In de jaren tachtig en negentig kwam ik veel in New York. Als ik over Sjabbes bleef dan ging ik naar sjoel in de Fifth Ave Synagogue, met Malewanie als Chazzan en twee Rabbijnen.
Er werd in een derasja over de Clal gesproken, ik had geen idee waar de Rabbijn het over had. Elie Wiesel dawwende daar ook in sjoel. Ik sprak hem tijdens de kiddoesj en vroeg hem naar de betekenis van Clal, dat staat voor Centre for Learning and Leadership*.
De Clal was een organisatie, vertelde hij, waar de vijf grote stromingen in het Jodendom in de Verenigde Staten waren vertegenwoordigd met het doel elkaar inzicht te geven over Joodse vraagstukken. Hoe zij daarmee om gingen, niet om elkaar te overtuigen van ieder van zijns gelijk, maar om drempels weg te halen en problemen gezamenlijk aan te pakken. En vragen te stellen als: Hoe ziet het Jodendom eruit in 2030?
Die jaren waren er grote vraagstukken met assimilatie, gioer en vele andere zaken. Ik raakte zeer onder de indruk van het verhaal van Elie Wiesel.
Terug op mijn kantoor in Amsterdam deelde ik het verhaal dat mij bezighield met een van mijn medewerkers. Deze persoon was lid van de LJG, de Liberaal Joodse Gemeente. Enkele weken nadat ik dat verhaal vertelde over de Clal, kwam deze medewerker na het weekend op kantoor en vertelde me dat zijn Rabbijn, David Lilienthal, in zijn derasja had gesproken over dit New Yorkse initiatief.
Ik besloot onmiddellijk in actie te komen. Ik nam contact op met Rabbijn Lilienthal. We spraken af om op korte termijn bij elkaar te komen. Het gesprek liep gesmeerd. We maakten twee lijsten, een met namen van leden van de LJG en een met leden van de NIHS1 met mensen die kennis van Joodse zaken hadden en een discussie aan konden gaan.
Clal, Centre for Learning and Leadership, werd opgericht in de VS door Rabbi Steve Shaw z”l, Rabbi Irving (Yitz) Greenberg en Elie Wiesel z”l, omstreeks 1974
Eerst benaderde ik alle NIHS-rabbijnen met het verzoek mee te doen met Clal en in discussie te gaan over Joodse zaken en halachische problemen. Het was niet de bedoeling om elkaar te overtuigen van elkaars standpunt maar om inzicht te geven waarom de liberale Rabbijnen bepaalde vraagstukken zo aanpakten en de NIHS (meer orthodoxe) Rabbijnen dat op hun manier deden.
Alle Rabbijnen van de LJG zowel als die van de NIHS deden mee. We hielden gedurende een paar jaar huiskamerbijeenkomsten. Er waren altijd twee Rabbijnen aanwezig, een van de LJG en een van de NIHS. Op enig moment besloten we publiek te gaan.
uit alle geledingen
In het begin huurden we een zaal in het tennispark van Maccabi, we plaatsten een advertentie in het NIW met de discussiepunten die op de agenda stonden en de namen van de Rabbijnen uit beide gemeenschappen die in het panel zaten. We hadden veel enthousiaste toehoorders. Zij kwamen uit alle gelederen. Liberaal, orthodox en ultraorthodox. We hadden veel succes.
Alle aanwezigen waren zeer geïnteresseerde en betrokken mensen die een afspiegeling waren van onze gevarieerde Joodse gemeenschap. Ik denk dat we ongeveer vijf openbare bijeenkomsten hielden.
Op enig moment hadden we een bijeenkomst in de benedenruimte van het Joods Cultureel Centrum. Er waren ongeveer 120 mensen in de zaal, die was vol.
In het panel zaten de twee bevriende Rabbijnen van de verschillende stromingen en wel Rabbijn Grussgott en Rabbijn Groen2. Mij werd voor aanvang van de bijeenkomst medegedeeld dat ik het publiek moest inlichten dat om halachische reden het niet geoorloofd was dat de beide Rabbijnen rechtstreeks met elkaar in discussie mochten gaan.
niemand verliet de zaal
De vragen werden aan mij gesteld door het publiek, ik gaf de vragen dan door eerst aan de ene en vervolgens aan de andere Rabbijn, en de antwoorden kwamen ook weer naar mij toe. Met andere woorden ik was de spil in de discussie. De zaal was vol. Er waren orthodoxe, liberale en ultraorthodoxe geloofsgenoten. Na mijn korte uiteenzetting over de gang van zaken gaf ik het publiek vijf minuten de tijd om de zaal te verlaten als men zich niet kon vinden in dit beleid.
Niemand verliet de zaal. Het werd een bijzondere, betekenisvolle avond die heel prettig verliep met interessante discussies. Het was Motsae Sjabbat3 toen de bijeenkomst plaatsvond. De volgende morgen zou Rabbijn Grussgott ten overstaan van drie Opperrabbijnen een morenoe-examen afleggen om nog een extra titel te ontvangen.
Boze ultraorthodoxe ‘krachten’ belden de drie Opperrabbijnen midden in de nacht op en vertelden hun een gefabriceerde leugen dat Rabbijn Grussgott rechtstreeks in discussie was met een Liberale Rabbijn. Het gevolg: alledrie meldden zich ziek. Rabbijn Grussgott heeft dat examen nooit kunnen afleggen.
Ondergetekende ontving een brief van het Rabbinaat dat als hij met de Clal zou doorgaan, zij niet kon instaan voor de voortzetting van zijn religieuze leven in de Kille. Met andere woorden, ik zou in de ban worden gedaan. Ik ben daar enorm van geschrokken.
Terwijl ik trots had moeten zijn dat na de cherem op Spinoza, ik hetzelfde lot zou ondergaan.
Dat werd het einde van de Clal4.
1 Nederlands-Israelitische Hoofdsynagoge, ofwel Joodse Gemeente Amsterdam
2 red.: de namen Grussgott en Groen zijn gefingeerd
3 uitgaande sjabbat ofwel direct na sjabbat op de zaterdagavond
cover: illustratie van de site van Clal
4 Internationaal bestaat Clal nog altijd
Boeiend verhaal…,dank Ephraim.
Aantal boeken van Eli Wiesel gelezen.
Hi Ephraim interessant verhaal wwaar ik ook een beetje misselijk van werd. Niet dat het hier (in IL) veel beter is. Wellicht interesseert het je, dat Raw Jits Greenberg en zijn vrouw Blu, tegenover ons wonen (Hij is inmidd els tgen de 90), in een groot huis waar op de lagere verdieping een van zijn zonen met vrouw en 7 kinderen wonen. Wij hebben fijn contact met hen en op Shabbat dawwenen samen in ons straatminjan dat nu al bijn 2,5 jaar bestaat. Mcht je Raw Jits iets willen vragen dan kan ik bemiddelen, Groet en Shabbat Shalom, Ephraim E.
Hi Ephraim dank voor je bericht ik zou het zeer zeker leuk vinden Jitz te ontmoeten vr gr Ephraim