De kruimels worden weggeveegd, de seiderschotels afgestoft en de matses ingekocht. Pesach komt eraan, en dat willen onze auteurs weten. Het ene na het andere Pesachverhaal stroomde binnen.
Verder trok onze aandacht de vraag Gaat het over ons? Eindelijk wordt het debat over 4 mei geopend. Nog nimmer kwamen er zo snel zoveel reacties binnen als op het artikel van regisseur Alfred Edelstein over deze tv-film, afgelopen woensdag uitgezonden op NPO 2.
Wie herdenken we eigenlijk op 4 mei? Zijn het de slachtoffers van de Duitse rassenwetten? Of worden juist deze mensen weggeduwd voor al die andere groepen die een krans verdienen? Het zijn moedige vragen die eindelijk worden gesteld en iets blootleggen over het gebrek aan zelfreflectie bij de Nederlandse overheid over de jaren ’40-’45.
Verzetsstrijder Frieda Belinfante hield het na de oorlog niet uit in het kille Amsterdam waar de isolering en verdwijning van het joodse volksdeel werd weggestopt. Frieda emigreerde naar de Verenigde Staten waar ze haar carrière als dirigente kon voorzetten zonder last te hebben van het sluimerende antisemitisme.
Aanslag op het Bevolkingsregister
Kort voor haar dood in 1995 sprak Toni Boumans met Belinfante. Ze maakte een film over haar spannende leven en schreef later haar biografie. Deze maandag 27 maart sprak Boumans bij de herdenking van de Aanslag op het Bevolkingsregister, dit jaar tachtig jaar geleden. Het was Frieda die de verzetsgroep van Willem Arondeus en Gerrit van der Veen aanspoorde het bevolkingsregister, met al die J’s op de persoonsbewijzen, op te blazen. Meisje zijnde mocht Frieda niet meedoen, maar staand op het dak van haar onderduikplek wist ze dat het gebouw in vuur en vlam stond. In dit verhaal van Toni Boumans is de video opgenomen die vorig jaar werd gemaakt over deze moedige verzetsvrouw.
Socialistisch verzet
Frieda Belinfante wist: ‘Als je de eerste stap accepteert omdat het niet zoveel kwaad kan volgt de tweede, en voor je het weet ben je medeplichtig.’
Rosey Pool, een andere moedige joodse vrouw die in de vergetelheid is geraakt, deelde die mening. Rosa Eva Pool nam deel aan het socialistisch geïnspireerde verzet en was zich al ruim voor de oorlog bewust van het aanstormende gevaar. Opgepakt en weggevoerd naar Westerbork wist ze te ontsnappen en ontkwam zo aan de ‘Endlösung’.
Na de oorlog hield ze het, net als Frieda Belinfante, niet uit in Nederland. Ook zij vertrok naar de Verenigde Staten waar zij zich verdiepte in de Afro-Amerikaanse literatuur. Lonneke Geerlings schreef een dikke biografie over deze bijzondere vrouw die al in de jaren vijftig zag dat de racistische bejegening van de Afro-Amerikanen vergelijkbaar was met het Europese antisemitisme.
De Amerikaanse journaliste Nina Siegal, al geruime tijd wonend in Amsterdam, verbaasde zich erover dat zovele oorlogsdagboeken lagen te verstoffen in het NIOD-archief. Ze diepte ze op en schreef er een lijvig boek over. Yvonne Twisk was bij de presentatie en plaatst Siegals boek in een lange reeks Amerikaanse auteurs die de Nederlandse geschiedschrijving verrijken.
Draagtijd slangen
Niet alleen oorlog, herdenking en Pesach deze week. Albertina Oegema, onderzoeker rabbijnse parabels, doet verslag van een congres in Utrecht over rabbijnse literatuur waar specialisten uit de hele wereld op af kwamen. Is dat niet bijzonder? In wetenschappelijke kring wordt gespeurd naar rabbijnse vragen als Wie is het beste bekend met de draagtijd van slangen? Om beter grip te krijgen op het ontstaan van het christendom. Echt waar, lees en geniet.
Onze Midden-Oosten correspondent Salomon Bouman ziet hoe Netanyahu zich in bochten wringt om het land niet te laten exploderen.
Pesach komt eraan
Ralph Levie stelt zich een slavernijmuseum voor geheel gewijd aan onze tijd in Egypte. Hilarisch, en verwijzend naar actuele discussies, maar zo gek nog niet als je bedenkt dat de bevrijding uit de slavernij ongeveer 3500 jaar geleden binnenkort in de hele wereld wordt herdacht aan de seidertafel met verhalen alsof het pas enkele generaties geleden was. Die verhalen voeden ons collectieve geheugen en waarschuwen, van generatie op generatie, voor de gevaren van dictaturen.
Jechezkel Frank vraagt zich af waarom de slechterik van de vier zonen direct na de wijze wordt genoemd, een van die vaste verhalen aan de seidertafel. Zou die slechte zoon niet helemaal achteraan moeten komen? Frank, die sommigen nog kennen van zijn tijd als madriech van Bne Akiwa, komt met zijn grote kennis van de bronnen tot de conclusie: De slechterik is zo slecht nog niet omdat hij intelligente vragen stelt.
Ephraïm Goldstoff herinnert zich een verhaal over een wel heel bijzondere hagada die opdook op een Amsterdamse veiling. Een hagada die in een handpalm past, maar de begeerte opriep van elke verzamelaar.
In de parasja van deze bijzondere sjabbat HaGadol (de grote sjabbat voorafgaande aan Pesach) stelt Talmoedkenner Igra Ramma de vraag waarom profeet Elijahoe, voor wie we een extra stoel klaarzetten aan de seidertafel, zo luidruchtig spreekt.
Op de berg Chorew spreekt God Elijahoe aan op zijn scherpe woorden. Daar leert God Elijahoe meer sympathie voor de mensen te hebben. Hij laat zien dat de goddelijke geest niet te vinden is in donder, noch in harde geluiden, noch in grootse wonderbaarlijke daden, maar eerder in de befaamde kol demama daka – het geluid van een zachte stem.
Spreek met zachte stem, laten we dat onthouden deze Sjabbat HaGadol.
gut sjabbes & een chag sameach Pesach
Geef als eerste een reactie