“Our God was a woman”, schrijft Erga Netz in haar verhaal over hoe het toneelstuk Oh God! tot stand kwam. In Israel was het stuk zeer populair én omstreden, de Nederlandse uitvoerig wellicht nog meer. Bijna blasfemisch, in ieder geval een gotspe… Want God was niet alleen een vrouw, zij ligt ook nog eens op de sofa bij de psych. Deze bijzondere godheid wordt gespeeld door de producer zelf. En dat is Erga Netz, de grote macher van Israelische cultuur in Nederland. We zijn superblij dat Netz ons bijna wekelijks op de hoogte houdt van deze bloeiende cultuurtak in ons land. En vooruit, zij mag in het Engels schrijven, hoewel haar Nederlands bijna perfect is. Maar niet zo goed als haar Engels en zeker niet als haar moedertaal Ivriet.
Een veel serieuze gotspe komen we tegen in de avonturen van Professor Zelmanovitch in onze wekelijkse feuilleton. De prof is zodanig in verwarring dat hij in de goot belandt. En nog wel nadat hij werd genodigd aan de Tish van de Rebbe:
“Als een bezeten film vliegen de beelden voorbij. Nu sta ik op 14th Avenue, vlak voor het einde van sjabbes. Waar stond ik vorige week om deze tijd? In die hele andere wereld, een avondje casino. En de week daarvoor? En de week daarvoor? Weer draai ik me om naar de goot. Mijn chutspe klapei ma’alo, mijn “gotspe tegenover de Eeuwige”.
Salomon Bouman ziet hoe de Israelische politiek in warrige kronkels verandert ofwel in een besluiteloze mist. Mocht Bennetts minderheidsregering vallen dan is er in de Knesset geen werkbare meerderheid om een nieuwe regering te vormen. Maar maakt men zich er druk om? Bouman betwijfelt het. Israel bloeit, althans de bouw groeit als nooit tevoren. Bouman (what’s in a name) nodigt minister De Jonge (van woningbouw) uit om eens een kijkje te nemen hoe ze dat toch doen in het land van melk en honing (en steen, staal, glas en beton).
Beschrijft Bouman de politieke warboel in het Israel van nu, Meir Shalev bekijkt het in de oertijd van ons volk. Onze bijbelexegeet Kees Kok – echt waar, met Kees hebben we moderne theoloog en topuitpluizer in huis – herleest Meir Shalev’s In den beginne. Shalev ontkomt niet aan kritische noten over de politiek toen.
“Iedereen houdt van Koning David, maar hij houdt in wezen van niemand”, zo vat Kok Shalev’s oordeel samen over de meest populaire Malach. De bijbelse Kronieken, die zijn wandaden verzwijgen of goedpraten, noemt Shalev ‘de grote Sovjet Encyclopedie van het Joodse volk’. Zo ontmythologiseert hij er flink op los, maar het gaat daarbij nooit om een koude sanering. Er komt veel moois voor in de plaats, nieuwe inzichten en vergezichten, aldus Kees Kok.
Speciaal voor De Vrijdagavond schrijft Kok een serie diepgaande beschouwingen over hoe joodse schrijvers omgaan met de bijbel, met God en met zichzelf, ofwel het jood-zijn. Een serie die eigenlijk geen jood (of ander monotheïstisch geïnteresseerd mens) mag missen, als ik zo vrij mag zijn.
Is voor Shalev de bijbel een bron van inspiratie, dat is het ook voor onze wekelijkse parasja-schrijvers. Parasja, de meeste lezers weten het, is het stukje Tora dat wekelijks in sjoel wordt gelezen. Deze week is het Naso en onze uitlegger, modern-orthodoxe docente Josefa Meijer, komt met een heel mooie uitleg van het woord shalom (shalom in haar schrijfwijze die we voor deze keer overnemen):
Shalom komt van het woord Shaleem / Shlemoet en is te vertalen als volledigheid, perfectie. Het is wanneer mensen echt om elkaar geven, het vereist een positieve en zorgzame relatie. Een vriendschap kan bestaan omdat je wederzijds voordeel ervaart. Maar diepere relaties zijn gebaseerd op zorg en bezorgdheid.
Echt om elkaar geven, dat is waar het om gaat – ook als de koppen eens tegen elkaar botsen.
Verdi’s Requiem
Diep geroerd werd ik door het verhaal van Julie-Marthe Cohen over Verdi’s Requiem dat in Theresiënstadt werd opgevoerd. Het is in een nieuwe dramatische uitvoering volgende week in Amsterdam te horen. Cohen bracht deze bijzondere uitvoering naar Nederland, en De Vrijdagavond verwelkomt met haar een ware macher. Julie-Marthe vertelt niet alleen hoe het Requiem terechtkwam in die vermaledijde ‘Stadt’, maar ook hoe het nu op grootste wijze (in het echt, op radio, TV en bioscoop) in ons land wordt uitgevoerd.
Net als bij Shalev komen we in het Requiem een spannende interreligeuze twist tegen. Want is Verdi’s Requiem niet een door-en-door katholiek stuk? Julie-Marthe Cohen vertelt hoe Verdi’s dodenmis onrust bracht in het kamp. “Waarom geen stuk met joodse thematiek dat elders is verboden?”, zo vroeg men zich destijds af. De dirigent in Theresiënstadt vond dat ook stukken die geworteld zijn in het christendom in het kamp te horen moeten zijn. Hij legt het Requiem uit als een daad van verzet: ‘We zingen voor de nazi’s wat we niet kunnen zeggen.’ Wat een bijzonder evenement volgende week zondag in de Beurs van Berlage.
Nu eerst werken aan shalom, aan diepere relaties gebaseerd op zorg en bezorgdheid.
shabbat shalom
Geef als eerste een reactie