Edmund de Waal: Brieven aan Camondo

recensie

overzicht keramiek Edmund de Waal

herinneringen aan Moïse de Camondo

Waar Covid goed voor kan zijn: het was niet de bedoeling van De Waal om een boek in briefvorm te schrijven over het Parijse stadspaleis dat sinds 1936 Musee Nissim de Camondo heet. “Brieven aan Camondo” is een fictieve correspondentie geschreven tijdens de lockdown en in 2021 gepubliceerd.

In feite gaat het niet over het stadspaleis bij het Parc Monceau, maar deze bijzondere locatie is voor de schrijver het decor en vertrekpunt om in gesprek te gaan met zijn laatste eigenaar, Moïse de Camondo. Het vormt een testament van de opkomst en ondergang van deze bijzondere man en zijn familie.

Wat was de aanleiding voor dit brievenboek, dat hier en daar haast poëtische- en filosofische vormen aanneemt?

Sefardische bankiersfamilie

Edmund de Waal is een gelauwerde Britse keramist die bovendien een bestseller schreef over de geschiedenis van zijn eigen familie, de Ephrussi’s: “De haas met ogen van barnsteen” luidt de Nederlandse titel. De Waal stamt af van wat ooit een bekende Sefardische bankiersfamilie was die zetelde in Odessa, Wenen en Parijs. In 1938 onteigende de nazi’s alle bezittingen van deze bankiersfamilie inclusief een grote kunstcollectie.

Tijdens zijn research kwam De Waal in aanraking met de familie de Camondo en hun geschiedenis. Ze waren buren van zijn voorouders in het Parc Monceau in Parijs. De families waren zelfs verwant aan elkaar.

Moïse de Camondo, via Wikimedia Commons

De oorsprong van de familie De Camondo, een vooraanstaande joodse familie, ligt in het Ottomaanse Rijk. Een Sefardische bankiersfamilie die zich in 1869 in Parijs vestigt, net als de voorvaderen van De Waal, de Ephrussi’s. Het was dus niet om één reden dat hij Musée Nissim de Camondo vele malen bezocht.

expositie

In 2019 wordt hij uitgenodigd door Musée des Arts Décoratifs, de stichting die de beheerder is van het Musee Nissim de Camondo, om op deze locatie een expositie van zijn kunstwerken te maken. Maar hier komt een kink in de kabel: de covid-pandemie. Zijn expositie is dan al in een gevorderde staat van voorbereiding. Maar kon geen doorgang vinden…

Dan ontstaat bij De Waal het idee een briefwisseling in boekvorm te beginnen over zijn innerlijke gaan en staan in huize Camondo. Hij richt zich  op het creëren van “Memorial Art”, herinningskunst, en in die categorie kan dit boek worden geplaatst.

historische huiseigenaar

In het begin zoekt hij naar de juiste aanhef voor zijn brieven. Het is voor hem alsof hij schrijft aan een levende persoon. Soms ‘monsieur’, soms ‘vriend’. Aan de hand van de objecten en kamers zoals hij die aantreft, probeert hij door te dringen in de persoonlijkheid van de historische huiseigenaar, Moïse de Camondo.

Hij zoekt naar zijn beweegredenen voor het verzamelen van alle topstukken uit de achttiende eeuw. Hij zoekt naar de bedoeling de kunstschatten na te laten aan zijn zoon Nissim en Beatrice, zijn dochter. Na een huwelijk van zeven jaar verliet echtgenote Irène hem. De kinderen blijven bij hun vader Moïse wonen.

Dwalend door het stadspaleis peinst De Waal op een haast droge wijze over de kunst en het interieur, terwijl zich nieuwe inzichten aandienen. Zo brengt de Waal de tragedie in herinnering, die de Camondo’s treffen: Nissim (Hebreeuws voor wonderen) komt om in 1917, hij wordt als vliegenier neergeschoten in de Eerste Wereldoorlog.

zijn zoon Nissim

Camondo besluit dit huis met zijn achttiende eeuwse pracht na te laten aan de Franse staat ter herinnering aan zijn zoon Nissim en “als dank aan de Franse staat voor de gastvrijheid aan hem en zijn familie geschonken”.

Er zal niets veranderd worden aan het stadspaleis. Als Moise de Camondo sterft, opent in 1936 het Huis Nissim de Camondo haar deuren voor het publiek. Het wordt duidelijk dat ook deze cultureel geëngageerde familie afkomstig uit Constantinopel (nu: Istanboel) zich bij wijze van spreke ‘Franser’ voelde dan de Fransen, hoewel er nog joods getrouwd en begraven werd. 

Edmund de Waal, installation view, Musée Nissim de Camondo, 2021

De  gefortuneerde bankiersfamilie schonk aan culturele instellingen, gaf grote bedragen aan goede doelen en ondersteunde het publieke domein. Een uiting van: ”hier zijn we naar toegekomen en hier blijven we”.

dochter Béatrice

Des te pijnlijker is het, als we lezen hoe na 1940 dochter Béatrice met haar echtgenoot en twee kinderen, de laatsten van de Camondo’s met ‘behulp’ van de Vichy-regering en de Franse politie, zonder enige redding of tussenkomst van enige van de instanties die door deze familie werden ondersteund uiteindelijk in Auschwitz zijn omgebracht.

De Waal schrijft op onnavolgbare wijze over herdenken, melancholie, de waarde van bezit en antisemitisme.   

voelbare woede

De laatste brieven verhalen hiervan; zijn voelbare woede omtrent het lot dat de familie trof, maakt het boek tot een confronterend monument. Hij vraagt in een moment van onmacht: “Waarom zag je het gevaar niet komen?”En, dachten zij dat “het vastleggen van het Franse cultuurgoed hen zou beschermen tegen antisemitisme en uitsluiting?”

De lezer blijft zitten met dezelfde vragen.


Edmund de Waal: Brieven aan Camondo

Uitgegeven bij de Bezige Bij, Amsterdam 2021.

Oorspronkelijke titel: “Letters to Camondo”. Uit het Engels vertaald door Jan Pieter van der Sterre en Teuntje Ghoos

Over Edmund de Waal

Edmund de Waal (1964) is een Britse keramist en schrijver. De wereldwijde bestseller De haas met ogen van barnsteen werd lovend ontvangen en onderscheiden met onder meer de Costa Biography Award en de Royal Society of Literature Ondaatje Prize. Het boek is in meer dan dertig landen uitgebracht. In 2015 verscheen van zijn hand De witte weg. In 2021 publiceerde hij Brieven aan Camondo.

Edmund de Waal in zijn atelier, foto Tom Jamieson

Tot 15 mei is keramisch werk van Edmund de Waal te zien in Musée Nissim de Camondo ter gelegenheid van het verschijnen van zijn boek Brieven aan Camondo.

cover: keramiek van Edmund de Waal, muet, II- IV, Musée Nissim de Camondo, 2021

Over Rose Marie Frijda 1 Artikel
Geboren 1942 in Amsterdam en tot 1946 ondergedoken in Den Helder. Opgegroeid in Bilthoven. Sociale Academie maatschappelijk werk en orthopedagogiek. Voortgezette opleiding organisatie en supervisie (1985). Bestuurlijke functies in maatschappelijk en cultureel werkveld; bedrijfsmaatschappelijk werk bij de politie Utrecht. Daarna 14 jaar gids van het Joods Cultureel Kwartier. Getrouwd met Salomon Bouman.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*