Oerversie van het Familiediner: omringd door kamelen, de limousines van hun tijd

Wajeetsee

beeldmerk Parasja

In Parasja Wajeetsee (Beresjiet 28 – 10) ontvouwt zich de gecompliceerde familiegeschiedenis van aartsvader Jacov. Zoals Maria Cuartas vorige week al schetste in haar bijdrage over Toledot komt Jitschak als aartsvader het minst uit de verf. Hoe anders is het bij Jacov, de derde aartsvader.

Werkelijk niets komt Jakov aanwaaien in zijn leven. Een boze tweelingbroer Esav die het schopt tot toonbeeld van kwaadaardigheid voor wie hij moet vluchten. Broedertwisten siblings rivalry – het is zo oud als de mensheid. Het begon al met Kajien en Hewel…

Padan Aram

Van je familie moet je het maar hebben, ontdekt Jacov door de jaren heen bij zijn schoonvader Lawan, de Arameeër. Op de plaats van hun oorsprong, Padan Aram, hebben vrouwen niet zoveel in de melk te brokkelen als bij Jacov thuis. 

Want, in het gezin waarin Jacov opgroeide, legde het profetisch inzicht van Sara veel gewicht in de schaal. En werd de tweede vrouw Hagar opgenomen als lid van de familie. Riwka kon onderscheid maken tussen de karakters en talenten van haar zonen. En het was niet Jakov’s jagende broer Esav die stamvader werd van het Joodse volk, maar de zachtaardiger schaapherder Jacov, die de rol van stamvader wél op het lijf was geschreven.

De firma List & Bedrog

Schoonvader Lawan bedroog Jacov waar hij bijstond. Tot op de dag van vandaag controleren Joodse bruidegommen bij traditionele Choepot, huwelijksvoltrekkingen voorafgaande aan de Choepa, of ze wel met hun verloofde trouwen en er niet een verwisseling heeft plaatsgevonden… zoals Lawan dat regisseerde toen hij zijn dochters verwisselde. 

De dochters Lea en Rachel zitten onder de plak bij hun vader die de hypocrisie lijkt te hebben uitgevonden. Hij manipuleert Jakov, doet zich veel beter voor dan hij in werkelijkheid is, en offert uiteindelijk ouderwets aan zijn afgodsbeelden. Jakov’s loon wordt keer op keer veranderd en de roddelende zonen van Lawan beschuldigen Jakov van diefstal van hun vaders vee.

Heerst er bij Lawan een angstcultuur? Geen twijfel. Cancelen? Geen optie. Vluchten is de enige mogelijkheid.

Steenhoop is getuige

De taal van de Torah is… Hebreeuws. Echter, in deze Parasja komt bij het afwikkelen van de familievete een Aramese uitdrukking voor. Dit is de enige plek in de schriftelijke leer waar dit te vinden is. In het commentaar van Opperrabbijn Onderwijzer (Muiden, 1862 – Amsterdam, 1934) heet dat nog Chaldeeuws, een verouderde term. 

De hoop stenen, die dient als grens tussen beide partijen, waarmee deze familievete wordt beëindigd heeft twee benamingen in de Torah: Jagar Sehadoetah noemt Lawan de plaats met een Aramese naam. Jacov zegt: Gal’ed, wat betekent: ‘de steenhoop is getuige’. 

En wat deden de strijdende partijen daarna met deze berg stenen? Ze namen er bovenop plaats en… nuttigden een maaltijd. De oerversie van het Familiediner! Omringd door kamelen, de limousines van hun tijd.

Het Aramees, een Semitische zustertaal van het Hebreeuws, is de taal van de Aramese volkeren die leefden in delen van het moderne Syrië, Irak, Libanon, Noord-Israël en Jordanië. Op de vruchtbare grond van Mesopotamië, tussen de rivieren Eufraat en de Tigris waar in de oudheid bloeiende nederzettingen ontstonden.

Leer een taal

Schrijfster Natasha Gerson vermaande laatst op social media ‘Kinders leer een vak…’ Hieraan zou ik willen toevoegen: leer een taal. Voor enige diepgang in Joodse studie is kennis van het Aramees dat eeuwenlang de lingua franca was in de Levant net zo belangrijk als het Hebreeuws. Gemara leren? Het Babylonisch Aramees is het aangewezen gereedschap. De taal van de Talmoed-academies in Nehardea, Pumbedita en Sura waar tussen de zesde en de elfde eeuw de commentaren op het eerste corpus van de mondelinge leer, de Misjna ontstonden, wordt wereldwijd dag-in dag-uit gelezen en bestudeerd in deze taal, evenals in nieuwe drukken en heruitgaven van deze eeuwenoude ‘vakliteratuur‘.

West-Aramese Talmoed

Dit jaar is er een hernieuwde belangstelling voor de Jeroesjalmi, de West-Aramese Talmoed. Onder politieke druk van de Romeinse bezetting werd deze haastig geredigeerd. Midrasjim, de parafraserende verklaringen op de Torah, waren grotendeels in het Aramees. En de eerste Aramese vertaling op de Torah door Onkelos (ca. 35 – 120) fungeert óók als een gezaghebbende verklaring. 

Onkelos was een Romein en wellicht een neef van keizer Titus. Hij bekeerde zich tot het Jodendom. Zijn Targoem Onkelos wordt regelmatig geciteerd in het middeleeuwse commentaar van Rasji, waarmee het deel uitmaakt van het Aap-Noot-Mies van Joods leren.

Targoem Onkelos, WikiMediaCommons

Ook is er een eeuwenoud gebruik waarbij mensen wekelijks tweemaal de tekst van de hele parasja van de week doornemen in het Hebreeuws, gevolgd door de hele Aramese vertaling ervan. Deze oude taal speelt dus behalve het Hebreeuws een grote rol in de ontwikkeling van zowel de schriftelijke (Torah) als de mondelinge leer (Misjna en Talmoed) en daarmee de joodse traditie.

Neo-Aramees

Hoe is het de Aramese taal vergaan? Niet zó succesvol als het Hebreeuws dat opnieuw als spreektaal de officiële taal is van de Staat Israël. Het Neo-Aramees is nog wel de taal van verspreid levende christelijke gemeenschappen in Syrië, Turkije en Noord-Irak.

Aramees sprekende arbeidsmigranten in het Oosten van Nederland kregen vorige eeuw taalonderzoekers op bezoek. Met bandrecorders in hun tas, zo stel ik me voor. De afstammelingen van de oude Arameeërs hebben zeer geleden onder Turkse vervolging en genocide (1915) voordat ze naar Nederland kwamen. Er is dus zeker affiniteit met de Armenen. De volkerenmoord door het Ottomaanse Rijk is eigenlijk een voorloper van de Holocaust, in de geschiedenis van genocides.

Steden in het oude Midden Oosten, WikimediaCommons

Wanneer Jacov eindelijk de moed vat om er vandoor te gaan, weg uit die ellendige omgeving waarin het hem materieel goed gaat, maar waar hij werd getreiterd en gekleineerd en aan zijn jaloerse schoonvader vastzit moet hij een strategie kiezen.

Hij wacht tot Lawan zijn schapen aan het scheren is. En vertrekt met zijn gezin zonder zijn schoonvader in te lichten.

Zijn vlucht met alle vrouwen, kinderen en vee is niet onmiddellijk een geslaagd project. Lawan zit hem op de hielen, reist hem achterna. Hij kan het niet verkroppen zijn dochters, kleinkinderen en schoonzoon te zien vertrekken. 

Een plan verijdelen

Elk jaar beginnen we de Seideravond met de bekende vertellende tekst in de Haggada: Ha Lachma Anja, wat betekent: dit is het brood van ellende. Een Arameeër wilde ons uitroeien en wel Lawan. Lawan als archetype van de jodenhater avant la lettre. Erger dan de Egyptische farao: die had het alleen nog op de jongetjes voorzien. De morbide fantasieën van Lawan gingen verder suggereert de Torah:

‘En God kwam in een nachtelijke droom tot Lawan en zei tegen hem: Pas op dat je met Jacov noch goed noch kwaad spreekt’. (Beresjiet 31 -24)

Als het aan Lawan zelf had gelegen, haalt hij de hele karavaan mét zijn schoonzoon onmiddellijk terug. Hiermee zou hij de jonge monotheïstische dynastie de nek omdraaien! De Torah biedt hier een buitengewone reddingsactie: Het is God zelf die Lawan in een droom waarschuwt. 

Ook Jacov krijgt droomvisioenen waarin een Engel hem toespreekt. Tegen Lawan was de waarschuwing van God zelf blijkbaar nodig. En met een bevredigende uitkomst.

Taal overbrugt onenigheden

Bij Gil’ad sluiten Jacov en zijn schoonvader uiteindelijk een soort verbond waarmee dan ook een definitief einde komt aan de arbeidsovereenkomst.

Taal brengt mensen nader tot elkaar, en overbrugt onenigheden. Geven Lawan en Jacov diezelfde hoop stenen elk een naam in hun eigen taal om de grote ideologische verschillen tussen hen te benadrukken? Om de afstand tussen schoonvader en schoonzoon te vergroten? Of om wederzijds begrip uit te sluiten? Wellicht.

Tenslotte sluiten Jacov en Lawan een vredesverdrag met een ‘Mitspa’, een uitkijktoren.

Eind goed, al goed? Het lijkt er wel even op: Lawan neemt uiteindelijk afscheid en zegent zijn gevluchte familieleden. Maar dan doemt aan de horizon de gevreesde tweelingbroer Esav op…

Over Aviva Pels 35 Artikelen
Aviva Pels (62) studeerde af aan de UvA, Semitische talen. Ze heeft voor vele joodse organisaties in Nederland gewerkt en is sinds een jaar woonachtig in Londen. Honden- én kattenmens. Is oppas-oma en leest. Verslingerd aan politiek, koffie en de Nederlandse kranten. Orthodox? Meestal wel.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*