Deze week duiken we de joodse traditie in van verantwoordelijkheid nemen voor ons gedrag in Diep gevoelde excuses openen de weg naar herstel van Aviva Pels, kenner van de klassieken.
Dit is geen toeval. We kregen kopij aangeboden over een heel onverkwikkelijke zaak van kort na de oorlog die al decennialang speelt. Er stonden enorm veel zaken in dat stuk, met details die het hart beroeren en details die roepen om een tegenwoord. En toch hebben we dat stuk, en een eventueel weerwoord, niet geplaatst.
Willen we dan geen polemiek in De Vrijdagavond? Jawel, heel graag zelfs. Zo werden onze stukken over die vermaledijde ‘Verraadzaak’ heel goed gelezen. Uit vorig jaar herinner ik me hoe een moedige auteur ‘artikel 23’ van de grondwet ter discussie stelde. Dat grondwet-artikel is vaak ‘in beton gegoten’ in Joods NL. Het gaat immers over de vrijheid van onderwijs en dus de vrijheid om een Joodse school op te richten. Andere religies en andersoortige geloven doen dat in toenemende mate ook waardoor de kloof in dit land zich lijkt te verbreden. We hopen nog meer argumenten pro en con over dat onderwerp te ontvangen, want er is nog lang niet het laatste woord over gezegd. Wie pakt de pen op?
De onverkwikkelijke zaak uit de naoorlogse jaren heeft een lange staart. Tot op de dag van vandaag staan een aantal joodse oorlogswezen en een joodse instelling tegenover elkaar. De oorlogswezen voelen zich bestolen door deze instelling die toentertijd werd geleid door overlevenden die, onbeholpen vaak, het juiste probeerden te doen om de gemeenschap voort te zetten. Het is een complexe zaak waar tientallen aspecten aanzitten die worden ondersteund door honderden wellicht duizenden documenten.
Vorig jaar zijn excuses aangeboden, maar er blijven zaken liggen. En geloof me, het is niet de enige zaak in Joods NL waar de koppen tegen elkaar botsen. Mensen die door en door gekwetst zijn door het gedrag van gezagsdragers en instellingen, mensen die tot op de dag van vandaag wachten op diepgevoelde verontschuldigingen. Hoe daar in de joodse traditie en geschiedenis mee wordt omgegaan, dat interesseert ons hier bij De Vrijdagavond. En natuurlijk ook hoe de oorlog doorwerkt in alle aspecten van het joodse leven en intergenerationele spanningen. We kunnen en willen er niet omheen. Het is een terugkerend thema in bijna elk artikel. Maar de ins en outs van onderlinge strijd laten we graag over aan media die meer zijn gefocust op actualiteit en nieuws uit de gemeenschap.
De joodse gemeenschap zelf daar publiceren we graag over. Van ultra orthodox tot vrijdenkend vrij en alles daartussenin. En daarbuiten: niet-joden schrijven geregeld in De Vrijdagavond (zolang het thema relevant is) en joden die nog nooit een sjoel zijn binnengestapt zien we terug in onze Kunst- en cultuursectie en in de opiniepagina’s. Deze week steken we de oceaan over om een kijkje te nemen in de Joodse Gemeente van Paramaribo waar fotografe Pauline Prior een dienst bijwoonde.
In de parasja van deze week (het gedeelte van de Tora dat in sjoel wordt gelezen) zien we de klimaatcrisis terugkeren. Filosoof Naud van der Ven herkende in het taalgebruik van de Tora de apocalyptische toon van hedendaagse klimaatactivisten. Een vondst om over na te denken.
We ontvingen een kwetsbaar verhaal van Etienne Denneboom over een man aan de zijde van zijn alleenstaande tante in een smalle kamer. Kwetsbaar omdat het gaat over leven en dood en omdat, zoals zo vaak in deze gemeenschap, de oorlog erin doorklinkt. Dat hoorde ik ook in het op zich blijmoedige verhaal van Ephraim Goldstoff. Totdat hij als vijfjarig ventje op het politiebureau beland en moet worden opgehaald door zijn vader die het kamp overleefde.
Heel heftig wordt professor Zelmanovitch geconfronteerd met de joodse reactie op deze onuitspreekbare genocide als hij zijn vriend minachtend toespreekt. Die vriend vindt troost en betekenis in de dagelijkse en gezamenlijke praxis van het eeuwenoude chassidisme. De prof brak met deze praxis en weet zich geen raad daar in Boro Park.
Klinkt die oorlog dan overal in door? Nee hoor. De Israelische bevolking bestaat inmiddels ruimschoots uit mensen afkomstig uit landen waar geen uitroeiing plaatsvond. Hun kinderen en kleinkinderen doen het vaak verrassend goed. Zo zag ik afgelopen weekend op de Biënnale van Venetië dat het Israel-paviljoen is gevuld met werk van een kunstenares afkomstig uit een Marrokaans-joods gezin. Zij richt haar blik op de Levant en de Maghreb. Haar werk heeft een hoog ambachtelijk niveau (‘geen kunst zonder kunde’ gaat hier zeker op), maar verward door haar consequente ondervraging van alles wat we ‘gewoon’ vinden. Dat ‘gewone’ is vaak ontstaan door onze Westers-Eurocentrische blik, zo realiseerde ik me weer eens in het Israel-paviljoen.
Hoe leerzaam was dit kunstreisje, hoe heerlijk is het om het gewone bijzonder te maken. Geniet van deze sjabbat.
Geef als eerste een reactie