Biertje in Keulen

ephraïm vertelt

bierpullen

Samen met Hans, een goede Duitse zakenvriend, rijden we rond vijf uur ’s middags Keulen binnen. Het is kort na de eeuwwisseling in het jaar 2000. Hans zegt ‘ik heb met een paar vrienden afgesproken in een kroeg voor een biertje, Kölsch Bier’.

Ik parkeer de auto en kom vijftien minuten later de kroeg in. Acht kerels zitten in een kring en zijn aan het bier. Ik stel me aan zevenmaal voor. Ephraim, Ephraim etcetera. Ik krijg zeven namen te horen. Er was een stoel voor mij klaargezet in de kring. Naast mij zit Anton.

Ephraim? Zegt hij, wat is dat voor een naam? Ach zeg ik, ich bin Holländer und bei uns in Holland heten heel veel Nederlandse jongens Ephraim, zoals Heinrich in Duitsland, schertste ik. Ephraim? Is dat een Holländische Name? Ik antwoord ‘een Bijbelse naam.’ Een Bijbelse naam? 

Anton kijkt me ongeloofwaardig aan. Nee, ik maak een grapje. Het is ook in ons land een bijzondere naam. Anton, het is een Joodse naam. Een Joodse Naam? Ja! Anton is rond de vijftig.

Ephraim, mag ik jou een heel persoonlijke vraag stellen? Anton je mag me vragen wat je wilt, ik weet natuurlijk niet of ik op iedere vraag een passend antwoord heb. Ephraim, ben jij Joods? 

Von Kopf bis Fuss, ja ik ben helemaal Joods. Anton barst in snikken uit. Heftig, hij blijft huilen. Ik leg mijn arm op zijn schouder om hem te troosten. Anton, wat is er aan de hand? Laat me maar, ik moet even iets verwerken. Even later droogt Anton zijn gezicht.

De andere jongens uit onze kring hadden niet in de gaten wat zich hier afspeelde. Ik kijk Anton aan. Wat is er aan de hand? Wil je dat met mij delen? ‘Ik moet even wat verwerken, Ephraim.’ Even later: het is de eerste keer dat ik een Jood zie, zegt Anton. Ik begrijp het, zeg ik. Als jij een Jood ziet, krijg je een huilbui. Zie ik er anders uit dan iedere andere man? Zie jij hoorntjes op mijn hoofd?

Nee, nee, je ziet er niet anders uit. ‘Ik denk dat je echt wel Joden hebt ontmoet, maar dat je je er niet van bewust was. Maar dan nog, waarom werd je zo emotioneel?’ 

zwart wit beeld van Keulen uit 1912
Keulen in 1912, beeld WikimediaCommons

Anton: Ik ben geboren en getogen in een boerendorp onder de rook van Köln. Toen ik in de tweede klas van de middelbare school zat, kregen we geschiedenisles over de Tweede Wereldoorlog. Twee lesuren hielden wij ons met dit onderwerp bezig. Toen ik naar huis fietste, terwijl ik nog nadacht over dit zware onderwerp, schoot het mij te binnen dat mijn ouders, die beiden de oorlog meemaakten, mij nooit iets vertelden over hun oorlogservaring.

Mijn moeder verwelkomde mij die middag met een lekker glas thee. Mama, wij leren nu bij geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog, hoe hebben jullie dat ervaren? Wat heb jij meegemaakt?

Mama zegt, je vader en ik hadden afgesproken dat als we ooit kinderen zouden krijgen, wij nooit onze oorlogservaring zouden delen met hen. Maar als papa vanavond thuiskomt en hij zijn mening heeft veranderd dan wil ik onze ervaring graag met je delen. Anton begint te zeuren, mama stel je niet zo aan, ik wil het graag weten. Anton wordt opstandig en boos. ’s Avonds komt papa, die boer is, thuis van het land. 

Papa, we krijgen op school les over de Tweede Wereldoorlog vertel jullie ervaring, wat hebben jullie meegemaakt? Mama en ik hebben afgesproken dat niet te delen met jou. Woest gaat Anton naar bed.

De volgende morgen op school deelt Anton zijn aanvaring met zijn ouders met zijn klasgenoten. Allen hebben hetzelfde verhaal. Niemand van de ouders wilde iets vertellen over hun oorlogservaring. Eén meisje in de klas was de uitzondering. Haar ouders deelden wel hun oorlogservaring. ‘Ons dorp was een nazi-dorp. Iedereen in het dorp was nazi. Toen vluchtende Joden naar hun dorp kwamen voor hulp werden ze vermoord. Ook werden Joden in een boerderij opgesloten en levend verbrand.’ 

Anton: ‘Ik ben toen van huis weggelopen en nooit meer teruggegaan.’


cover: textielontwerp door ABCDesignerin, Etsy.com

Over Ephraïm Goldstoff 64 Artikelen
Ephraïm Goldstoff (1949) groeide op in de oude Joodse Plantagebuurt tegenover Artis. Na het Maimonides volgde hij verschillende opleidingen in de diamantwereld. Goldstoff vervult vele bestuurlijke functies onder meer voor Bnei Akiwa, Oost-Joods Verbond, OSE (Organisation Secours aux Enfants), Young Leadership CIA, The Feuerstein Institute (Jerusalem). Hij is bestuurslid van Maccabi tennis en van de RAS (Rav Aron Schuster Synagoge) en de Stichting Eerherstel Joodse Begraafplaats Zeeburg. Goldstoff is voorzitter Stichting Naleving Washington Principles, raadslid NIHS, lid ledenraad Joods Maatschappelijk Werk, voorzitter Stichting Dutch Friends of The Feuerstein Institute. Ephraïm Goldstoff is zelfstandig ondernemer in oude en antieke juwelen en edelstenen. Nog steeds werkzaam en kantoorhoudend in de Diamantbeurs.

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*