Op deze vierde avond van chanoeka wil ik u in mijn hoedanigheid van Central Diversity Officer van de Universiteit van Amsterdam van harte welkom heten. Een bijzondere avond, om verschillende redenen. Laat ik beginnen met een persoonlijk perspectief.
Als kind van een joodse moeder die de onderduik overleefde maar tijdens de oorlog haar ouders verloor, heb ik mijn joodse grootouders nooit gekend. Toch heb ik wel allerlei brieven en aantekeningen uit die tijd gevonden. Daaruit bleek dat mijn grootvader, toen een jonge vader en redelijk succesvol zakenman rechten studeerde, ook tijdens de oorlogsjaren en zelfs in de onderduik. Hij had de weg tot de universiteit gevonden en hield daarbij vol, zelfs in een tijd dat joden gaandeweg werden uitgesloten. Destijds was uitgesloten dat een joods lichtjesfeest gevierd werd op de universiteit, al helemaal niet tijdens de bezetting.
Maar ook in de naoorlogse periode hebben universiteiten – niet alleen die van Amsterdam – een moeizame omgang gehad met de toenemende diversiteit in onze samenleving, in onze stad. Over het algemeen heerste de opvatting dat de universiteit geen plek was waarin de verschillende culturele, religieuze of andere identiteiten zichtbaar moesten zijn. Daarbij werd niet onderkend hoezeer de overwegend Nederlandse en christelijke omgeving van de universiteiten zich op allerlei manieren expliciet en impliciet manifesteert, alleen al in vele feestdagen en bijbehorende wensen. De nagestreefde neutraliteit wordt op die manier stilzwijgend ingevuld met wel degelijk een bepaalde identiteit.
Omgaan met ongemak
Langzamerhand heeft deze opvatting van diversiteit plaatsgemaakt voor een meer inclusieve opvatting. Die opvatting gaat ervanuit dat we als universitaire gemeenschap bestaan uit een bont gezelschap met heel verschillende identiteiten, inclusief die culturele en religieuze identiteiten, naast verschillende genders, beperkingen en andere identiteitsdimensies. Een meer inclusieve organisatie of gemeenschap biedt juist plaats aan allerlei identiteiten, die naast elkaar gevierd kunnen worden. Op die manier zullen meer studenten en medewerkers zich thuis voelen, als ze zien dat zij de gelegenheid krijgen om op de universiteit hun identiteit te tonen en zo ook met anderen de verbinding te zoeken.
Natuurlijk is daarbij het uitgangspunt dat de verschillende identiteiten elkaar niet uitsluiten, dat we openstaan voor de verschillen in ons midden.
Om die reden heb ik als diversity officer met collega’s en studenten de afgelopen jaren verschillende vieringen ondersteund. Zo organiseerden we op Science Park een aantal Iftars. Met studenten, medewerkers en ook gasten uit onze Amsterdamse omgeving hebben we het breken van de vasten tijdens Ramadan gevierd. Daarbij werden informatieve inleidingen gegeven en boden we ruimte voor gebed aan en vooral ook een gezamenlijk maaltijd.
Ook hebben we op de UvA al een aantal keren met een Keti Koti Tafel stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij op 1 juli. Een keer hebben we met een heel divers gezelschap een dialoog gevoerd over de ‘omgang met ongemak’.
Omgaan met diversiteit
Zo goed als onze gedeelde slavernij-geschiedenis voor ongemak zorgt, zo zorgt dus nog steeds het omgaan met de diversiteit in ons midden voor ongemak. Toch is daarbij sprake van vooruitgang. Toen ik de aankondiging van deze chanoeka-avond verspreidde antwoordde een voormalig lid van ons College van Bestuur dat hij dit ongepast vond omdat religie volgens hem niet thuishoort op de universiteit.
Afgezien van het feit dat chanoeka eerder een cultureel dan religieus feest is, ben ik blij te kunnen melden dat deze opvatting inmiddels niet meer breed wordt gedeeld. Zowel de voorzitter van ons College van Bestuur als de decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen – waar wij nu te gast zijn – moesten weliswaar mijn uitnodiging afwijzen vanwege afwezigheid, maar zij ondersteunen van harte dit initiatief.
Ik beëindig dit welkomstwoord graag met een verwijzing naar de boodschap van chanoeka: laten we de kaarsjes aansteken zodat er licht en ruimte is voor iedereen in onze gemeenschap om de eigen identiteit te tonen en te vieren op een vreedzame en inclusieve manier.
Chag chanoeka sameach!
cover: Bart Wallet spreekt voor de chanoekia, rechts luistert Machiel Keestra. PC Hoofthuis, 21 december 2022, foto Bloom
Geef als eerste een reactie