‘We zingen voor de nazi’s wat we niet kunnen zeggen’

Requiem van Theresienstadt

herrenbekleidung still uit film uit 1944

Vanwege corona is het twee keer uitgesteld, maar nu lijkt er niets meer in de weg te staan voor de uitvoering van het Requiem van Theresienstadt. Zondag 19 juni wordt het uitgevoerd in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Julie-Marthe Cohen, conservator van het Joods Museum, haalde dit aangrijpende concertdrama naar Nederland.

Dit concertdrama vertelt het verhaal van Joodse gevangenen in het doorgangsgetto Theresienstadt. Zij voeren het Requiem van Verdi zestien keer uit als daad van verzet tegen de nazi’s. De schrijver en dirigent van dit indrukwekkende stuk is de 82-jarige Amerikaanse dirigent Murry Sidlin. Hij komt speciaal voor deze voorstelling naar Amsterdam. “De uitvoering was geen amusement, maar een gevecht voor ons leven,” aldus een overlevende met wie hij sprak. 

Onbekende held

De hoofdpersoon in het concertdrama is de Tsjechisch-Joodse pianist en dirigent Rafael Schächter, een relatief onbekende held. Wanneer hij eind november 1941 vanuit zijn woonplaats Praag op transport moet naar Theresienstadt, pakt hij een partituur van het Requiem van Verdi uit de kast en stopt die in zijn koffer. De voormalige garnizoensstad Theresienstadt is dan in opdracht van de nazi’s door gevangenen omgebouwd tot doorgangskamp. Schächter treft er vooraanstaande joden, intellectuelen, wetenschappers, schrijvers, kunstenaars en musici zoals hij zelf. Voor de nazi’s is Theresienstadt een modelkamp, dat de buitenwereld moet tonen dat de Joden het daar nog zo slecht niet hebben.

De gevangenen krijgen enige ruimte voor de uitoefening van cultuur: er worden talloze lezingen gegeven, theatervoorstellingen gehouden en concerten georganiseerd. Zo draagt Schächter samen met andere musici bij aan een rijk cultuurleven, wat goed is voor de moraal. In een kelder met een ontstemde piano studeert hij met een samengesteld koor verschillende stukken in, waaronder Prodaná nevěsta (De Verkochte Bruid) van Bedřich Smetana en Mozart’s opera Le nozze di Figaro.  

In 1943 acht hij de tijd rijp voor het Requiem, zijn pièce de résistance. Hij laat 150 koorleden en de pianist Gideon Klein in de kelder samenkomen om te repeteren. De Latijnse tekst moeten de zangers uit het hoofd leren aan de hand van Schächters enige partituur. Deze avondbijeenkomsten maken de dwangarbeid overdag enigszins dragelijk.

Repetitie van Verdi’s Requiem, 23 juni 1944. Foto: Maurice Rossel (Collectie
International Committee of the Red Cross)

Daad van verzet

Schächters uitvoeringen van Verdi’s katholieke dodenmis brengen onrust in het kamp. Waarom geen stuk met joodse thematiek, dat elders verboden is? Schächter vindt dat ook stukken die geworteld zijn in het christendom in het kamp te horen moeten zijn. Het Requiem wordt gezongen als daad van verzet onder het motto ‘We zingen voor de nazi’s wat we hun niet kunnen zeggen.’ Het Libera me (Verlos me) heeft in Schächters versie de betekenis van ‘Bevrijd me’ en in het Dies Irae (Dag van toorn) zijn de nazi’s de slechteriken die op de Dag des Oordeels door God gestraft zullen worden. De rabbijnen en de Raad van Ouderlingen zijn bang dat, als de Duitsers de bedoeling achterhalen, ze Schächter zullen ophangen en het hele koor zullen deporteren, aldus een overlevende. Maar Schächter zet door.

De angst voor deportatie naar de vernietigingskampen is een wezenlijk onderdeel van het kampleven: als doorgangsgetto draait Theresienstadt in 1943 op volle toeren. Dat is ook Schächters realiteit: hij moet zijn koor twee keer opnieuw samenstellen en zijn repetities van voor af aan beginnen. 

Dan is het is 23 juni 1944: onder begeleiding van hoge SS-ers brengen afgevaardigden van het Internationale en Deense Rode Kruis een inspectiebezoek aan het kamp. Daarvoor zijn talloze gevangenen van het overvolle Theresienstadt gedeporteerd en is het kamp omgebouwd tot ‘gewone’ stad met winkels, cafés en een speeltuin. De nazi’s misbruiken het culturele leven als propaganda: als onderdeel van de misleiding moeten ook Schächter en zijn koor – inmiddels gereduceerd tot 60 leden – het Requiem van Verdi uitvoeren voor het internationale gezelschap. De nazi’s slagen in hun opzet. Even later worden Schächter en de meeste van zijn koorleden gedeporteerd naar Auschwitz. Zij zullen het einde van de oorlog niet meer meemaken.

Kracht van muziek

In 2009 ben ik in Praag om de Holocaust Era Assets Conference bij te wonen. Vijfhonderd deelnemers uit 46 landen maken hier afspraken over de restitutie van door de nazi’s geroofd joods bezit. Ter afsluiting van de conferentie rijden bussen ons naar het nabijgelegen Theresienstadt, waar we in een van de kazernes het Defiant Requiem bijwonen. Het twee uur durende stuk laat op alle aanwezigen een verpletterende indruk na. Niemand kan na de laatste noot nog een woord uitbrengen, in de kazerne heerst een drukkende stilte. 

Sidlins stuk laat me niet meer los. Terug in Amsterdam zoek ik telefonisch contact met hem. Hij heeft ons als toeschouwers de geschiedenis niet louter laten waarnemen, maar ons door de overtuigende wisselwerking tussen de muziek en de ingeweven narratieve elementen – theatrale monologen, videofragmenten van interviews met overlevenden en historische filmbeelden – laten ervaren hoe de grens tussen het verleden en heden vervaagde, zodat wij het gevoel kregen er zelf bij te zijn geweest. Sidlin vertelt dat hij in de jaren negentig over deze gebeurtenis heeft gelezen en diep geraakt werd en dat hij met overlevenden over hun ervaring met Schächter sprak. En hij vervolgt: ‘De nazi’s hebben het ergste laten zien van waartoe de mensheid in staat is, de gevangenen hebben als reactie hierop, uiting gegeven aan het beste waartoe de mensheid in staat is: creativiteit vanuit het hart via kunst en muziek.’ Schächters moedige optreden inspireert Sidlin tot het schrijven van het Defiant Requiem (Requiem als daad van verzet). Dit eerbetoon aan Schächter is tevens een aanklacht tegen de Jodenvervolging en een ode aan de kracht van muziek, die gevangenen in mensonterende, helse omstandigheden hielp hun menswaardigheid en geestkracht te bewaren.

Naar Nederland

Tijdens deze eerste ontmoeting ontstaat het idee om het stuk naar Nederland te halen. Sindsdien zijn er dertien jaar verstreken. ‘Stichting Requiem van Theresienstadt: Stemmen van Verzet’, die in 2014 wordt opgericht om de uitvoering van het Requiem van Theresienstadt (de Nederlandse titel van Defiant Requiem) in Amsterdam te realiseren, zal dat doel op 19 juni hebben bereikt, wanneer Sidlin zijn aangrijpende meesterwerk in de Beurs van Berlage uitvoert met het Radio Filharmonisch Orkest, het Nederlands Concertkoor, vier internationale solisten en de acteurs Hans Dagelet en Tine Joustra. 

Tuschinski maandagavond 20 juni

Op maandag 20 juni (om 19:15 in de grote zaal) vertoont de Amsterdamse bioscoop Tuschinski Defiant Requiem. Deze film over de totstandkoming van Sidlins concertdrama geeft een indringend beeld van de gebeurtenissen die zich in 1943/4 hebben afgespeeld. Na afloop is er Q&A met Murry Sidlin onder leiding van Andrea van Pol.

Voor meer informatie en tickets: www.stemmenvanverzet.nl


cover: een deel van Theresienstadt werd omgebouwd tot ‘gewone’ stad, foto archief auteur

Over Julie-Marthe Cohen 1 Artikel
Julie-Marthe Cohen is conservator cultuurgeschiedenis in het Joods Museum Amsterdam. Zij maakt tentoonstellingen (o.a. Joden in de Cariben, Joden en het Huis van Oranje) en publiceert over uiteenlopende onderwerpen. Momenteel is zij bezig met een proefschrift over de nazi-roof van Joodse rituele voorwerpen en de naoorlogse restitutie. Foto auteur: Julie Blik

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*