1 juli Keti Koti Vrij

Keti Koti monument in Rotterdam

Gaat het alweer over slavernij? Het is al zo lang geleden… stop met slachtoffer zijn. Wat hebben wij ermee te maken? En waren het niet Afrikanen die Afrikanen verkochten? En vroeger bij de Romeinen was er ook al slavernij… Deze teksten hoor je telkens weer als iemand ervoor pleit om 1 juli tot nationale herdenkings-en feestdag te maken. “Laten we er wel over praten”, zo besluit het filmpje waar ik bovenstaande citaten uit pluk.

Herdenking en festival

Jaarlijks geniet ik op 1 juli van het feest in het Amsterdamse Oosterpark dat wordt gevierd ter ere van de afschaffing van de slavernij in Nederlandse koloniën. Het is een ieder jaar groter wordend festival dat plaatsvindt bij het officiële monument ter herdenking aan de eeuwenlange slavenhouderij traditie in de Nederlandse geschiedenis. Muziek uit alle windstreken, kraampjes met info en bara, met pom (kipgerecht uit de joods-Surinaamse keuken) en saté, spelende kinderen en vrouwen in prachtige klederdracht die meelopen in de Bigi Spikri (grote spiegel), een optocht die jaarlijks wordt gehouden vanaf het stadhuis op het Waterlooplein.

Ieder jaar weer verbaas ik me er over dat er zo weinig mensen rondlopen die op mij lijken. Want is dit niet een geschiedenis die heel Nederland aangaat? Een verleden tijd die nog altijd doorwerkt overal tot in de kleinste steden en in alle lagen van de bevolking?

Daarom pleit ik ervoor dat deze dag een officiële vrije dag wordt, met de Koning en premier en de nationale TV die alles uitzendt.* Alleen als 1 juli Keti Koti deze status verwerft, zal er wekenlang aandacht voor zijn in de media en kunnen serieuze onderwijs- en museale programma’s worden ontwikkeld.

kinderen spelen in Oosterpark tijdens Keti Koti 2019
kinderen spelen in Oosterpark tijdens Keti Koti 2019, foto Bloom

Drie procent?

Vorig jaar pleitte Ilan Roos in deze krant voor meer aandacht voor Keti Koti, maar hij was tegen een vrije dag. Met meerdere argumenten waarvan ik een argument vaak hoor. Geen vrije dag, zo stelt Roos, omdat slechts drie procent Nederlanders een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond heeft. Ilan Roos: “Die 3% leven overwegend in grote steden als Amsterdam en Rotterdam. Het Nederlandse slavernijverleden is onmiskenbaar en herkenbaar verbonden met een aantal grote steden”. 

In het langlopende project Mapping Slavery worden minitieus alle sporen nageplozen die de slavernij achterliet in zowat elke stad in Nederland. Overal waren investeerders te vinden in de West Indische Compagnie die de slaven vervoerden en de specerijen mee terugnamen. Zoals het huis dat werd gebouwd door Allard Gaykinga in Warfhuizen. Hij investeerde in 1643 fl 33.750 in de WIC (West Indische Compagnie), ongeveer vier ton nu. Met historisch onderzoek en video’s struint dit project door het land om het slavernijverleden in kaart te brengen. Zoals in onderstaande film.

uit Mapping Slavery

Dit project staat onder leiding van de historica Dienke Hondius. Zij legde eerder de vinger op de zere plek: het lang miskende antisemitisme in Nederland met haar boek Terugkeer, over antisemitisme na de bevrijding. Dit boek uit 1994 opende veler ogen over hoe moeilijk terugkerenden uit kampen en onderduik het hadden in Nederland en hoe lang de nasleep was voor erkenning en vergoeding van gestolen goederen. Een nasleep die tot op de dag van vandaag duurt.

Polder-Hollands

De slavernij is toch al in 1863 afgeschaft hoor je vaak als tegenargument tegen een vrije herdenkingsdag. Ja, op z’n ‘polder-Hollands’ werd het afgeschaft: eerst moesten de slaafgemaakten nog tien jaar dwangarbeid verrichten voor hun bazen, terwijl die bazen zelf gecompenseerd werden voor hun ‘verlies’. Die slavenhouderij op de Nederlandse plantages in de West duurde ruim drie eeuwen lang. Dat betekende dat mensen generaties lang uit hun omgeving, hun cultuur, tradities werden getrokken en het elders ver weg in een afgebrokkelde en veramde omgeving na hun bevrijding moesten te zien te redden.

Bovenal moesten de vrijgemaakten opboksen tegen een eeuwendurende vergoeilijking van slavernij van donkere mensen uit Afrika: zij waren immers ‘primitief’ danwel ‘geboren om hard te werken’ en waren vooral niet zo beschaafd als de blanke Hollanders en Zeeuwen die hen verscheepten, verkochten en als slaven lieten werken. Die beschavingsretoriek kwam mee met, of werd gelegitimeerd door, de christelijke zending en missie. Negatieve vooroordelen over mensen uit Afrika hoorde eeuwenlang bij de algemeen geaccepteerde kennis. Tot ver in de twintigste eeuw verschenen er volkenkundige boeken waarin deze raciale theoriën uit de doeken werden gedaan.

Hoewel de Portugeze Joden ook een klein deel van deze Transatlantische slavernij op hun konto schreven, ken ik geen bronnen die deze specifieke vorm van slavernij vergoeilijken met een retoriek van superioriteit.

kinderen spelen in Oosterpark tijdens Keti Koti 2019
Spelende kinderen op Keti Koti, Oosterpark 2019, foto Bloom

Slavernij gelegitimeerd met verwijzing naar een huidskleurverschil tussen zwart en wit (‘blank’ is een neutraal woord dat ‘geen kleur’ aanduidt en daarom niet meer wordt gebruikt) is, zover ik weet, een typisch Westerse uitvinding. En werkt door in de haarvaten van de maatschappij. Dat was onlangs te zien in de documentaire De Blauwe Familie van Maria Mok en Meral Uslu over hoe een ‘andere’ achtergrond en/of donkere huidskleur tot discriminatie leidt bij de politie.

Blauwe Familie

Het is een schokkend verslag van hedendaags racisme door witte politiemannen die zich superieur wanen. In alle verslagen die ik de laatste tijd lees over hoe donkere mensen maatschappijbreed in dit land racisme ervaren, kom ik dezelfde patronen tegen. Patronen van discrimintatie en vergoeilijking waarvan ‘grapje, lach er toch om’ wel het meest voorkomende is. En ja, ik ben blij dat deze verhalen eindelijk loskomen, want er is moed voor nodig. Dat gedicrimineerden niet meer ‘om de goede vrede’ hun mond houden. Of discriminatie accepteren (en soms zelfs meelachen om ongepaste grappen) uit angst voor ontslag. Zoals deze poltiemensen vertellen.

TV uitzending van De Blauwe Familie, door Maria Mok en Meral Uslu, uitgezonden 23 mei NPO2

Voordelen van vrije dag

Als 1 juli een gewone werkdag blijft, zal het aan de aandacht ontsnappen in veel plaatsen in Nederland, wordt iets van ‘die daar in de grote steden’.

Zo’n dag vrij betekent dat de scholen er aandacht aan besteden, want ja, waarom een vrije dag? Dan kunnen al die mensen die zich nu uitspreken over hoe zij alledaags racisme ervaren dat in de media en op scholen vertellen, want dat is het verhaal hoe het slavernijverleden doorwerkt. Dan worden wetenschappers en tentoonstellingmakers gestimuleerd om diepgaand onderzoek te doen, onder meer naar de verwevenheid van slavernij, christendom en kapitalisme of gewoon met de ‘Hollandse handelsgeest’.

Dan kunnen video’s als deze in het onderwijs worden getoond en besproken.

Het is mijns inziens ook een heel joodse gedachte om hier jaarlijks aandacht aan te besteden op een serieuze en door de overheid ingestelde dag. Door de overheid omdat de huidige overheid de erfgenaam is van de vaak stedelijke overheden die de slavernij mede organiseerden (zoals Amsterdam als stad) en ondersteunden.

Omdat wij weten

Een formele herdenkingsdag omdat wij weten hoe lang een geschiedenis van ontkenning, marginalisering, pogroms en genocide doorwerkt. Omdat wij het vanzelfsprekend vinden dat in de joodse kalender de bevrijding uit de Egyptische slavernij (tenminste 3300 jaar geleden) minstens één vrije dag waard is, een dag waarin wij het verhaal over de bevrijding uit slavernij elk jaar weer vertellen, zodat we er ons bewust van blijven wat slavernij is en hoe belangrijk het is bevrijding uit slavernij te vieren.


Keti Koti is dit jaar op vrijdag 1 juli. Het formele gedeelte van de herdenking start om 13:15 uur in het Amsterdamse Oosterpark. 

Bekijk hier het programma van Keti Koti in Amsterdam. In Rotterdam wordt het ook groots gevierd. In Den Haag met een theater- en filmfestival en op 30 juni met de bekende Keti Koti dialoogtafel.

* Rabin Baldewsingh, nationaal coördinator tegen Discriminatie en Racisme, bepleit dat deze formele vrije dag ingaat in 2023, 150 jaar na de feitelijke afschaffing van de slavernij. Ik hoop dat de nationaal Coördinator tegen antsemitisme, Eddo Verdoner, dit initiatief van harte ondersteunt.

cover: het bevrijdingsmonument in Rotterdam

Over Bloom 164 Artikelen
Achter Bloom gaat Wanda F Bloemgarten schuil. Socioloog en wetenschapsjournalist, onder meer Elsevier Science Publishers. Voor het NIW ontwikkelde zij de academische rubriek Periodica Judaica. Liefhebber van swingende diensten, actuele kunst en minimal music. Lid van NIHS/Amos en twee tennisclubs. Mede-oprichter en eindredacteur van De Vrijdagavond.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*