Je woorden in je tiende brief raakten me. De Engelse woorden onder ‘kerstlichtjes’:
One day, I looked out of the window into my garden. Opposite my house, I saw my neighbors laughing, eating at candle light, playing the piano, singing, dancing and decorating the Christmas tree. I sat there in fear on the cold floor near my window for hours. The contrast between the light in my neighbors’ home and the dark in mine couldn’t have been bigger.
Nooit gedacht dat kerstlichtjes me zo zouden beroeren. Ik associeer kerst eerder met het vaak zo hypocriete feest van ‘de ander’. Eten en even zwijmelen over ‘vrede’ terwijl de aardse ideologie hetzelfde blijft.
In jouw woorden lees ik hoe juist deze feestdag jou inspireerde, je hoop gaf.
happy-ending-feest
Je beschrijft een heel ontroerende scène. Vol angst zit je op een koude vloer te kijken naar de buren die zingend en dansend feestvieren rond de kerstboom. Ik zie het tafereel voor me alsof het een film is. Feestgedruis bijna net zo uitbundig als in die reclame van de gele supermarktketen waarin Frank Lammers als de vrolijke vader iedereen die hij tegenkomt uitnodigt voor zijn flamboyante kerstfeest.
contrast
Wat een contrast schets je met die scène in je ouderlijk huis met dat eenzame meisje op die koude vloer kijkend naar dat feestgedruis bij de overburen. Hoeveel zelfvertrouwen moest je toen al hebben om te bedenken:
“I am worth that kind of love too,” I thought. Someday, life is going to get better. They won’t break me.”
Oliver Twist
Deze passage in je tiende brief kan zo zijn weggelopen uit een Dickens-roman. Ik zie Oliver Twist voor me uit de film die ik ooit zag. Een jongetje uit zo’n gruwelijk Engels weeshuis dat zoveel ontberingen kreeg te verduren. Op het einde bleek hij erfgenaam te zijn van een rijke man. Oliver (de typische ‘good guy’) vergeeft zijn slechte stiefbroer (die Oliver trachtte te vermoorden) en schenkt hem de helft van die erfenis.
een juweel
Dina-Perla, je naam is een juweel – dat heb je toch maar mooi meegekregen van je ultra-orthodoxe familie! Jouw erfenis zal een andere zijn. Wellicht wordt op een dag jouw verhaal verfilmd. Het verhaal van je jeugd in dat donkere stukje Amsterdam waar zo weinigen van weten, en hoe je daar, ondanks alle ontberingen, uitkwam als een sterke vrouw.
Het einde van deze imaginaire film kan een echt kerstsprookje worden: de kerstlichtjes op je balkon nadat je je had bevrijd uit die disfunctionele omgeving. Lichtjes, zo schrijf je, die “symbool stonden voor wat ik mezelf na mijn jeugd nog wilde geven.”
al die mooie verhalen
Ik ga je verlaten mijn lieve D-P, met deze tiende reactie in onze serie Vrijdenkers. Althans in deze serie. Ik ga het helemaal aan jou overlaten, het schrijven van al die mooie verhalen waar ooit wellicht een film uit voortkomt. Het was me een groot genoegen en een stimulans om door te denken over verschillende thema’s.
De komende weken ga ik mijn serie vervolgen over ‘25 jaar Joodse vernieuwing’, dat werd een wat ondergeschoven kindje in onze dialoogweken. Ik pak mijn vernieuwing weer op, jij vervolgt je spirituele weg.
Allemaal in De Vrijdagavond, wat een genot deze krant, nietwaar?!
Proost Wanda! Op jou. En op mij. Het was geweldig om elkaar te schrijven. Vanaf volgende week wordt Vrijdenkers dialoog Vrijdenkers. Maar ik zal je uiteraard nog van tijd tot tijd bellen. Op vriendschap in het nieuwe jaar. Verrassingen komen in een oogwenk.