Tussen Rosh Hashana en Jom Kippoer, oftewel Joods nieuwjaar en Grote Verzoendag, had ik een één op ééntje met G’d. Aanleiding was een stuk over Bessel van der Kolk en Zomergasten dat ik publiceerde op BNNVARA, Joop waarin ik sprak over verdrongen trauma’s, waar ik veel lof voor kreeg. Dat zette me vervolgens aan het denken over mijn allerlaatste detox ronde. Was detoxen überhaupt nog nodig, of was ik er al helemaal?
Want zo ijverig als ik ben op het gebied van persoonlijke groei en tot de bodem van trauma willen komen, wilde ik weten of er nog iets was waar ik naar zou moeten kijken. Had ik al het innerlijke werk al verricht of niet? Ik wilde de laatste, energetische kruimels van het narcistische nest uit mijn jeugd opruimen, indien die nog van invloed waren op mijn leven vandaag de dag. Kruimels, keutels eigenlijk, die verder niet voor het publieke debat zijn. Want het is niet mijn ambitie om ze te gebruiken voor in een boek.
Met de grootst mogelijke zorg en toch wel wat zenuwen bereidde ik me voor op een ayahuasca sessie om dit te gaan onderzoeken, zes jaar na mijn eerste ayahuasca ervaring die uiterst lang en enigszins zwaar was, maar erna ongelooflijk veel goeds in mijn leven integreerde. Een sessie waarin ik antwoorden kreeg op grote levensvragen, oftewel de intenties die ik gesteld had. Een sessie waarin zelfs transgenerationele zaken helder werden en ontketend. Een sessie die me een tel terugbracht naar mezelf in de zestiende eeuw en die situatie opschoonde voor in het nu.
Voor mij is ayahuasca een plantmedicijn, of plantlerares zo je wilt, met de grootst mogelijke heling als doel en gevolg. Een heilige plant waar ik diep respect voor heb en die ik serieus neem, voorbij de beperkingen en (systematische of financiële) belangen van de menselijke aard van de behandelaars. Als er inderdaad iets heeft bestaan zoals een paradijs, een Gan Eden, dan was ayahuasca het middel van de wijsheid en magie. En de sjamanen, de echte – veelal vrouwelijke – leiders van de wereld. Tsja, wat zou ik die politici vandaag de dag, inclusief de landjes inpikkers en bestaansrechtafpakkers, goede ayahuasca toewensen. Die tijd komt nog wel.
De keutels waren niet zo spannend. Er was niets nieuws wat ik nog moest weten. Voor wie ayahuasca kent, ik vroeg haar waar de flitsscènes uit mijn leven bleven. Ze antwoordde me dat die er niet aankwamen, want alles was al opgeschoond. De reis was perfect. Subliem.
De intentie van gunning en liefde die ik had, bracht me in een zachte wereld van inzichten, waarin alles waar ik in mijn gedachte en hart mee speelde goed was. Gedurende vijfennegentig procent van de tijd had ik een grote glimlach op mijn gezicht en de helft van de tijd danste ik op mijn matrasje rondom G’d, oftewel de Bron – fladderend, dankbaar en vol toewijding.
Boven alles was de reis een immense viering van al het harde innerlijke werk dat ik gedurende vele jaren verricht heb. De twee prachtige dames die de sessie begeleidden, vertelden me over mijn schone aura. Een roze veld om me heen, alsof ik in een beschermende deken van liefde gewikkeld werd. Tot dan toe wist ik niet zoveel van aura af en geloofde ik in het bestaan, net zoals ik in het bestaan van karma geloofde – twijfelend. Van horen zeggen, maar het zal wel niet. In de ervaring van ayahuasca was er geen twijfel mogelijk. Aura bestond.
Lieve G’d, waarom? Omdat het zo is. Waarom? Omdat het zo is. Waarom? Omdat het zo is. Waarom? Omdat het zo is… Omdat Ik iets anders voor je heb. Lieve G’d, dank je wel.
Voor wie ayahuasca kent, ik kon soms sturen op de thema’s die de revue passeerden. Maar controle was er niet. Waar kwam G’d vandaan? OK, het was mijn diepste uitnodiging op zielsniveau. En aura dan? Vrijdenker, vrijdoener en vrijzijner die ik ben. En dat kan in combinatie met deze openbaringen. Het is aan iedere generatie om G’d opnieuw te ontdekken, is het statement in het Jodendom, toch? Deze vrijdenker is G’d nooit kwijtgeraakt, ondanks de felle kritiek op de religie gemaakt en in stand gehouden door de baarden. Ondanks de keutels van de religie. Beyond religion hoorde ik in de songtekst van een prachtig nummer dat werd afgespeeld. Amen.
Ik besloot om in de mooie voorkamer in mijn eentje verder te reizen, iets verder van de rest van de groep af. De andere helft van de reis was ik net een Buddha. Rust en vreugde ken ik wel. Maar nooit eerder ervaarde ik zoveel vredigheid en licht, alsof ik een Buddha was, zelfs niet bij meditaties. Daar zat ik dan rechtop op de bank in de buurt van het raam, vol in het licht en in het roze van mezelf.
Lieve G’d, dank je wel. Maar ik kan het alleen op mijn manier. Dat is ook de bedoeling. Daar ben je naar gemaakt. Ik ben er. Altijd. Ik blijf. Altijd. Daar hoef je niets voor te doen.
Lieve G’d, hoe kan het dat ik me zo dicht bij jou, de Bron, voel? Hoe kan het dat ik daar een antenne voor heb? Ik ben er. Altijd. Er is geen moment dat ik er niet ben. Lieve G’d, dank je wel voor de antenne. Lieve ayahuasca, dank je wel voor de verbinding.
Lieve G’d, laat me nog even dicht bij je komen zitten. Laat me daar nog even blijven. Laat alles wat niet voor je bedoeld is los, zodat je kunt zijn wie je bent. Je hebt zo hard gewerkt. Fladder nu maar lichtjes in de buurt. Laat anderen je uitlachen of aanmoedigen in het leven; het maakt allemaal niet uit. Stay in your lane. Lieve Bron, dank je wel.
See you on the other side, zei ik nog tegen een paar vrienden voordat ik de ayahuasca sessie inging. Helemaal on the other side is inderdaad het geval. Over de heuvel zelfs. Vanaf nu gaan we inzoomen op stukjes licht en juist die inzetten voor het grotere goed.
“Mag alle kwaad dat je zou kunnen weerhouden van je beschermd worden,” zei medevrijdenker Oliver nog tegen me. Amen. Mag dat voor jullie allemaal gelden.
Een mooi 5783, met heel misschien een antenne die uitgestoken kan worden. Voor een glimps van G’d. Want laten we eerlijk zijn, is dat in essentie niet het aller-, allermooiste om te ervaren?
cover: sunset, beeld, Pexels free wallpapers