Florine Vermaas (1956) vertelt:
Op dit schilderij staat mijn moeder Minny Moscou met haar neefje Freddie Metz, zoon van mijn oma’s zus.
Mijn moeder werd geboren op 5 Oktober 1931. Zij had nog een oudere zus, Berry Moscou twee jaar eerder geboren op 15 April 1929. Ze woonden in de Amsterdamse Transvaalbuurt, beiden kwamen uit niet-religieuze families.
Montessorischool
In de buurt woonden veel Joodse gezinnen en zoals veel kinderen uit die buurt gingen zij allemaal naar de Montessorischool in de Watergraafsmeer.
Mijn moeder kwam veel bij Freddie’s familie over de vloer en ze speelden vaak op straat zoals op het schilderij is te zien. Freddie’s oudere broer Andries was ook altijd van de partij.
Het was een gezellige en rustige buurt waar veel neefjes en nichtjes woonden. In de weekenden werd er vaak van alles samen ondernomen zoals gezamenlijk eten, uitstapjes naar Zandvoort of naar de kermis.
Mijn moeder met haar rode haar was een spring in het veld. Ze haalde ook graag kattenkwaad uit, zoals het uitjouwen van een gehandicapte man: “de ongemekkige lutselaar die z’n ragerut gebroken heeft.” Ofwel: “de ongelukkige metselaar die z’n ruggengraat gebroken heeft.” Ze vertelde me altijd over de ongelukkige metselaar die daar rond reed in een karretje, precies zoals ook in ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen wordt beschreven.
Abrupt einde aan onbezorgdheid
Zus Berry hield veel van lezen, hun leven was sober maar onbezorgd. Vader Moscou was schoenmaker, ze hadden het niet rijk maar waren een warm hecht gezinnetje. Mijn moeder was erg op hem gesteld en ze hadden een hechte band.
Aan de onbezorgdheid en het buitenspelen kwam abrupt een einde toen de anti-Joodse maatregelen werden ingevoerd.
Ze mochten niet meer op een bankje zitten, niet naar het park, naar het zwembad of bioscoop. Ze mochten er niet meer zijn…. Toen mijn moeder door het verzet opgehaald werd om onder te duiken, moest ze met een vreemde mevrouw mee.
Zes jurkjes over elkaar
Ze droeg zes jurkjes over elkaar want een koffertje mee zou opvallen. Ze mocht zich niet eens omdraaien om haar moeder uit te zwaaien.
Ze was zo verdrietig in de onderduik dat ze niet meer at en heel erg vermagerde. Uiteindelijk hebben de mensen van het verzet haar opgehaald en bij haar zusje Berry geplaatst.
Helaas werden ze verraden. De boer waar ze zaten ondergedoken, werd samen met zijn hond voor hun ogen doodgeschoten. De zusjes Minny en Berry werden afgevoerd naar de Hollandse Schouwburg. Niet de crèche, daar waren ze te groot voor.
Op een zekere dag zouden ze op transport naar Westerbork worden gezet en stonden ze in de rij te wachten. Op de een of andere manier zijn ze toen heel snel door het verzet uit de rij gepikt en weggevoerd. Hoe precies dat in zijn werk ging heb ik nooit begrepen. Zo kwamen ze op een onderduikadres Zeist terecht, bij Bep Wolf. Daar zat hun moeder ook.
Eten door luikje
Op gegeven moment waren daar Duitse soldaten ingetrokken en moesten mijn moeder, haar zusje en mijn oma met de andere onderduikers zich onder de vloer verstoppen, ze mochten geen geluid maken en kregen door een luikje eten toegestopt. Totdat de Duitsers verder trokken.
In de oorlog werden de zusjes en de verdere familie van mijn oma allemaal weggevoerd naar Auschwitz en Sobibor en daar vermoord, net zoals de familie van mijn opa.
Mijn opa heeft de oorlog overleefd maar is nooit meer thuisgekomen omdat hij bij zijn onderduikgeefster is gebleven. Dit heeft mijn moeder zo bezeerd en zoveel verdriet gedaan dat ze hem voor mij heeft doodgezwegen en me zei dat hij in Auschwitz was vermoord.
Mijn moeder is samen met mijn oma na de oorlog in Zeist op haar onderduikadres blijven wonen.
De oorlog woedde door
Het leven van mijn moeder werd bepaald door de oorlog en daardoor ook het mijne. De rode draad was dat je niet mag opvallen, niet gezien mocht worden. Niks was ooit zo erg als wat mijn moeder had meegemaakt. Zoals honger, verdriet, angst, claustrofobisch-zijn…ze had de oorlog overleefd maar die woedde nog wel in haar door.
Ze is uiteindelijk op 15 Augustus 2005 overleden. Haar zus Berry is na de oorlog de verpleging in gegaan, getrouwd en heeft vier kinderen gekregen. Zij is in 2008 overleden.
Freddie overleefde maar werd niet oud
Freddie’s hele familie, ouders en broer zijn zoals velen anderen in Auschwitz vermoord.
Freddie overleefde als enige de oorlog, maar is niet oud geworden. Hij overleed in 1969 op 33-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Hij liet een dochter na, Lilly Metz.
Dit verhaal is onderdeel van een project “Ze hadden geen idee wat de toekomst hen zou brengen.” Als u een vrolijke foto hebt van een Joods kind tussen de 3 en 12 jaar oud (ten voeten uit) uit de jaren dertig en die wil laten vereeuwigen dan kunt u die door sturen naar de redactie of rechtstreeks naar jorambaruch@gmail.com
Joram weer 1 van due verhalen die wij moeten weten, dank je wel. Ik woon al vanaf Augustus 1945 in de Transvaalbuurt waar wij vanuit Westerbork kwamen wonen. Wij Vader Moeder zus broer en ik!
Ik woon nog steeds in Transvaal en ga daar nooit meer weg! Groetjes Wil de Brave