Op 20 en 21 maart vond in Utrecht het tweedaagse symposium Understanding Judaism: New Approaches to Rabbinic Literature plaats. Hoofdgast was de internationaal vermaarde specialist in de geschiedenis van de Talmoed literatuur, prof.dr. Christine Hayes (Yale University). Aanleiding van het symposium was het door Christine Hayes geredigeerde handboek The Literature of the Sages: A Re-Visioning, dat vorig jaar bij Brill in Leiden verscheen.
Als deel 16 van de serie Compendia Rerum Iudaicarum ad Novum Testamentum (CRINT) beoogt deze bundel een grondige re-visioning te geven van de eerder in deze serie verschenen inleidingen op de rabbijnse literatuur (1987 en 2006).
Hayes’ bundel bestaat uit een up-to-date introductie op de klassieke rabbijnse geschriften, waarbij een vernieuwende thematische benadering is gekozen. Alle bijdragen zijn samengebracht onder de overkoepelende thema’s ‘intertekstualiteit,’ ‘Oost en West’ en ‘halacha en aggada,’ waardoor overeenkomsten en verschillen tussen de rabbijnse geschriften onderling en hun bredere culturele contexten goed zichtbaar worden.*
Gedeelde geschiedenis
Het drukbezochte symposium met circa 45 aanwezigen werd georganiseerd door het bestuur van CRINT. Na een kort openingswoord door dr. Eric Ottenheijm, voorzitter van de CRINT stichting, vertelde prof.dr. Peter Tomson, emeritus hoogleraar Nieuwe Testament, Joodse studies en patristiek (Faculteit voor Protestantse Theologie, Brussel) en hoofdredacteur van de CRINT serie, hoe de publicatie van Hayes’ handboek past binnen de gehele CRINT serie. Deze serie met Nederlandse wortels ontstond in de jaren 1960 en 1970 als een uitloper van de joods-christelijke dialoog. Zie het artikel van Eric Ottenheijm in deze krant.
Peter Tomson beschreef hoe de serie haar focus verlegde naar de complexe, gedeelde geschiedenis van de antiek-joodse en vroegchristelijke bewegingen, binnen hun bredere culturele contexten. Hayes’ bundel is hiervan een goed voorbeeld.
Rav Jozua ben Chananya en de Atheense wijzen
Hoogtepunt van het symposium was de lezing van prof.dr. Christine Hayes. Hierin maakte ze duidelijk hoe de drie overkoepelende thema’s van haar bundel te weten intertekstualiteit, Oost en West en Halacha en aggada, de studie van rabbijnse teksten kunnen verrijken.
Centraal in haar lezing stond Bavli Bechorot 8b–9a. Hierin daagt de Romeinse keizer rabbijn Jozua b. Chananya uit om de Atheense wijzen te verslaan, nadat hij zijn vraag over de draagtijd van slangen beter wist te beantwoorden dan de filosofen aldaar. R. Jozua b. Chananya gaat op weg naar Athene, weet met een list de geheime ingang van de Atheense school te vinden en geeft vervolgens op de absurde vragen van de Atheense wijzen al even absurde antwoorden.
Futiliteit van hun vragen
In haar bespreking plaatste Hayes deze tekst in de context van andere vroegjoodse teksten waarin debatten tussen joodse geleerden en niet-joodse leiders en denkers plaatsvonden (bijv. Letter van Aristeas, Philo van Alexandria). De passage in Bavli Bechorot 8b–9a neemt hierin een unieke positie in. R. Jozua probeert namelijk niet aan te tonen hoe de joodse wet wél aan de rationele standaarden van zijn Griekse gesprekspartners voldoet, maar haalt met empirisch bewijs hun premissen onderuit en bevestigt daarmee de futiliteit van hun vragen.
In de discussie na afloop benadrukte Hayes dat de rabbijnen de niet-rationele aspecten van de Tora als goddelijk zagen, zoals ze ook betoogt in haar meest recente boek What’s Divine about Divine Law? Early Perspectives (Princeton University Press, 2015).
Akker met vele gewassen
Na de lunch vervolgde het symposium met responsen van drie externe specialisten: prof.dr. Martin Goodman (Oxford University), specialist van vroegjoodse geschiedenis; de nieuwtestamentica prof.dr. Annette Merz (PThU Amsterdam/Groningen); en prof.dr. Lutz Doering (WWU Münster), specialist in Qumran en rabbijnse literatuur. Zij spraken lovende woorden uit over de diepgang, omvang, gedegen re-visioning en vernieuwende thematische opzet van Hayes’ handboek.
Met een knipoog naar nieuwtestamentische parabels vergeleek Merz de vele themavelden in de bundel met een akker waarop vele gewassen groeiden. Volgens haar werkt deze wetenschappelijke ‘permacultuur’ versterkend voor ieder themaveld.
Belang van materiële bronnen
De replieken van de drie respondenten en de reactie van Hayes daarop leidden tot verschillende nieuwe inzichten. Zo reflecteert Hayes, naar aanleiding van Doerings observatie dat materiële cultuur nauwelijks in de bundel aan de orde komt, op het belang van materiële bronnen voor de studie van rabbijnse literatuur. Aangezien de wisselwerking tussen rabbijnse geschriften en materiële cultuur zeer complex is, meent Hayes dat dit een veelbelovend vierde gezichtspunt in de studie van rabbijnse bronnen is.
Ook ging Hayes in op Merz’s vraag of claims van Schriftuurlijk gezag in sommige vroegchristelijke geschriften (bijv. de evangeliën van Matteüs en Johannes) van invloed kunnen zijn geweest op de terughoudendheid waarmee rabbijnen expliciet, met naam en toenaam, naar niet-canonieke boeken verwijzen, met uitzondering van Ben Sira.
Volgens Hayes is deze terughoudendheid eerder een reactie op Schriftuurlijke claims in het vroege jodendom in het algemeen. Wel stelt ze dat Babylonische rabbijnen het boek Ben Sira afwijzen doordat vroege christenen dit boek als Schrift zagen en gebruikten.
Tegendraads karakter
Na een leerzame eerste dag vond op de tweede dag een internationale Masterclass plaats. Vijf promovendi en Research Master-studenten presenteerden een deel van hun onderzoek, waarna Christine Hayes feedback gaf. Hierbij ging ze niet alleen in op tekstuele details maar wees ook op de bredere samenhang tussen joodse, christelijke en Grieks-Romeinse teksten en tradities.
Zo riep Hayes in de bespreking van Tamara Holkenov’s onderzoek (University of Southern Denmark) naar devotie in Sifre Deuteronomium vragen op over het countercultural karakter van het rabbijnse discourse over devotie. Door afwijkende standpunten in te nemen – bijvoorbeeld hun voorkeur voor het liefhebben van God boven de vrees voor hem en hun sceptische houding tegenover martelaarschap – construeren de rabbijnen hun eigen identiteit tegenover Romeinen, Grieken en christenen.
Voor de Masterclass-deelnemers was Hayes’ feedback zeer behulpzaam.
Impuls voor nieuwe generatie
Daarmee gaf het symposium een belangrijke impuls aan de vorming van een nieuwe generatie wetenschappers die werken op het snijvlak van joodse en christelijke bronnen en hun bredere culturele contexten in de late oudheid.*
*De bijdragen aan het symposium worden gepubliceerd in een special issue van het NTT Journal for Theology and the Study of Religion.
cover: het panel symposium Understanding Judaism: New Approaches to Rabbinic Literature, 20-21 maart 2023, met (van links naar rechts) Annette Merz, Lutz Doering, Martin Goodman, Eric Ottenheijm en Christine Hayes, foto Esther van Eenennaam
Geef als eerste een reactie