Paul Ariese, onderzoeker religieus erfgoed, ontdekt in Jeruzalem het interieur van een synagoge die eind zestiende eeuw werd gebouwd in het Noorden van Italië. Tot zijn verrassing worden er in deze sjoel nog altijd diensten gehouden door de Italiaans-Joodse gemeenschap. Deze verbinding tussen erfgoed en actuele religie intrigeert en roept vragen op.
Onverwachts stap ik een andere wereld en een andere tijd binnen. De levendigheid van Hillel Street in West-Jeruzalem achter me latend, klim ik twee trappen naar boven in een gebouw uit de negentiende eeuw dat ooit onderdak bood aan Duitse katholieke pelgrims. Nog één deur door, en ik bevind me in Italië, om precies te zijn in de synagoge van Conegliano Veneto waarvan het interieur terug te voeren is tot 1701.
De ruimte heeft de intimiteit van een klein baroktheater. Aan weerszijden staan houten banken – hoeveel generaties hebben hier gezeten? De ark tegen achterwand trekt direct de aandacht, fraai omlijst als zij is door verguld houtsnijwerk waarin bladmotieven domineren. Vergelijkbare schoonheid zie ik in de half geopende vensters van de vrouwengalerij. Samen met mij verkent een groepje tienjarigen de synagoge. De stem van hun museumdocent brengt ons in het heden. Behoedzaam haalt hij de Tora voorhang weg, een fijn borduursel van blauwe bloemen met de Tien Geboden in goud, en toont ons de deuren van de ark met daarop een verbeelding van de boom des levens. Aan de binnenzijde van de deuren zijn, net als boven de ark en op de voorhang, de twee tafelen afgebeeld. De ark zelf is leeg, op een wat verloren ogende Tora-kroon na. De jongens gaan intussen verder op ontdekkingstocht. Wat zit er verstopt onder het dekkleed op de lezenaar? Wat is het verhaal van deze plek?
Umberto Nahon Museum
De synagoge van Conegliano Veneto is het belangrijkste object in de collectie van het Umberto Nahon Museum voor Italiaans-Joodse Kunst dat sinds 1983 in dit pand huist. De locatie is geen toevalligheid: al vanaf de jaren veertig houden leden van de Italiaans-Joodse gemeenschap diensten in dit voormalige onderkomen van de Deutscher Verein vom Heiligen Lande, en zij zijn het ook die in diezelfde periode het initiatief namen om de belangrijkste delen van het synagoge-interieur van Conegliano naar Israël over te brengen. Aan het transport wordt geen ruchtbaarheid gegeven uit vrees dat het Bezalel Museum er lucht van krijgt en zich het interieur als museumobject toe-eigent.
De Conegliano Synagoge wordt op 4 april 1952 ingewijd. Door het verlies van de Oude Stad in 1948 en de vernietiging van de synagogen aldaar is zij op dat moment ook de oudste functionerende synagoge in Jeruzalem. De synagoge kent een lange en bewogen geschiedenis. Het interieur zoals we dat nu in het museum zien, grijpt terug op de inrichting uit 1701. De ark maakt oorspronkelijk onderdeel uit van een oudere synagoge elders in het getto van Conegliano – een dorp zo’n 60 kilometer ten noorden van Venetië. De ‘nieuwe’ synagoge is in gebruik tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. De laatste dienst wordt gehouden op Jom Kippoer in 1918, door Joodse soldaten van het Oostenrijks-Hongaarse leger en legerrabbijn Harry Deutsch.
De huidige reconstructie is niet helemaal identiek aan het origineel: de synagoge in Conegliano had twee zij-ingangen; de twee zwaartepunten in het interieur, ark en bima, waren tegen de andere wanden gesitueerd. In het museum betreed je de ruimte via de achterzijde, en als gevolg daarvan staat de bima nu min of meer in het midden. De vrouwengalerijen met hun fraaie vensters worden pas in 1989 aan de ruimte toegevoegd. De integratie in het museum opent een vierde hoofdstuk in de biografie van het synagoge-interieur. Toch is er ook sprake van continuïteit: tot op de dag van vandaag houdt de Italiaans-Israëlische gemeenschap hier nog regelmatig diensten op Sjabbat en feestdagen. Daarbij volgen zij de Minhag Bnei Roma, die zijn oorsprong vindt in de periode van de Tweede Tempel – Jeruzalem is in Rome nooit ver weg geweest.
intrigerend samenspel
Ik bezoek het museum terwijl ik in Israël ben voor een conferentie waar ik mijn promotieonderzoek naar gemusealiseerde synagogen presenteer. Waar erfgoed en religie in sommige musea strikt gescheiden werelden vormen, raken en overlappen deze elkaar in gemusealiseerde synagogen. Die ontmoeting levert een intrigerend samenspel op: voor wie sta je, als je hier naar binnen gaat? Het afwisselend of gelijktijdig gebruik als religieus object en museaal object kent praktische uitdagingen. Anders dan wat bijvoorbeeld in de Portugese Synagoge in Amsterdam praktijk is, verwacht het Museum voor Italiaans-Joodse Kunst niet dat mannelijke bezoekers een keppel dragen bij een doordeweeks bezoek. Maar net als in Amsterdam heeft de Italiaanse gemeenschap in Jeruzalem er intussen vrede mee dat sommige ceremoniële voorwerpen te kwetsbaar zijn om nog in handen te nemen. Los van de praktische vraagstukken die dit dubbelgebruik met zich meebrengt vertellen dergelijke plekken ook op een ander niveau intrigerende verhalen: de barokke synagoge visualiseert de wisselwerking tussen de Joodse gemeenschappen en hun Italiaanse omgeving gedurende de zeventiende en achtiende eeuw.
synagogale collectie
Het transport van Conegliano naar Israël kort na 1948 laat zich opvatten als een vorm van thuishalen. Eenmaal in Jeruzalem blijft de synagoge een levende herinnering aan dat tijdelijke onderkomen in Italië. De geschiedenis van de Conegliano Synagoge is exemplarisch voor het stapsgewijze proces van erfgoedisering van religie. De oorspronkelijke gedachte achter het verschepen van het synagoge-interieur en ceremoniële voorwerpen uit de Italiaanse diaspora is het continueren van religieus leven in Israël – een museale bestemming is op dat moment helemaal buiten beeld. Halverwege de jaren vijftig beschikt de gemeenschap echter over zoveel voorwerpen uit Italië dat deze voor het eerst in een aparte kamer worden gepresenteerd, als een synagogale collectie. In 1983 vindt de volgende stap plaats, met de oprichting van het Museo di Arte Ebraica Italiana Umberto Nahon. De verschuiving van religie naar erfgoed roept spannende vragen op: is musealiseren niet een vorm van seculariseren? Heeft een religieus voorwerp achter vitrineglas nog wel zeggingskracht, afgezien van z’n historische of esthetische waarde? Het voorbeeld van de Conegliano Synagoge laat zien dat religieuze voorwerpen ook in een museale omgeving tot leven kunnen komen. Ontegenzeggelijk anders dan in hun oorspronkelijke setting, maar daarmee niet minder geladen.
De Conegliano Synagoge lijkt sterk op de Vittorio Veneto Synagoge in het Israël Museum in Jeruzalem, samen met synagoge-interieurs uit Duitsland, India en Suriname onderdeel van de zogenaamde ‘synagogeroute’ aldaar. Over de gelaagde betekenis van dit erfgoed een volgende keer meer.
Verantwoording: Voor het schrijven van deze bijdrage is gebruik gemaakt van de website van het museum, van de publicatie The Italian Jewish Cultural Centre in the Heart of Jerusalem en van notities gemaakt tijdens het bezoek van de auteur op 9 juni 2022.
Praktische informatie: Museo di Arte Ebraica Italiana Umberto Nahon
cover:jonge bezoekers in de Conegliano Synagoge in Jeruzalem, foto auteur
Geef als eerste een reactie