De deur van onze sjoel gaat open, iedereen draait zijn gezicht om richting de deur. Er komt een jongeman binnen. Ik ken hem niet. Hij stapt resoluut af op onze rabbijn, Raphael Evers. Zij kennen elkaar, dat is duidelijk. Raph geeft aan waar hij moet gaan zitten.
De nieuwe sjoelbezoeker komt naar mij toe. ‘Raph zegt dat ik naast u moet gaan zitten en dat u zich over mij zal ontfermen’. Ik kijk Ron aan. ‘Sjabbat sjalom, mijn naam is Ephraïm’. ‘Ik heet Ron. Van huis uit heb ik niet veel meegekregen van het Jodendom. Ik ben wel een aantal jaar op het Maimonides geweest en zat bij Raph in de klas’.
Ron gaat naast me zitten. ‘Ik kwam een paar dagen geleden mijn oude klasgenoot Raph tegen op straat. ‘Hoe is het met je Ron? Ik ben rabbijn geworden’, zegt Raph. Ik vertelde hem dat ik al jaren in Duitsland woonde. Daar keek hij erg van op en ik geloof dat hij er weinig waardering voor had. ‘Kom aanstaande Sjabbat naar sjoel’, zegt Raph. ‘Naar sjoel? Ik kom zelden in sjoel.’ ‘Gerrit van der Veenstraat 26, daar verwacht ik je.’
‘Nu ben ik hier. Ik kan de dienst amper volgen meneer…’. ‘Zeg maar gewoon Ephraïm, dat maakt niet uit, Ron. Maak je niet druk, het komt allemaal goed’. Ik vervolg: ‘Er wordt gelaajend, gevolgd door het Moesafgebed en het belangrijkste, de Kiddoesj, dat is de borrel na afloop van de dienst.’
We genieten van de lekkernijen tijdens de Kiddoesj. ‘Ron, waar lunch je zo meteen?’ ‘Ik heb geen idee…’ ‘Ik wel’, zeg ik hem, ‘je eet bij mij’.
‘Wat aardig meneer.’ ‘Ephraïm’, zeg ik. We lopen samen naar mijn huis. We gaan door met een goede whisky. Mijn vrouw komt naar beneden. ‘We hebben een gast, Tamara’. ‘Dat zie ik!’ ‘Mag ik even voorstellen? Ron, dit is Tamara’.
‘Tamara?’ vraagt Ron. ‘Als kind kende ik een Tamara… Van haar broer Marcel kreeg ik een zeilbootje, een piraat. Daar heb ik veel plezier aan beleefd. Die mensen hadden een eiland.’ Tamara kijkt Ron aan. ‘Dat was ik! Wij hebben dat eiland nog steeds. Wat is je achternaam Ron?’ ‘Wurbik’, antwoordt Ron. ‘Jouw vader was financieel directeur in mijn vaders bedrijf’, reageert Tamara.
Ron vervolgt: ‘Toen ik in het vierde jaar van het Maimonides zat, ben ik door de rector van school gestuurd. Ik ben toen in een nachtclub gaan werken, ik was nog geen zestien. Op mijn achttiende kon ik met het geld dat ik had gespaard, en de hulp van mijn ouders, naar de hotelschool in Zwitserland’.
‘In diverse landen werkte ik in hotels, mijn talen geleerd en ervaring opgedaan. Ook heb ik een paar jaar als steward voor Transavia gewerkt en verbleef ik een jaar in Saoedi-Arabië en in het Engelse Brighton’.
De Beursbengel
‘Vervolgens heb ik de eerste donutshops in Nederland geopend, op de Nieuwendijk en in de Kalverstraat. En ik had restaurant De Beursbengel op het Damrak. Het Jodendom was uit mijn leven verdwenen. In de jaren negentig verhuisde ik naar Frankfurt, waar ik een relatie kreeg met Sabina, een Joodse vrouw die werkte bij de Joodse gemeente van Frankfurt. Het Joodse gevoel ontwikkelde zich in mij en ik ging af en toe met haar naar Sjoel. Toen mijn ouders meer zorg nodig hadden, besloot ik weer terug te gaan naar Amsterdam en liep ik Raph Evers tegen het lijf in Buitenveldert.
Tamara en ik raakten bevriend met Ron. Hij kwam op Sjabbat vaak na Sjoel. Hij raakte steeds meer geïnteresseerd in het Jodendom en was zeer leergierig. Ron volgde verschillende Joodse cursussen, hij leerde Ivriet en ging twee keer in Israël om een Oelpan te volgen. Hij sloot zich aan bij de fietsploeg Alyn en ging mee naar Israël om te fietsen voor het goede doel: gehandicapte kinderen in het Alyn ziekenhuis.
Zoals dat niet ongewoon is in Joodse kringen, kreeg iemand problemen met mij in de Gerrit. Ik had geen zin in ruzie en week uit naar de RAS Sjoel, ofwel Obrechtsjoel in de Heinzestraat, hoek Jacob Obrechtstraat. Ook daar had ik veel kennissen en vrienden. De RAS (Rav Aron Schuster) sjoel was geen onbekende voor mij en ik voelde me onmiddellijk thuis. Ron ging met me mee. Hij bleek daar veel oude schoolgenoten van het Mamonides te kennen. Hij wende snel aan de omgeving en was direct behulpzaam bij van alles en nog wat. Hij hielp mee bij het organiseren van de kiddoesj en raakte snel bekend met de rites van de Ras. Hij maakte zich binnen korte tijd geliefd en kon de dienst steeds beter volgen.
Bar Mitswa op leeftijd
Hij vroeg mij of hij Bar Mitswa kon doen op zijn leeftijd. Dat was geen probleem. Bij Nechemja de Bruijn leerde hij zijn Bar Mitswa parsja en deed op zevenenvijftigjarige leeftijd Bar Mitswa. Het jaar daarop leerde hij de Haftara die hij ook in de RAS voordroeg. Ook werd hij vrijwilliger in het Joodse Hospice, een belangrijke taak die hij op zich nam en nu al vele jaren volbrengt. Hij zorgde voor een AED-apparaat en organiseerde een reanimatiecursus voor de RAS. Ron is deel van onze familie geworden. We delen lief en leed.
Rabbijn Raph Evers was de grote initiator van deze nieuwe invulling van een mooi Joods leven van Ron Wurbik. Wij wensen Ron en zijn vrouw Ingrid nog vele jaren in goede gezondheid in ons midden.
cover: interieur Kehillat Yaakov gezien vanaf de vrouwengalerij, beeld Amsterdam HV
Mooi en aandoenlijk stuk, goed tijdsbeeld