Samen bekijken we nog een keer de scan. ‘De tumor is kleiner geworden. Maar’, terwijl ik dit zeg zie ik hoe de man naast me met zijn zorgelijke blik over zijn snor wrijft, ‘het is nog niet zoals we het willen hebben. De druk op de parietaalkwab van de hersenen is niet minder geworden. Daardoor heeft uw vrouw dat gebrek aan herkenning van dingen. En kan ze zich niet goed oriënteren op wat nu precies rechts en links is. Tja, en dan het geheugen. Ook dat werkt niet zoals we het eigenlijk zouden willen hebben.’
Nu zijn het mijn twee wijsvingers die over beide kanten van mijn eigen hoofd, net boven de oren heen en weer gaan. ‘Hier zit ook nog het een en ander. En daar maken wij ons toch wel zorgen over’. De man zoekt zijn stoel tegenover mij weer op. Hij schudt moedeloos zijn hoofd. ‘Dokter, denkt u echt dat het weer goed met haar gaat komen?’
Professor Zelmanovitch is een roman van
Lody B. van de Kamp
verschijnt in feuilletonvorm in De Vrijdagavond
Aflevering 1
De dochter met haar onafscheidelijke Siddoer op haar schoot schudt haar hoofd. ‘Tattie, je weet toch wat de Rebbe heeft gezegd? Met alle Tehillim, de psalmen, die dagelijks in sjoel worden gezegd, hier in Amerika, in Erets Jisroeil, bij de graven van de Tsadikim, vorige week nog in Lizhensk bij de heilige Rebbe Elimelech. Het zal allemaal weer goedkomen.’ De jonge vrouw kijkt haar vader bijna smekend aan. ‘Geef het niet op, Tattie’. De man in zijn lange zwarte kaftan, zijn hoed achterover geschoven, plukt zenuwachtig aan een van zijn grijzende pijpenkrullen langs de zijkanten van het hoofd. ‘Dokter, mijn dochter bedoelt dat door al die gebeden de Eeuwige zeker gaat helpen. Haar man, onze schoonzoon, is vorige week helemaal naar Polen gevlogen om daar bij het graf van deze Rabbi Elimelech van Lizhensk G’ds barmhartigheid af te smeken.
De ouders van mijn vrouw die nu zo ziek is kwamen oorspronkelijk uit die omgeving.’ Ik knik begrijpend. De man kijkt mij strak aan. ‘Ik hoop dat u het echt snapt dokter. Natuurlijk is het allemaal in de hand van de Eeuwige. Maar wij’, de man wijst op zijn dochter en zichzelf, ‘geloven ook dat Hij het in uw hand heeft gelegd als iemand die er verstand van heeft om, laten we maar zeggen, ‘menselijkerwijs’ alles te doen wat mogelijk is. U bent niet alleen dokter, u bent ook professor. Dit is onze manier van geloven. Wij vragen altijd onze rabbijnen, wijs als deze zijn, wat verstandig is om te doen. Zij adviseren ons naar welke dokter we moeten gaan. Zij maken de afweging voor ons of we wel of niet moeten laten opereren. En nog veel meer van die vragen. Dat is de wereld waarin wij, religieuze Joden leven.’ Ik laat een milde glimlach zien. ‘In dit ziekenhuis, hier in dit deel van Brooklyn, is uw wereld mij niet helemaal onbekend.’ ’Dat weten wij dokter Zelmanovitch, daarom wil mijn vader ook echt weten wat u als professor zelf vindt van moeders situatie’, voegt de dochter er nog aan toe. Ik schat dat de dochter een jaar of veertig is. ‘U heeft zelf ook kinderen?’ Ik kijk haar vragend aan. ‘Zij knikt. ‘Ja, wij hebben, de Eeuwige moge ze allen gezond laten, negen kinderen. Vijf meisjes en vier jongens.’ ‘En uw kinderen zijn ook allemaal zo superreligieus als u en uw vader?’ De vrouw knikt. Ik kijk de beiden bemoedigend aan. ‘Uw moeder heeft een redelijke kans om hier goed doorheen te komen.’ Ik wijs op het gebedenboekje dat de vrouw zo stevig omklemt. ‘Mijn staf en ik doen hier in het Maimonides ziekenhuis óns best. Bidt u met uw man en uw kinderen dat G’d ook van Zijn kant gaat helpen. Zullen we zo afspreken?’ Ik sta op, geef de man een hand en knik in de richting van de dochter. ‘Zo gauw wij de nieuwe uitslagen hebben, laten u weten wat de volgende stap zal zijn in de behandeling.’
Ik schuif mijn stoel naar achteren en staar voor me uit. Natuurlijk weten deze meneer Shlezinger en zijn dochter vast wel dat ik zelf ook Joods ben. Ondanks dat ik niets op mijn hoofd draag en tegenover hen naast het Engels nauwelijks een Hebreeuws woord gebruik. Wat zij natuurlijk niet weten is dat ik elk woord versta wanneer deze vader, moeder, dochter en de andere familieleden onderling met elkaar in het Jiddisj spreken. En dan weten ze al helemaal niet dat het Jiddisj dat ik ooit als kind van huis uit heb meegekregen hetzelfde chassidische accent heeft als hun taal. Anders dan patiënten met een wat meer West-Europese of Litouwse achtergrond waarvan er ook heel veel in dit deel van New York wonen.
Ik grinnik in mezelf. Zowel vader als dochter doen hun best om mij een blik te gunnen in de wereld waarin zij leven. Ook in die benarde toestand met die doodzieke moeder proberen zij mij uit te leggen hoe het allemaal werkt met die Rebbes en die gebeden. Zij vertellen mij wat G’ds taak is en wat ik als dokter daar nog aan heb toe te voegen. Maar wat zij niet door hebben is dat toen die dochter nog niet eens geboren was, ikzelf als kind in het verre Europa, in de “Oude Wereld” ooit deel uitmaakte van hun leefstijl.
Wordt vervolgd
Siddoer: Gebedenboek
Tsadikim: Rechtvaardigen
Geef als eerste een reactie