Natuurlijk zijn er nog andere redenen waarom mijn broers en ik bestaan, maar de meest fundamentele is toch wel dat onze opa, die wij Pieps noemden, zo slim was om Mein Kampf te lezen. Een intelligente man, die in Berlijn wis- en natuurkunde studeerde en … muziek maakte.
Berlijnse jaren
Muziek werd zijn lust en leven. Al vond zijn moeder dat vermoedelijk maar zozo. De pianolessen die hij in zijn jeugd kreeg, waren bedoeld voor zijn algemene vorming, niet voor zoiets frivools als een leven in de muziek. Maar kennelijk was Heinz Adolf Lachmann, die zich na de oorlog Hans Lachman zou noemen, behept met een natuurlijk gevoel voor muziek.
Wat zou ik graag hebben kunnen zien en horen hoe hij nog in zijn Berlijnse jaren in het swingende milieu van de jazz belandde. Op een bewaard gebleven flyer van Sid Kay’s Fellows, een vermaard Berlijns jazz gezelschap, is te zien dat hij verschillende instrumenten beheerste. Niet alleen trombone en piano, waar vooral mijn oudste broer en ikzelf herinneringen aan hebben, maar ook saxofoon en klarinet. Op één foto uit die tijd zit hij strak in het pak op de leuning van een stoel, brede glimlach op zijn gezicht en de trombone aan zijn lippen. Naast hem zit een jonge vrouw, gefocust op háár instrument, maar met één oog schuin naar de fotograaf.
Van die periode weet ik niet veel meer dan dat Pieps geregeld schnabbels in het buitenland had. En zo komt het dat ik in het Hongaars kan schelden, van hem geleerd. In die jaren werkte hij ook al als arrangeur voor de vermaarde filmproductiemaatschappij UFA, en hij was betrokken bij de Nelson Revues. Jammer genoeg hebben we het samen nooit over die jaren kunnen hebben. Voor mij, voor ons, was Pieps altijd de componist, die voor prille kinderoren niet altijd even toegankelijke muziek schreef. Dat hij voor de oorlog in Berlijn, maar tevens na de oorlog in Amsterdam ook hele andere muzikale besognes had, dat ontging ons toen ten enenmale.
brede glimlach op zijn gezicht, trombone aan zijn lippen
Hij schreef en arrangeerde filmmuziek, werkte bij Max Tak en zat de eerste jaren van de oorlog in het Joodsche Symphonie Orkest. Groot was mijn verrassing toen ik jaren geleden in een flits zijn gezicht zag bij de muzikale omlijsting van een circusachtige act met fietsende dames. Ik vermoed dat hij in de late jaren dertig, eenmaal veilig in Nederland met zijn vrouw Tea, Mims, en vader geworden van een zoon, Michaël, ook wel eens zal hebben gedacht: als het maar brood op de plank brengt.
Wanneer hij definitief de overstap maakte naar de klassieke muziek, weet ik niet, wel is er een mooie anekdote uit Noord-Limburg, waar ze tijdens de oorlog met z’n drieën op verschillende locaties ondergedoken zaten.
onderduik
Een van de dochters uit het gezin waar Pieps was ondergedoken, of Jo, zoals hij toen heette, vertelde decennia later hoe iedereen soms op z’n tenen moest rondlopen (niet van Pieps, maar van de vrouw des huizes, tante Stien), want, sst, onze Jo schrijft muziek.
Daar in Noord-Limburg zijn niet alleen de fundamenten gelegd voor levenslange vriendschappen, maar de onderduik resulteerde ook in een van Pieps’ composities die we jaren later wél goed heb leren kennen. De man die een van de belangrijke spillen was in het verzet in de Peel, pastoor Henri Vullinghs, werd tegen het eind van de oorlog verraden, opgepakt door de Duitsers en kwam om in Bergen-Belsen.
requiem voor pastoor Vullinghs
Voor de hulp die pastoor Vullinghs het gezin Lachman, andere Joden en neergehaalde vliegeniers bood, componeerde Pieps een requiem, het Van Limburg Requiem. Lange tijd bleef het bij één uitvoering, in 1960, maar bij de herdenking van de zeventigste sterfdag van pastoor Vullinghs lukte het om het requiem opnieuw uitgevoerd te krijgen, in de Parochiekerk te Grubbenvorst. Pieps heeft dat jammer genoeg niet meer mee mogen maken, maar voor ons, zijn nageslacht, was het een passende bezegeling van zijn leven in muziek.
Overigens is dat gelukkig niet het enige werk waar de stofnesten weer vanaf zijn geblazen. Onze vader had de composities van Pieps bewaard en die zijn uiteindelijk onder de aandacht gekomen van Eleonore Pameijer van de Leo Smit Stichting. Sinds een jaar of vijftien wordt er van tijd tot tijd weer werk van hem uitgevoerd. Zijn werk wordt ook beter ontsloten en nu is er dan weer een kleine tentoonstelling gewijd aan vervolgde en vergeten componisten, te zien in het Amsterdamse Stadsarchief. Ook Pieps speelt daarin weer een rol.
informatie
De tentoonstelling Verboden Muziek is te zien de Schatkamer van het Gemeente Archief Amsterdam. Van 15 april t/m 3 juli. De toegang is gratis
Meer over de tentoonstelling op de agendapagina van de Leo Smit Stichting.
cover: Hans Lachman, foto familie archief
Ik mis de naam van Hans Lachman Mosse, maar bij hem is het Lacvhman misschien toeval of niet belangrijk. Hij was echter een groot muziek liefhebber en overtuigd liberaal/reform jood, want hij liet de muziek van de Berlijnse reform op platen zetten en weel door de beste musici van zijn tijd waaronder namen die ook in NL als exil later opdoken: Herman Schey, Paula Lindbergh Salomon en anderen.De muziek opnamen zijn 25vv jaar geleden geremasterd en beschikbaar via Museum ANU. H L Mosse wilde bereiken dat zelfd de kleinste gemeente middels de gramofoon de beste chazanut kon beluisteren.