Gaat dit over ons? Documentaire kritisch over Nationale Herdenking 4 mei

Kijktip

Ieder jaar staat Nederland op 4 mei stil bij de verschrikkingen van oorlog en vervolging. Echter, de achterban van vervolgingsslachtoffers stellen inmiddels kritische vragen bij deze Nationale Herdenking. In de documentaire Gaat dit over ons? Herdenken in Nederland Polderland geven Joden, Roma en Sinti en leden van de Nederlands-Indische gemeenschap hun kijk op het Nederlandse herdenkingsbeleid sinds 1946.

De film zoomt in op de geschiedenis van de Nationale Herdenking en hoe de overheid de loftrompet liet schallen over de verrichtingen van gesneuvelde militairen en verzetsstrijders. Terecht natuurlijk, maar tegelijkertijd werd het leed van de belangrijkste slachtoffergroepen stelselmatig genegeerd.

Voor het uitzonderlijke leed dat de Joden, de Roma en Sinti was aangedaan bleek geen enkele ruimte. Bij de georganiseerde plechtigheden werden Joodse- en Roma en Sinti slachtoffers van de vervolging doelbewust vergeten. De Joden werd min of meer het zwijgen opgelegd en de kaalslag in de Roma en Sinti gemeenschap werd al helemaal niet erkend, laat staan herdacht. En ook de Indische Nederlanders die het Jappenkamp overleefden en vanaf eind jaren veertig in Nederland belandden, konden niet rekenen op al te veel begrip van de staat.

Steeds breder

Vervolgens werden de plechtigheden steeds breder opgezet zoals de herdenking van Nederlandse militairen die waren omgekomen bij oorlogen en vredesoperaties ver na de Tweede Wereldoorlog. En zo begonnen de vergeten groepen na verloop van tijd hun eigen herdenkingstradities, in eigen kring en op andere dagen dan 4 mei.

Voor Joodse Nederlanders vertegenwoordigen de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust op 27 januari en Jom Hasjoa inmiddels vaste waarden.

Robert Vuijsje in Gaat het over ons? screenshot uit documentaire

Woordvoerders uit de Joodse gemeenschap, die van de Roma en Sinti en de Nederlands-Indische gemeenschap vertellen in de documentaire waar naar hun mening de schoen wringt.

We zien de schrijvers Marcel Möring, Robert Vuijsje en de directeur van het Joods Museum Emile Schrijver. Namens de Roma en Sinti spreekt mevrouw Lalla Weiss, namens de Nederlands-Indische gemeenschap horen we San Fu Maltha.

In 1952 geen herdenkingsmonument Joodse slachtoffers

Onze hoofdstad, vroeger het Jeruzalem van het Westen, maakte geen uitzondering op het landelijke beeld. Eind jaren veertig beijverden Joodse initiatiefnemers zich voor de oprichting van een herdenkingsmonument voor de Joodse slachtoffers. Daarbij was hun oog gevallen op de ruimte tussen de beide synagogen uitkijkend op het Jonas Daniël Meierplein. Maar hun inspanningen bleken vruchteloos. Het Amsterdamse stadsbestuur liet nooit meer van zich horen en ging in 1952 over tot de onthulling van een heel ander monument: De Dokwerker ter nagedachtenis van de Februaristaking van 1941. De nadruk op het verzet tegen de Jodenvervolging dat inderdaad uniek en indrukwekkend was geweest, kenmerkte de houding van de bestuurders en had het gewonnen van de nagedachtenis aan het enorme verlies binnen de Joodse gemeenschap en de stad Amsterdam.

Herdenken een noodzaak

Schrijver Marcel Möring spreekt in de documentaire de laatste woorden: herdenken is voor velen een behoefte, voor anderen, onder wie de Joden, een noodzaak!

trailer Herdenken in Nederland Polderland

De documentaire ‘Gaat dit over ons’ wordt woensdag 29 maart om 22.50 uur uitgezonden door de Joodse Programmering van de EO op NPO 2.

Over Alfred Edelstein 6 Artikelen
Alfred Edelstein is eindredacteur van de Joodse Programmering van de EO. Deze redactie ontstond in 2016 na de opheffing van de kleine levensbeschouwelijke omroepen door het Kabinet Rutte II, waaronder de Joodse Omroep. Eind jaren zeventig begonnen als radioverslaggever, bereikte hij o.m. via een journalistieke post op het Haagse Binnenhof in 1992 de wereld van de documentaires.

21 Comments

  1. Ik heb 4 mei nooit gezien als de herdenking van de Shoah, voor mij is dat Jom Hashoa. Wat 4 mei wel voor mij betekent, het is de herdenking van alle burgers en militairen die zich hebben ingezet in de strijd om Nederland te bevrijden en voor de burgers die onschuldig het slachtoffer zijn geworden van het oorlogsgeweld, in het hele Koninkrijk der Nederlanden. Wat het voor mij niet is, de herdenking van alle oorlogen en vredesmissies waar Nederlanders gesneuveld zijn. Dat zou je prima kunnen koppelen aan veteranendag. Of eindelijk eens een nationale herdenking en feestdag instellen voor de Nederlandse onafhankelijkheid van Spanje en daar alle andere militaire acties aan koppelen.

  2. Ik denk ook aan de unnutze Esser. Een groep die we niet horen; ernstig zieken, gehandicapten, ouderen. In Nederland werden mensen om zeep gehgolpen omdat zij en Joods waren en unnutze Esser. Mijn stelling is nog steeds Joden waren niet geintegreerd anders had dit alles nooit kunnen gebeuren. Voor de Roma en Sinti waren de gevolgen nog rampzaliger konden nog minder op bescherming rekenen.

  3. Waarom zouden we ons hierover verbazen? Waarom zou er na eeuwenlange vervolging en discriminatie ineens iets veranderen? Je kunt dat fatalistisch noemen, je kunt het ook realistisch noemen.
    Iets anders is dat ook Joden deel uitmaakten (en uitmaken) van de Nederlandse overheid. Denk alleen al aan de Joodse burgemeesters en wethouders van Amsterdam. Zij pasten zich kennelijk aan, om wat voor reden dan ook. Als er al kritiek geleverd moet worden, dan op de Joodse politici en bestuurders. Zij vertegenwoordigen immers — willens en wetens — ook de Joodse Nederlanders.

    • Indrukwekkende documentaire , geeft zeer treffend weer zoals onze samenleving in elkaar zit. Schokkend maar dat wisten we toch al, niets nieuws onder de zon. De Duitse samenleving, de tweede generatie leeft met een enorm schuldgevoel wat hun Joden is aangedaan tijdens de shoa, dat leeft in Nederland totaal niet. Hier heeft de overheid en de Joodse gemeenschap nog een grote taak om keihard duidelijk te maken dat het om de Joden en Roma en Sinti gaat en om niets anders. Het is onacceptabel dat er nog steeds op scholen geweigerd wordt om de geschiedenis van de Shoa niet uitgebreid te doceren. Dan moeten die scholen gesloten worden. Wie maken er de dienst uit de schoolleiding of de ouders?

  4. Met niet Joodse familieleden en hun vrienden die het vernietigingskamp Neuengamme (“Vernichting durch Arbeit) niet hebben overleefd plus de manlijke bevolking van het dorp PUtten heb ik het gevoel dat juist dit leed wordt vergeten door de eenzijdige Joodse aandacht die aan de holocaust is gegeven. Overigens is de Dokwerker ook een eerbetoon aan de Joden die meewerkten aan de Februaristaking, zoals Rosa Boekdrukker, Leendert Schijvenschuurder, Gerrit Blom.

  5. Na de uitzending te hebben bekeken is dit mijn reactie:
    Veel te weinig nadruk gelegd op de eis het HERDENKEN van de Joodse vermoorden in de 4 mei herdenking een centrale plaats te geven, zonder de nagedachtenis van anderen te verdringen. Dat kan niet moeilijk zijn voor goede programmamakers.
    Koning Willem Alexander komt een pluim toe voor zijn woorden op 4 mei 2022. Beter veel te laat dan …

  6. Inderdaad, een bijzonder indrukwekkende documentaire die vertelt wat velen van ons allang wisten en weten: Nederland schoot dramatisch tekort bij het beschermen of zelfs het verbergen van Joodse medeburgers. Het is niet toevallig dat “de” koningin tijdens 5 jaar bezetting vrijwel geen woord ter bescherming van de Joodse medeburgers heeft uitgesproken vanuit het veilige Engeland. Het is niet toevallig dat dit kleine landje tienduizenden mannen heeft geleverd voor meevechten met de nazi’s. Evenmin toevallig dat vele duizenden (!) mannen, vrouwen én kinderen zelfs zijn verraden voor een paar rotcenten. Verraden betekent vermoord.
    En hoe zullen de 1 miljoen islamitische jongeren (en ouderen) anno nu worden voorgelicht over de Shoah die Nederland zo heeft getroffen. Op veel scholen is dit al n hachelijk onderwerp. Nee, excuses in 2020 (75 jaar NA) is veelzeggend. Een kleine maar belangrijke stap in de goede richting zou zijn als de huidige minister van Onderwijs de Holocaust een verplicht onderdeel van het eindexamen maakt.

  7. Walgelijke vertoning dat comité 4 en 5 mei, maar wat wil je, opgericht bij Koninklijk Besluit. Dezelfde kliek die geen joodse vluchtelingen te dicht bij het paleis wil, direct bij het uitbreken van de oorlog naar Engeland vlucht, het handje van “Willemien” dat de nazigroet brengt op een fascistenfeestje om nog maar te zwijgen over respectievelijk prins Bernhard en Claus. Dus nee, geen aandacht voor 102.000 vermoorde joodse nederlanders, waarvan Juliana, veilig in Engeland, al in 1942 wist dat ze werden vergast.
    Joden, Roma en Sinti waren slachtoffers, zij hadden geen keus.
    Zij zijn gekozen om uitgemoord te worden.
    Militairen hebben altijd een keus, ze tegelijk herdenken met deze slachtoffers.. hoe haal je het in je hoofd!
    Boycotten die schertsvertoning op de Dam!

  8. Nee, het gaat niet over ONS, n.l., de groep Joden, Sinti en Roma die slachtoffer waren van de Shoa. Het gaat niet alleen maar over de Shoa als gegeven. Dat vind ik kwalijk.
    WIJ, als eenheid, zijn niet gehoord, worden niet gehoord en zullen niet gehoord worden.

  9. De tweede wereldoorlog (en alle facetten daarvan) behoort te worden herdacht op een exclusieve manier, zonder verwijzing naar vredesmissies en andere militaire acties daarna.
    Dat de Jodenvervolging een extreem groot deel uitmaakte van de oorlog en dat de Nederlandse overheid,in verhouding tot andere Europese landen, inclusief het koningshuis, het meeste heeft bijgedragen tot de vervolging van de joodse burgers,is misschien wel de oorzaak van het afzwakken van de dodenherdenking.Ook de “ontvangst” van joden die terugkeerden na de oorlog speelt hierbij een rol.
    Ik bespeur de laatste jaren toch wel meer aandacht voor dit vraagstuk. Femke Halsema en ook onze koning geven blijk van inzicht en aandacht.
    Maar 4 en 5 mei behoren uitsluitend over de tweede wereldoorlog te gaan, dat is juist voor toekomstige generaties belangrijk.
    En aan alle andere gevallenen daarná zal meer recht worden gedaan met een herdenking op een ander moment.

  10. -Dit eerste deel van de documentaire schakelt wat rommelig tussen heden en verleden en is niet erg duidelijk over hoe het idee achter de huidige manier van herdenken op 4 mei precies wordt geformuleerd door het comité 4&5 mei.
    -Wat echt niet correct is, is dat in dit deel wordt gesuggereerd dat men in Duitsland direct na de oorlog zich al is gaan afvragen ‘hoe dit alles heeft kunnen gebeuren’ alsof daar geen lange periode van ontkenning en zwijgen plaatsvond.
    -Een troost: Wat ik de laatste jaren heb gemerkt is dat o.a. kunstenaars en mensen uit het onderwijs zijn gaan vinden dat de herdenking op 4 mei om aanvulling en een maatschappelijk antwoord vraagt aan alle tijdens WOII vervolgde Nederlandse slachtoffers en dat daar het landelijke initiatief ‘Theater na de Dam’ een heel goed voorbeeld van is.

  11. Prima documentaire maar het schokte me niet. Ik ben nog net van de generatie die de “ontvangst” na de oorlog heeft meegemaakt. Niet dat ik direct de koelte merkte, uiteraard niet, ik was een kind van net 6 jaar. Maar wel herinner ik me maar al te goed dat de Sjoa onbespreekbaar was. Het was of de overlevenden zich schaamden voor wat ze hadden ondergaan.In de Bergstichting, waar ik van mijn 12de tot mijn 18de jaar inwoner was, was de Sjoa een absoluut taboe. Ik was daar met minstens 100 andere wezen en ik kan me niet herinneren dat er ooit over de Sjoa gesproken werd. Wel werden we op 4 mei opgetrommeld om in Laren de oorlog te herdenken. Niet onze oorlog, welnee, iets onaangenaams dat het moedige Nederlandse volk was aangedaan. Zo’n 75 jaar na de bevrijding lukte het me om van de gemeente Den Haag de Onroerend-Goed-Belasting terug te krijgen die was ingevorderd uit de nalatenschap van mijn vermoordde ouders. Er moeten honderden van dit soort invorderingen zijn geweest, toch zijn er slechts 6 terugbetalingen geweest. (we netjes rekening houdend met de inflatie Hfl x 13 in euro’s) ‘Er waren wel meer aanvragen maar die mensen konden het niet bewijzen,’ vertelde de wethouder me toen. Tja, voor mijn broer en mij was het een minieme genoegdoening. Het 4-mei comité is voor mij volkomen irrelevant. Toch gaat onze familie ieder jaar op 4 mei trouw even naar de herdenking op de Amsterdamse Apollolaan. Dat is nu eenmaal in mijn buurtje een sociaal gebeuren. Maar herdenken? Ach, daarhenen we geen 4 mei voor nodig, dat doet onze generatie nog iedere dag.

    • Daarhenen moet natuurlijk zij: daar hebben… Maar dat hadden de intelligente lezers van deze website a begrepen
      l

  12. Voor mij is 4 mei inmiddels een diffuus geheel geworden. Er wordt inderdaad zoveel herdacht dat je niks meer herdenkt. Dat de herdenking wel degelijk een grote maatschappelijke waarde heeft, blijkt uit de enorme opkomst van jong en oud. Dan zet ik mijn persoonlijke opvattingen maar opzij in het belang van het grotere geheel. En natuurlijk om te blijven tonen dat wij, de Joodse gemeenschap, deel uitmaken van dat geheel. En ja, daar heb ik mijn eigen gedachten bij. Ik vind dit een goede documentaire, omdat de geschiedenis van het herdenken van WOII en het voorbijzien van de in wezen belangrijkste groepen heel erg duidelijk neergezet is. In dat kader moet ik denken aan de woorden van de vorige voorzitter van het Comité 4/5 mei dat het om een dodenherdenking gaat en niet om een jodenherdenking. Wranger is de kern van wat er mis is met deze herdenking niet weer te geven.

  13. Jammer deze ‘documentaire’ die ik geen documentaire vind. Ik heb er meerdere gemaakt in mijn leven met name over alles rondom WOII en ik heb me de hele uitzending afgevraagd waar ik nu naar zat te kijken. Wat is de boodschap van deze uitzending? M.i. alleen dat datgene wat de lang vergeten groep Roma en Sinti is overkomen, bijzonder goed verwoord ook. De rest van wat iedereen te vertellen had was meer van hetzelfde, te veel woorden met te weinig inhoud. Die lading dek je toch nooit. Joods Nederland is hier niets wijzer van geworden, laat staan niet-Joods Nederland. Hoe goed bedoeld ook, op dit soort uitzendingen heeft werkelijk niemand zitten wachten. Sterker nog, het bevestigt het feit dat, hoe lang we ook ons best blijven doen duidelijk te maken dat het moeilijk leven is met vermoorde familieleden niet uit te leggen is. Als dat na bijna 80 jaar niet is gelukt dan gaat het nooit meer lukken. Het enige wat we kunnen doen is, zoals ik ook doe, educatie. Lessen op school geven als Westerbork docent. Dat zijn de verhalen die raken, bedoeld voor de mensen die nog een leven voor zich hebben en daar wat van leren. Waarom gaan alle deelnemers aan jullie docu dat niet doen? Dan hebben ze een stem die gehoord wordt.

  14. WAAROM EIGENLIJK HERDENKEN?
    Wat is de zin en reden om te herdenken, om een jaarlijkse – nationale – herdenking bij te wonen op 4 mei, waarbij alles en iedereen het onderwerp van herdenking is in relatie tot de Tweede Wereldoorlog en vele andere oorlogen en interventies nadien?
    Overigens, herdenken we ook de dienstplichtige soldaten, waaronder joodse jonge mannen die de oorlogsgruwelen overleefden, uitgezonden tijdens de politionele acties en de Indonesiërs die vochten voor hun vrijheid?
    Overigens, waarom dan niet ook de Nederlanders die sneuvelden tijdens de Spaanse Burgeroorlog tegen het fascisme van Franco? Waarom horen die hier niet bij? Een aantal die terugkeerden, zoals de joodse Sally Dormits, gingen al in 1940 in het gewapend verzet in Rotterdam en organiseerden onder andere de Nederlandse Volksmilitie.
    Ook mijn vader Cobie Frank en gelukkig heel wat anderen, over het algemeen linkse joodse Nederlanders, organiseerden zich in joodse knokploegen of gingen in het verzet.
    Na de oorlog moest ik als kleine jongen met vader mee naar de 4 mei herdenking op het Rotterdamse Stadhuisplein. Ik zat op mijn vaders schouders om wat te zien en vroeg wie die belangrijke mensen waren die vooraan stonden. “Dat is de burgemeester, dat is de rabbiin,”zei hij. “En die meneer met dat uniform?” “Dat is een hoge functionaris van de Rotterdamse politie. Die heeft jouw opa en oma in 1942 uit hun huis gesleept”.
    Herdenken heeft kennelijk heel verschillende redenen. Wat ik al vroeg leerde van mijn ouders en mijn hele leven in praktijk probeer te brengen is:
    Herdenken heeft weinig zin, als je de lessen uit de geschiedenis niet wil of kan trekken EN…. je je vervolgens niet actief inzet om alle vormen van discriminatie, antisemitisme, racisme, xenofobie, genderhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid te bestrijden.
    Voor mij betekent dit bijvoorbeeld me indringend bezighouden met ongewenste uitingen van voetbalsupporters in de Rotterdamse Kuip.
    Voor mij is herdenken vooreerst en vooral: je nu uitspreken en je nu actief inzetten tegen het vele onrecht om ons heen. Om in Feyenoordtermen te spreken: geen woorden maar daden!

  15. Robbert Baruch vindt de documentaire schokkend en ontluisterend. Het is een prima documentaire, maar ‘schokkend en ontluisterend’ veronderstelt dat het allemaal nieuw is. Voor Joden is het natuurlijk niet nieuw, en was het bekend hoe naoorlogs Nederland met de shoa en de herdenking ervan omging.
    De documentaire zou de indruk kunnen wekken dat er boos opzet was, een bewust plan om – tegen beter weten in- de verdwijning van 105.000 mensen – Joden dus – ondergeschikt te maken aan het verhaal van massaal verzet. Zo’n plan was er niet, de algemeen gevoelde/gewenste overtuiging was dat dit het verhaal was. Daar komt bij dat de regering vooral geen onderscheid wilde maken tussen Joodse en andere slachtoffers: dat onderscheid hadden de Duitsers nu juist gemaakt en dat wilde men koste wat kost vermijden. Wat tot het schandalige gevolg leidde dat gedeporteerde Nederlandse Joden die het overleefd hadden zelf hun terugkeer moesten regelen. Andere landen haalden hun Joden op, Nederland vond dat dit een “voorkeursbehandeling” zou opleveren en zag daarvan af.
    Het is dit hovaardig gedrag van de Nederlandse overheid – waarbij in naam van zogenaamde hogere principes de Joodse Nederlanders per saldo slecht zijn behandeld, “de kleine shoa” – dat een Comité 4 en 5 Mei blijkens de documentaire nog steeds parten speelt. Exemplarisch was het interview met de voorzitter van dat Comité- een gezeten overheidsdienaar, pak, das met 4 en 5 Mei motief, mooie politiek correcte volzinnen – die zuinigjes verklaarde dat “niet uitgesloten is” dat de wens van mevrouw Weiss “wellicht een keer” aan de orde kon komen. Zij representeerde in de documentaire de Sinti, de Zigeuners, die ook nu wel eens hun verhalen wilden vertellen. Maar zij waren al helemaal outcast en – waar Joden een zekere plek binnen Nederland hebben – zijn dat nog steeds. Haar gevoel van buitensluiting, van er niet bij mogen horen, werd eigenlijk nog eens met die neerbuigende uitspraak van de voorzitter van het Nationaal Comité, bevestigd. Dàt vond ik ontluisterend.
    Het Nationaal Comité zou eens bemenst moeten worden door vertegenwoordigers van de groepen die getroffen zijn, in plaats van die ijzeren ring van voor de hand liggende bestuurders en politici.

  16. Vond het een indrukwekkende documentaire en herhaling nooit verkeerd! Ja les op school over de holocaust en inzicht geven in processen die tot genocide kunnen leiden een must! Het begint in mijn optiek met een woord en kan leiden tot een massa moord! Gelukkig zie ik veel scholen het joods cultureel kwartier bezoeken en elk mens dat je hierdoor mee kunt nemen en empathie, alertheid en eventwaardigheid mee kan geven is er 1.

  17. De nationale Herdenking heb ik eigenlijk altijd al een onding gevonden. Te veel thema’s in één herdenking leidt onvermijdelijk tot vervlakking- en (mede) daardoor is er onvoldoende aandacht voor de bijzondere pijnpunten.
    Hetzelfde geldt voor de documentaire: te veel voor één film en daardoor te weinig diepgang.
    Wat ik miste: reflectie op onze ‘eigen’ Joodse aanpak: binnen Joods Nederland was en is lang niet altijd eenstemmigheid over hoe te herdenken. En in Mokum is alles anders dan in de mediene…

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*