Ongeveer veertig jaar geleden kwam ik voor het eerst op het Duitse eiland Sylt. Het is een schitterend waddeneiland, ten noorden van Hamburg vlakbij de grens met Denemarken. Niebüll is de noordelijkste plaats voordat je de autotrein pakt naar Westerland, de hoofdstad van Sylt. Het eiland was voor de oorlog voor Joden verboden, ze waren er niet welkom.
De treinreis duurt ongeveer dertig minuten. De trein rijdt over een smalle dijk door de Noordzee van het vasteland naar het eiland. Het landschap is betoverend. Het is één groot duingebied met zand en groen begroeide heuvels. Tussen de heuvels in staan in duinkommen fantastische villa’s met rieten daken en eromheen prachtig onderhouden tuinen.
Beroemde Duitse zangers
De Duitse adel, bekende artiesten en gefortuneerde industriëlen bezitten daar grote villa’s en landgoederen. Er zijn verschillende dorpjes op het eiland, eerdergenoemd Westerland met een klein vliegveld en het beroemde dorp Kampen met prachtige winkels, bekende restaurants en bars met terrassen. Als je de beroemde Duitse zangers wil ontmoeten, moet je op Sylt zijn in de bars van Kampen.
Antiekwinkel in Kampen op Sylt
Er is een antiekcentrum in een botenhal, waar gedurende de winter boten worden gestald. Ik kom de hal binnen en wordt aangesproken door een antiekhandelaar. Jij bent toch Joods? Lees je ook Hebreeuws? Ik bevestig beide vragen. Ik heb een Joodse trouwakte te koop, is dat wat voor jou?
Ik zeg laat maar zien, als hij oud is en leuk versierd, heb ik belangstelling. Hij loopt naar zijn stand en haalt een mooi versierde, kleurrijke ingelijste Ketoeba tevoorschijn. Hij is antiek, zegt de handelaar, uit 1860.
Officiële akte
Dat kan ik zo controleren want het is een officiële akte en daar staat een Hebreeuwse datum in. Ik lees de akte door en kom bij de datum, die ik moet omrekenen van de Joodse naar de Nederlandse datum.
Ik zeg, ik moet je teleurstellen, hij is in 1890 opgesteld. De man begint te vloeken, dat kan niet, ik weet zeker dat hij uit 1860 komt, dat is mij verzekerd. Wat moet je ervoor hebben, vraag ik. Ik wilde daar oorspronkelijk duizend Mark voor vragen. Dat betaal ik niet. Ik heb er DM500 voor betaald, zegt de handelaar. Ik vraag hem: mag ik je ook verlies bieden? Nee, dan verkoop ik hem niet. Dan betaal ik je DM550, pak hem maar in.
Vergissing
Ik ben weer thuis na een goede reis vanuit Sylt. Ik zet mijn aanwinst tegen de muur op vrijdag. Sjabbatochtend, voordat ik naar sjoel loop, kijk ik nog eens naar mijn mooie Ketoeba. Hij ziet er toch ouder uit, denk ik. Ik reken de datum nog eens na. Verdorie, de handelaar had gelijk, ik heb een vergissing gemaakt. Ik moet op de een of andere manier mijn fout aan hem doorgeven, hem wellicht wat meer betalen, maar belangrijker is dat hij zijn leverancier niet valselijk kan beschuldigen. De handelaar vond mijn excuses heel sportief en ik hoefde niets bij te betalen.
Plotseling krijg ik een ingeving. Mijn ouders woonden in Jeruzalem en namen wel eens een cadeau voor ons mee. Ik duik mijn bibliotheek in en trek een groot boek van de plank met facsimile Ketoebot uit de collectie van het Israel Museum. Een mooi boek dat ik ooit van mijn ouders cadeau kreeg. Je bladert het een keer door en het verdwijnt tussen de vele andere boeken in de boekenkast. Ik geloof mijn ogen niet.
The Ketuba : Jewish Marriage Contracts through the Ages / David Davidovitch ; Foreword, Cecil Roth, Tel-Aviv, 1968; rechts de Ketoeba uit Sylt, collectie Goldstoff
Bruid en bruidegom
Op de hardcover van het boek prijkt mijn Ketoeba. Ik blader snel het boek door en vindt de Ketoeba met beschrijving afgebeeld. De namen van de bruid en bruidegom zijn anders, de handtekeningen van de ediem, de getuigen, en rabbijn zijn gelijk aan die op mijn Ketoeba. De kunstenaar heeft verschillende ketoebot gemaakt voor huwelijken in die periode, uiteraard zijn er dan andere namen op een ketoeba.
Nog dankbaarder
Ik kan me niet meer herinneren of ik mijn ouders ooit heb verteld over de door mij gekochte Ketoeba van hun boekomslag. Ik ben mijn ouders achteraf nog dankbaarder voor het schenken van dit fraaie boek.
cover illustratie Françoise Nick
Weer een prachtig verhaal, Ephraïm