Christine Hayes over de veelkleurige vroeg-joodse geschiedenis op symposium over Rabbijnse literatuur

symposium

links tekst symposium, rechts hebreeuwse tekst

Op maandag en dinsdag 20 en 21 maart aanstaande bezoekt professor Christine Hayes (Yale University) Nederland voor een tweedaags symposium in Utrecht. Aanleiding voor het bezoek is het door haar geredigeerde boek The Literature of the Sages. A Revisioning dat vorig jaar verscheen bij Brill in Leiden.

Professor Hayes, vermaard specialist in de geschiedenis van Talmoedische literatuur, zal tijdens het symposium uitweiden over de nieuwe benaderingen in de studie van Misjna, Talmoed, en Midrasj zoals die zich de afgelopen decennia ontwikkelden. Replieken volgen van Martin Goodman (Oxford), specialist van vroeg joodse geschiedenis, de Nieuwtestamentica Annette Merz (Amsterdam) en Qumran en Rabbijnse literatuur specialist Lutz Doering (Munster). Op dinsdag geeft Christine Hayes een internationale masterclass. Er is gelegenheid het symposium online bij te wonen.

Uniek Nederlands project

The Literature of the Sages. A Revisioning verscheen in de internationaal bekende CRINT reeks. CRINT staat voor Compendia Rerum Judaicarum ad Novum Testamentum. De serie gaat terug op de ontluikende joods-christelijke dialoog in de vijftiger en zestiger jaren en biedt inzicht in een unieke stukje Nederlands joodse geschiedenis. De joodse wereld van de Bijbel bekendmaken bij een breder publiek was doel en grondslag van die dialoog. Uit deze dialoog ontsprong de succesvolle populair-wetenschappelijke Phoenix Bijbelpockets in dertig delen tussen 1962 en 1969. Die serie is ondenkbaar zonder het werk van rabbijn Jacob Soetendorp (1914-1976) en zijn toenmalige vriendschap met ds. Kleys Kroon (1904-1983) en de Leidse hoogleraar Oude Testament Piet de Boer (1910-1989).

De samenwerking rond deze de Phoenix reeks ontwikkelde zich vanaf 1964 tot een internationaal wetenschappelijk project rond een stichting die na Henri van Praag werd voorgezeten door Bob Levisson (1913-2001) en, tot zo’n zes jaren geleden, de Leidse hoogleraar Albert van der Heijden. 

deel uit Phoenix Bijbelpockets

Yehuda Aschkenasy

In het opzetten van deze wetenschappelijke reeks speelde de vriendschap tussen rabbijn Yehuda Aschkenasy (1924-2011) met de katholieke Bijbelgeleerde Theo de Kruijf (1928-2014) en de Duitse exegeet Heinz Kremers (1926-1988) een cruciale rol. Mede door bemiddeling van Henri van Praag was Aschkenasy begin jaren zestig naar Nederland gekomen. Hij werd vanaf 1968 hoogleraar Talmoedica aan de pas opgerichte wetenschappelijke instellingen, later universiteiten, voor katholieke theologie (Amsterdam en Utrecht). De in ons land inmiddels bekende joodse nieuwtestamenticus David Flusser (1917-2000) en de Talmoedhistoricus Shmuel Safrai (1919-2003) namen deel aan dit project.

Namens de internationale redactie waarborgt prof. Peter Tomson, leerling van Aschkenasy en emeritus hoogleraar Nieuwe Testament in Brussel,  sinds de tachtiger jaren de wetenschappelijke planning en de redactie van de reeks. 

Bestrijding van religieuze vooroordelen

Vanaf de beginperiode vond men elkaar in de gedachte dat voor de bestrijding van religieuze vooroordelen en antisemitisme onder christenen een wetenschappelijk verantwoorde kennis van de joodse context van het Nieuwe Testament essentieel was. Met name ging en gaat het daarbij om het belang van de Rabbijnse literatuur. Die werd (en wordt) vaak weggezet als niet relevant voor de eerste en tweede eeuw van de gangbare jaartelling. In de CRINT serie werkten joodse en christelijke wetenschappers samen in een voor die tijd unieke formule: men las elkaars werk en becommentarieerde dat voorafgaand aan publicatie. De in 1987 en 2006 uitgekomen inleidingen op de Rabbijnse literatuur zijn gaan behoren tot internationale standaardwerken.

Persoonlijk detail: ik was in 1987 student bij Aschkenasy en heb nog geholpen bij het vervaardigen van de indices, een werkje dat destijds nog handmatig moest worden gedaan. Inmiddels mag ik me voorzitter noemen van de stichting.

‘Grieks denken’ tegenover ‘joods denken’

Op het symposium staat The Literature of the Sages. A Revisioning centraal want deze uitgave het wetenschappelijke debat up-to-date brengt. Frappant is dat de band met het Nieuwe Testament en de vroeg-christelijke literatuur in beeld is gebleven, maar nu als onderdeel van de veelkleurige en complexe vroeg-joodse geschiedenis. 

De in de zestiger jaren nog populaire opvatting van een ‘Grieks denken’ tegenover een ‘joods denken’ is geleidelijk aan vervangen door een genuanceerd beeld: het vroege Tweede Tempel jodendom en de latere Rabbijnen maakten volop deel uit van een Griekse en Romeinse cultuur, niet alleen qua architectuur (Herodes!) of kleding, maar ook in filosofische opvattingen en de overname van Grieks-Romeinse retoriek en genres zoals fabels. 

Het latere christendom is, in zekere zin, een parallel resultaat van die vroeg-joodse interactie met de Grieks-Romeinse wereld.

Meer over het Symposium Understanding Judaism: New Approaches to Rabbinic Literature

Over Eric Ottenheijm 8 Artikelen
Dr. Eric Ottenheijm is Universitair Hoofddocent Jodendom en Bijbelwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2004 bij prof. Judith Frishman en prof. Piet van der Horst op de rol van Intentionaliteit in Joods-wettelijke discussies tussen de Huizen van Hillel en Shammai. Hij doet onderzoek naar Joods-christelijke interacties in Oudheid en heden. Sinds 2014 leidt hij een internationaal onderzoeksproject naar rabbijnse en christelijke parabels. Daarnaast is hij fellow van de stichting Pardes en actief betrokken bij de Joods-christelijke dialoog in Nederland. Eric Ottenheijm woont in Amsterdam.

2 Comments

  1. Eric, Oh Eric,

    Hoe is het toch mogelijk dat één van de meest markante, eigenzinnige, universele joodse denkers van Nederland, prof. drs. HENRI (niet herman!) van Praag (1916-88) zo een beetje ondergeschoven wordt.
    Samen met Jacob Soetendorp, zijn broer Isidoor van Praag zette hij vanuit Joodse zijde het gesprek met het christendom vlak na de oorlog op. Samen met Otto Frank zette hij de Anne Frank Stichting op. Hij startte met Soetendorp de 30-delige Phoenix bijbelpockets, en als redactiesecretaris schreef hij 40 verbindende teksten.
    Hij startte vervolgens de ‘Compendia Rerum ad Judaicarum etc.’ Was voorzitter van deze internationale stichting. Henri van Praag schreef ook de introductie tot het eerste deel.
    Hij haalde Flusser en Aschkenasy naar Nederland, zette de Leerhuis-Beweging op met hulp van anderen. En gaf lezingen in Hilversum, Nijmegen (Gebundeld in ‘De Vier Gezichten van Jerusalem’, 1976) en ongetwijfeld elders (Amsterdam?).

    Hij verdween een beetje uit de joods/christelijke picture toen hij tijdschrift PRANA in 1975 bij Ankh-Hermes opzette met Paul Kluwer, en in 1978 Prof. Tenhaeff opvolgde als Bijzonder Hoogleraar Parapsychologie in Utrecht.

    Misschien zou iemand nog eens bijzondere aandacht kunnen schenken aan zijn 25-jarige inspanning, veelal op de achtergrond als verbinder, misschien Marcel Poorthuis ?
    Henri van Praag was natuurlijk TE GENERALISTISCH en te onnavolgbaar eigenzinnig om ergens bij de mainstream-specialisten een bruikbare bijdrage te leveren.
    Tenzij als organisator, initiator, verbinder, en algeheel al te vriendelijke al-weter!

    Hij zag ongetwijfeld zichzelf meer als educator, en ‘volks’-opvoeder, i.p.v. specialistisch geleerde, schrijvend voor mede-specialisten.
    Als generalist schreef hij in 1952 ‘De Boodschap van Israel.’ In 1965 ‘Het Verschijnsel Israel’. In 1969 samen met Zwi Werblowsky ‘Antisemitisme/Antizionisme’ en in 1972 ‘Sleutelwoorden van de Bijbel. Het Onze Vader’. Met voorbericht van ‘onze’ eigen Ben Hemelsoet !

    Meer over deze ‘voorvader’ van de Joods/Christelijke dialoog, zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_van_Praag

    Met vriendelijke groet,
    Hans van Niekerk
    Eervol gesjeesde theologie-student KTUA (1987-1993)
    Leiden

    • Beste Hans, dank dat je je vinger hebt gelegd op een knoeperd van een fout in mijn column: het was natuurlijk Henri van Praag (en niet Herman zoals ik abusievelijk schreef, het is nu gecorrigeerd) die aan de wieg stond van zowel de Bijbel Phoenix reeks als de wetenschappelijke serie CRINT. Zijn rol bij de Phoenix is hier inderdaad niet genoemd, dus ik begrijp je ‘ondergeschoven’ wel een beetje. Vreemd is die omissie wel, aangezien ik aan deze illustere denker ooit een lemma heb gewijd in de Christelijke Encyclopedie (Kampen, 2005) waarin zijn rol hierin is genoemd. Gek hoe je geheugen je soms in de steek laat. Bij mijn weten is er buiten Marcel Poorthuis, die hem noemt in zijn Donkere Spiegel, Valkhof Pers, 2006) geen historisch onderzoek gedaan naar zijn betekenis voor de interreligieuze dialoog en zijn positie in het Nederlandse jodendom. Over de leerhuisbeweging is, behalve een incidenteel artikel (Ter Herkenning 1991) en een publicatie van het Ojec, nog amper iets historisch geschreven. Was dit een louter christelijke aangelegenheid, of had het ook betekenis voor de joodse gemeenschap? Ik hoop daar nog op terug te komen.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*