n grijsblauwe zerk naar het verleden te kijken en de kleuren van een individueel mensenleven te zien.
Toen ik mij in het voorjaar van 2022 een weg baande door de dorre bramen naar een staande zerk, die zeker 35 jaar door niemand meer gelezen was, voelden mijn voeten een onverwachte stevigheid in de drassige bodem. Bij nader onderzoek bleek daar een omgevallen zerk te liggen, die toebehoorde aan een zekere Samuel Levie (later ook Salomon Louis) Ries (zijn Hebreeuwse naam luidde Zanwil ben Leib levi Wiener), overleden te Lisse op 5 januari 1872. Hij was geboren te Amsterdam in 1792 (of 1796) als zoon van Levie Hartog Ries en Beletje Samson (ook Bloeme Samuel).
Uit oude notariële akten blijkt dat de familie Ries niet bijzonder vermogend was, maar ook beslist niet arm. Grootvader Hartog Levie Ries ondertekende met een prachtige tweetalige handtekening.
Bij het overlijden van zijn vader in 1820 was Samuel 28 jaar en zonder beroep, maar bij zijn huwelijk in 1831 is hij al ‘rentenier’. Dat betekent vermoedelijk niet dat hij zonder iets te doen van een vermogen kon leven – eerder dat hij zich bezig hield met handel in aandelen en vastgoed. Nog eens tien jaar later is hij zonder meer rijk te noemen, maar daarover later meer. In zijn jonge jaren lijkt Samuel Ries een soort avonturier te zijn geweest. Uit sporen in kranten en archieven geeft hij blijk van reislust en een onconventionele houding. Hij wordt verliefd op een meisje dat in meer dan één opzicht niet voor hem bestemd is: zij is niet van zijn stand, want slechts een eenvoudige naaister, en ook op godsdienstig vlak zijn zij voor elkaar geen goede partij. Wat moet een Joodse jongeman met een katholiek meisje?
Anna Fiander (later Viander), dochter van de Parijzenaar Jean Baptiste Nicolas Fiander en Anna Elisabeth Brouwer, werd geboren op 23 juli 1796 en gedoopt in de Franse Kapel. Op 19 november 1817 bevalt zij, geholpen door stadsvroedvrouw Wijntje de Wit, van een dochter, die Anna Rosalia Fiander genoemd wordt. Pas in november 1829 wordt zij bij akte erkend als te zijn verwekt door Samuel Levie Ries en ruim een jaar later treden haar ouders in het huwelijk. Zij blijft enig kind en geniet een goede opvoeding, waardoor zij al jong haar talenten op het gebied van beeldende kunst kan ontplooien. Wanneer zij pas 18 jaar oud is exposeert zij in Den Haag. Maar al snel slaat het noodlot toe en Rosalia ontwikkelt een longziekte, waaraan zij op 15 december 1841 in Montpellier overlijdt.
Haar ouders zijn ontroostbaar. Zij keren terug naar Nederland en laten het lichaam van hun dochter met veel moeite repatriëren. Terwijl daaraan gewerkt wordt koopt Samuel Louis Ries een buitenplaats in Sambeek, waar hij een grafkelder laat metselen. Het is de bedoeling dat haar ouders “de ons nog overblijvende bittere dagen zullen slijten in het dagelijks bezoeken van haar graf.” Het landgoed krijgt de naam Rosalia’s Rust.
Vader Ries vindt echter geen rust in het treuren om zijn dochter. Zijn vrouw en hij blijven slechts vier jaar in Sambeek wonen en gedurende die tijd vertoont hij een koortsachtige activiteit in het verwerven van steeds meer grond in de omliggende streek. Via Utrecht en Haarlem komt het echtpaar tenslotte in Lisse terecht.
Rosalia blijft in het zuiden achter. De grafkelder is er nog steeds maar haar lichaam is overgeplaatst naar een katholieke begraafplaats in Beek-Ubbergen.
Van de laatste levensfase van haar ouders is niet veel bekend. We weten slechts dat zij beiden in 1872 kort na elkaar overlijden. Samuel Louis Ries wordt op Zeeburg begraven en krijgt een nette, maar weinig opzienbarende zerk. Was het zijn wens om Joods begraven te worden en wie heeft daarvoor gezorgd? Hoe waren de contacten tussen zijn vrouw en haar Joodse schoonfamilie geweest?
Sara Levie Ries, een zus van Samuel, was getrouwd met David Samson van Gelder, met wie zij dertien kinderen kreeg. Een Mozes van Gelder, van wie de laatst bekende verblijfplaats Chicago was, wordt nog in 1874 per advertentie gezocht in verband met de afwikkeling van de erfenis van het echtpaar Ries-Viander.
Over die erfenis is nog iets te zeggen, dat mij bijzonder trof: Anna Ries-Viander blijkt per testament een paar schenkingen aan de armen van Lisse te hebben gedaan. Daarbij toont zij een ruimdenkendheid die haar tijdgenoten verwonderde. De armen van de Hervormde Gemeente kregen een even groot bedrag toebedeeld als die van haar eigen Rooms Katholieke Kerk. Wij kijken daar misschien niet meer zo van op, maar destijds was dit bijzondere ‘gemengde huwelijk’ haar tijd ver vooruit. Wat mij betreft kan onze tijd ook nog van hen leren: respect voor elkaars (religieuze) eigenheid zonder hoge muren op te trekken lijkt mij nog steeds een groot goed.
Voor dit stukje heb ik dankbaar gebruik gemaakt van een uitgebreid artikel door René Klaassen, dat u hier kunt vinden.
cover illustratie Françoise Nick
Mooi verhaal Channa, wat een werk om dat allemaal uit te zoeken
Blijkbaar bestaan er toch nog veel misverstanden over Zeeburg. Het was inderdaad zo dat volwaardige leden (met geld om het lidmaatschap te betalen) op Muiderberg werden begraven. Maar volgens mij werden mensen die storven (ook balbattim) op een dag, dat begrafenis niet snel meer in Muiderberg kon plaatsvinden (vrijdag, volgende dag feestdag) op Zeeburg begraven. Ook veel kinderen van lidmaten. Dus volgens mij kun je daar uit alle sociale klassen mensen aantreffen.