Zondag was ik bij de boekpresentatie van ‘Niet Gemakkelijk iets te bereiken in Amsterdam-West’ waar de auteur Ruben Vis een prachtige, uitvoerige presentatie gaf over het joods-religieuze leven in dat deel van de stad. De zaal was vol. Er waren zeker honderd toehoorders. De sfeer was fantastisch. Het was één grote familie, onze Kille in Amsterdam op zijn mooist.
Deze warme sfeer deed mij denken aan mijn jeugd in mijn ouderlijk huis en ook aan de warmte van de Nieuwe Kerkstraat Sjoel, de Vereniging Nidchei Jisroeel Jechaneis, waar mijn grootvader Aron Kleinberger de Gabbai was, maar ook een van de Kohaniem en Ba’al Koree. Mij was door mijn ouders de taak toebedeeld gasten uit binnen-en buitenland mee naar huis te nemen om bij ons de Sjabbes maaltijd te gebruiken. Ik was vijftien jaar en had geen idee wie ik mee naar huis nam.
Ongeveer tien jaar geleden was ik op Sjiwwebezoek bij de famile Drukarch. Daar vertelde zoon Zalman, met wie ik opgroeide, mij het volgende verhaal. Weet je nog Ephraim dat Sammy Davis Jr., die in het Amstel Hotel logeerde, vrijdagavond bij ons in sjoel kwam? Alle Joodse gasten van het Amstel Hotel werden naar de Kerkstraat Sjoel doorverwezen als ze een Shabbatdienst wilde bijwonen. Het was maar tien minuten wandelen vanuit het hotel.
Wie heb ik mee naar huis genomen vroeg ik vol ongeloof? Sammy Davis Jr. Weet je dat zeker? Jazeker. De volgende middag bij de Seoeda Sjeliesjiet, de derde maaltijd, zaten we gezellig broodjes met sardines te eten, bruin Amstel bier te drinken, van de Slivovitz te genieten en mooie Zemirot te zingen, altijd weer een feestje. De kinderen speelden met de kroonkurken spelletjes over de lange banken die tegen de muren stonden. Er werden verhalen verteld door de oudere heren. Raw Katz, de Rebbe van de Sjoel, gaf altijd een Dwar Toire, een Joods woord, uit de Parsjat Hasjawoe’ah, de afdeling uit de Tora die bij het ochtendgebed werd gelezen. De voertaal was Jiddisch. Jouw opa nam het woord.
Vertaald uit het Jiddisch “Het mag bekend zijn dat mijn kleinzoon altijd gasten mee naar huis neemt. Zo ook gisteravond. Ik citeer: ‘A Schwarze hot me noch oisgefehlt! Vrij vertaald: ‘als je alles gehad hebt mankeerde er nog een zwarte man aan de Sjabbestafel’. Het was de eerste keer dat mijn opa een zwarte Jood had ontmoet, en een die ook nog goed Jiddisch sprak. Het was de beroemde zanger en komiek Sammy Davis Jr. Op maart 1964 gaf hij een voorstelling in Carré.
Sammy Davis Jr., een van de grote sterren in Las Vegas
cover: Sammy Davis Jr. in de documentaire I’VE GOTTA BE ME uit 2017
Geef als eerste een reactie