Waargebeurd verhaal, namen en plaats zijn veranderd, alles is mij bekend
Max was mijn goede vriend. Wij groeiden samen op, hij was weliswaar negen jaar ouder, maar daardoor heb ik veel van hem kunnen leren. Max ging trouwen, ze hadden een fantastisch huwelijk, ze kregen twee kinderen. Toen ik enige jaren later trouwde, bleven onze families goed bevriend.
Enkele jaren geleden vertelde Max me over een gebeurtenis die hem was overkomen. Hij wilde niet dat ik dit verhaal zou publiceren. Maar ik vond dat het verteld moest worden. Enige jaren geleden overleed mijn vriend Max, veel te jong. Ik vroeg zijn weduwe toestemming om deze gebeurtenis te publiceren waarvoor zij mij haar okay gaf.
Max woont met zijn gezin in een mooie wijk in Baarn. In de zomer ging hij regelmatig joggend door de buurt. De meeste buurtbewoners zijn Max wel bekend. Zij zien een man die zijn hondje uitlaat. Die meneer heb ik nooit eerder gezien, denkt Max. De volgende avond ziet Max de man weer, ze groeten elkaar. Bij een volgende ontmoeting raken ze in gesprek. Zijn nieuwe buurtgenoot heet Bram.
Max vertelt het verhaal over de onwaarschijnlijke, maar waar gebeurde ontmoeting en hun gemeenschappelijke verleden.
Vrijdagavond na het eten
Ik ben je nieuwe achterbuurman, zegt Bram. Welkom in onze buurt, zegt Max. Mag ik mij even voorstellen, mijn naam is Max Klein. Ik ben Bram de Vries. De herkenning van twee geloofsgenoten was duidelijk. Mag ik jou met je vrouw ter kennismaking uitnodigen, vrijdagavond na het eten? Voor een drankje in ons nieuwe huis, vraagt Bram. Heel graag. We werden warm ontvangen in een prachtig huis.
Nadat we een rondleiding kregen door het grote huis, kwamen we in gesprek onder het genot van een goed glas wijn. Hoe oud ben je eigenlijk Max? Dit vraagt Bram die al 85 jaar is. Ik ben 66 zegt Max. Dan ben je in de oorlog geboren, merkt Bram op.
Geleen
Waar was je dan in die ellendige tijd? Ik was ondergedoken in Geleen. Dat is ook toevallig. Wij waren daar ook samen ondergedoken, zegt Saar, de vrouw van Bram. Weet je nog Bram, vervolgt Saar, toen de ellende voorbij was, ontdekten we dat in onze straat vier Joodse baby’s waren ondergedoken in een Diaconessenhuis voor kinderen. Wij wilden een van die kindertjes adopteren. Het was een schattig klein ventje met rood krullend haar, we noemden hem ‘de kleine Prins ‘want zijn naam was Pietje Prins. ‘Dat was ik’, zegt Max geëmotioneerd. Ik kan jullie mijn valse persoonsbewijs laten zien, dat ik heb ik altijd bewaard.
Bram en Saar waren van plan pleegouders van Max te worden. Dat zijn ze korte tijd geweest. Omdat het zuidelijk deel van Nederland eerder was bevrijd, dachten ze dat de ouders van Max het niet hadden overleefd. Dat Max’ ouders waren vervoerd naar het concentratiekamp wisten Bram en Saar niet.
De ouders van Max overleefden als een van de weinigen Auschwitz. Spoedig na de bevrijding werden ze herenigd met hun zoon Max.
cover: abstract schilderij met vlakken die op woningen lijken, kunstenaar onbekend, foto Bloom
Geef als eerste een reactie