Nadat het literaire stof is neergedaald in de eerste zinnen van Parshat Bereisjit, na de schepping van de wereld, wordt de rust al snel bruut verstoord. Het nadrukkelijke verbod van God aan Adam en Chawa om niet van de Boom der Wijsheid te eten, wordt niet opgevolgd. De gevolgen zijn verstrekkend en kunnen tot in onze tijd worden gevoeld door iedere barende vrouw en ploeterende man. Ook op spiritueel niveau zijn de gevolgen permanent: waar tot voor de zonde de Jeetser Hara (kwade neiging) iets externs was in de vorm van de slang, verplaatst zich dat nu naar binnenin de mens. Het gevecht tussen goed en kwaad wordt niet meer hardop gevoerd, maar in het binnenste van ons hart.
Verderop in de Parasja lezen we de tragische gebeurtenissen rondom de moord van Kajien op Hevel, zijn broer. Als God Kajien vraagt waar zijn broer is, is dat een opening tot open gesprek en geen reprimande. Kajien antwoordt met de memorabele woorden: “Dat weet ik niet. Ben ik dan de opzichter van mijn broer?”. Woorden waarmee hij de verantwoordelijkheid, de aansprakelijkheid, de zorg van zijn broer met een zwier van zijn schouders afwerpt.
Al zeggende “wat heb ik überhaupt met hem te maken?”, denkt Kajien de gevolgen van zijn daden te ontlopen. Anarchie? Of is dit een weerspiegeling van de verhoudingen die wij in werkelijkheid hebben met onze medemens?
Vrouwenprotesten Iran
Met een mengeling van bewondering en ongeloof heb ik de afgelopen weken de ontwikkelingen rondom de vrouwenprotesten in Iran gevolgd. Duizenden vrouwen laten hun stem horen omtrent de hoofddoekplicht in Iran en met name de gevolgen die vrouwen dragen als ze besluiten hun haar niet of gedeeltelijk te bedekken. De moed van de vrouwen die de straat op gaan is groter dan ik me kan voorstellen. Ik kan alleen maar hopen dat het vele bloed dat nu al is vergoten, zal resulteren in een leefbaarder, toleranter land.
Het levensgevaar dat komt kijken bij het tonen van een haarlok roept vragen op. De regering heeft besloten dat, aangezien hoofdbedekking een regel is in de Koran, dit regelgeving in het land is. Regelgeving waarbij de consequenties in het leven-en-dood gebied liggen. Is dit hoe wij in het Jodendom tegen regelgeving aankijken? Bij het antwoorden van die vraag, komen de bovenstaande twee passages in mij naar boven.
Wij besluiten
Adam en Chawa verliezen een strijd waardoor onze strijd tussen het goed en kwaad zich verplaatst van de publieke arena naar de meest persoonlijke plek: ons hart. Wij besluiten of wij goed of kwaad willen doen, niemand anders. Heel anders dan de oppermacthige wetgevers en -handhavers in Iran die complete controle willen hebben over de daden van de ander. Kajien, die zich als solo ziet, zonder enige verantwoordelijkheid voor de ander, is de andere kant van dit spectrum.
Hoe vind je hierin de balans, hoeveel verantwoordelijkheid dragen wij in werkelijkheid voor onze medemens? In mijn werk voor Tribe, de jeugdtak van de United Synagogue te Londen, brengen wij iedere dag het antwoord hiervoor in de praktijk. Als het gaat om het Joodse leven van de mensen met wie wij in contact zijn (duizenden Joodse studenten en leerlingen) houden wij ons bezig met: helpen faciliteren, ondersteunen, in staat stellen, paraat staan, helpen en onderwijzen. De Joodse visie is dat de battle tussen goed en kwaad, de persoonlijke geloofskeuzes die eenieder maakt, precies dat zijn: persoonlijk. Maar, mocht iemand meer willen; meer weten, meer doen, meer lezen of meer sjmoezen, dan zijn wij er.
Hoofddoekplicht
Hoe Iran met haar mensen omgaat staat haaks op de Joodse visie en is alles wat wij verwerpen. Ik kon me erg vinden in Heleen Mees’ column in de Volkskrant: “Een hoofddoek is geen bewijs van onderdrukking. Een hoofddoekplicht [inclusief de levensgevaarlijke consequenties die Iran daaraan verbonden heeft] is dat wel.”
Hoewel het Jodendom regelgeving heeft, de verantwoordelijkheid ligt bij het individu. Je kan helpen (en wordt ook geacht om dat te doen), maar je neemt de verantwoordelijkheid niet over. Laat het oordelen maar aan God over. Konden de heren in Iran dat maar horen.
Geef als eerste een reactie