Juriste Maria Cuartas bespreekt een parasja die helemaal bij haar past. Het gaat over Recht, het recht en niets anders dan het recht.
Salomon Bouman bespreekt een andere vorm van recht of beter rechtvaardigheid. In een kwestie waar niks rechtvaardigs aan is: de moord op elf Israëlische atleten in 1972. De herdenking zal plaatsvinden met de nabestaanden zoals Ankie Spitzer (weduwe van de vermoorde schermer André Spitzer) uitonderhandelde in een jarenlang gevecht met behulp van de advocaten Carry en Geert-Jan Knoops. We zijn een beetje trots op dit trio doorzetters dat de stugge Duitse autoriteiten op de knieën kreeg.
Gelukkig wordt er zo nu en dan wat gedaan aan de bestrijding van dat vreselijk beest dat weer de kop opsteekt, zo hoorde ik deze week op een conferentie voor gastsprekers over antisemitisme en de Shoah. Kennis over het joodse erfgoed en de joodse cultuur zijn daarbij essentieel, zo zei Gert-Jan Segers, fractievoorzitter van een regeringspartij. Dat geeft hoop.
In een nieuwe serie ‘Joodse bladen uit de vooroorlogse jaren’ laten we zien hoe rijk de joodse cultuur was voordat de gemeenschap werd gedecimeerd. Letterlijk, slechts tien procent van al die boeiende mensen die je tegenkomt in deze bladen overleefde de oorlog. Frits Slicht onderzoekt al jaren deze bladen en we beginnen met De Joodsche Post uit 1921. Dit verhaal verscheen eerder op specifieke sites, maar we vinden het thema zo belangrijk dat we Slicht alle ruimte bieden.
Over rijke Joodse cultuur gesproken. Onze medewerker ‘museaal erfgoed’ bezocht het Israel Museum en zag de interieurs van synagoges. Hij hoorde daarbij een soundscape. Een geluidslandschap met muziek samengesteld uit melodieën die ooit in deze synagogen klonken. Paul Ariese schrijft dan de mooie zin:
“Ik heb naar de gezangen geluisterd als naar een echo van heiligheid.”
Helaas kunnen we deze soundscape niet opnemen in deze krant, u moet ervoor naar Jeruzalem.
Bij de prof in onze feuilleton wordt het spannend: “voorzichtig, geen woord Jiddisj. Deze lui hebben overal hun spionnen. Als we al wat willen zeggen, laat dat maar aan mij over. Aan mijn Frans te horen zal niemand herkennen dat wij uit Antwerpen komen.”
Chaim, wiens aandoenlijke portret geschilderd door Anne Muller deze week in De Vrijdagavond staat, blijkt heel dichtbij de kunstenares te staan.
Ephraïm Goldstoff vertelt over een domme zet van een Rosj Jesjiewe in Rusland eind negentiende eeuw. De kleine Lev Bronstein werd de toegang geweigerd omdat papa het schoolgeld niet kon betalen. Lev werd Leon, Bronstein werd Trotski en de rest geschiedenis…
De maand Elul is begonnen, tijd voor bezinning. Dat doen we, met kennis, met verhalen, met kunst en met de echo van heiligheid.
sjabbat sjalom
Geef als eerste een reactie