Her-onthulling monument van Joodse erkentelijkheid, pijnlijk hoofdstuk verdoezelen?

monument erkentelijkheid

Hoe schrijf je geschiedenis? Wat IS onze geschiedenis? Wanneer is een gebeurtenis ‘geschiedenis’, en welke gebeurtenissen verkeren nog in de fase van onvoltooid verleden tijd? Dat vroeg ik me af toen ik de uitnodiging kreeg voor de her-onthulling van het Monument van Joodse Erkentelijkheid – in de volksmond ‘het dankbaarheidsmonument’ genoemd, maar ook ‘het monument van schaamte’.  

In februari 1950 was de Sjoa nog een open zenuw, nog lang geen geschiedenis. Veel liefde of geduld voor de mensen die terugkwamen uit de oorlog, uit de kampen, had men niet – men was druk bezig met de eigen ellende en soms bang om verworven bezit te verliezen. Dat mensen terugkwamen kwam niet altijd goed uit. De schandalige omgang met de erfpachtgelden, een open zenuw waarvan niet alle details bekend zijn, is hier een pijnlijk voorbeeld van. Onderzoeken lopen nog in verschillende Nederlandse steden, 76 jaar na de oorlog, 71 jaar na de onthulling van het monument van de Joodse Erkentelijkheid, dat door de Joodse gemeenschap zelf is gefinancierd.  Het toont eens te meer aan dat de zenuw nog steeds open ís.

Het monument is enkele keren verplaatst en staat nu weer op het Weesperplein, het plein waar het in 1950 werd neergezet. Een indrukwekkend bouwwerk, met veel symboliek. Maar was het dan niet beter om deze getuigenis van de slechte houding van Nederland – van zowel privépersonen als overheden – jegens haar Joodse burgers gewoon in de vergetelheid te laten geraken?  

startpunt belangrijke lessen

Laten we dit monument als een omslagpunt zien, een startpunt voor het trekken van belangrijke lessen. Niet alleen dat ‘de geschiedenis’ kwetsbaar is, maar ook dat ons begrip van en kennis over de geschiedenis kneedbaar zijn. Met het risico dat onze geschiedenis een politiek instrument wordt dat weinig met het verleden en veel meer met het heden te maken heeft. Dat dit gevaar op de loer ligt hebben we in de afgelopen weken kunnen zien rond de oorlog in Oekraïne. Juist daarom is dit monument van belang: een herinnering aan onze taak om ervoor te zorgen dat de geschiedenis eerlijk wordt verteld, dat die niet wordt verfraaid en zeker niet wordt verdraaid. De donkere kanten van onze geschiedenis mogen we niet verdoezelen, we moeten er juist lessen uit trekken voor de keuzes die we maken voor het heden én de toekomst.

De her-onthulling moet een stap in deze richting zetten, om de pijnlijke hoofdstukken van onze geschiedenis bespreekbaar maken. Niet om schuldigen aan te wijzen, maar juist om ons actief de vraag stellen hoe we het vanaf nu anders en beter moeten doen. Maar ook om ervoor te zorgen dat we ook over de (verhalen over de) geschiedenis, en zeker over het heden, uitermate kritisch zijn. We moeten voortdurend naar de waarheid zoeken, die bovendien zelf ook meerdere kanten en gelaagdheden kent. Laat ons bewust zijn van het verschil tussen feiten en beleving, zich realiserend dan de feiten andere werking hebben op verschillende mensen in verschillende situaties. 

helden en boeven

Dit monument kan zijn doel overstijgen als we deze her-onthulling aangrijpen om het verleden bespreekbaar te maken en blijvend in ons geheugen te laten inprenten. Dit monument is onderdeel van het verhaal van Amsterdam en van Nederland, een verhaal met hoogtepunten en dieptepunten, met helden en boeven – een geschiedenis van ons denken en handelen, van onszelf en ons wereldbeeld en de vele ontwikkelingen die onze cultuur en identiteit hebben gevormd. Een herinnering dat wij niet graag onze minder nobele keuzes en acties echt onder ogen willen zien en een aanzet om dit juist wel blijvend te doen!  


cover: Monument van Joodse Erkentelijkheid, Amsterdam. Foto: Martin Alberts, beeldbank Stadsarchief Amsterdam, 2004

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*