Amsterdam-West, De Clercqstraat hoek Agatha Dekenstraat. Een straat in een volksbuurt, met supermarktjes en speciaalzaken. In een winkelpandje, niet groter dan een fatsoenlijke huiskamer, openden hier het Joodse muzikale duo Jossy en Jacques Halland in 1959 hun theater Lilalo (Hebreeuws: voor mij, voor haar, voor hem). Avond aan avond traden zij op met een Jiddisj repertoire. In 1982 sloot Lilalo, als laatste Jiddisje theater van West-Europa, zijn deuren.
Negen Koffers
Bijna 40 jaar later maakt de Joodse redactie van de EO een documentaire over het verhaal achter Lilalo en de bijzondere levensgeschiedenis van de Poolse artieste Jossy Halland. De omroep weet zangeres Ellen ten Damme voor de film te strikken. Voor deze documentaire maakt zij een visueel-poëtische reis, waarin zij op zoek gaat naar de oorsprong van de liederen en teksten uit Lilalo. De titel van de film, Negen Koffers, verwijst naar de negen koffers waarmee het echtpaar Halland jarenlang voor hun optredens door Europa trok.
Lang vóór corona werd Ellen ten Damme al gevraagd mee te werken aan deze documentaire van regisseur Marieke Rodenburg. Ze legt zelf uit waarom ze ‘ja’ zei:
“Jacques en Jossy, die eigenlijk Philibert Jérome Fraenkel en Regina Eichner heetten, waren variétéartiesten en echte beroepsnomaden. Voordat zij in Amsterdam neerstreken, traden ze door heel Europa op met nederig, maar ook groots werk. Het echtpaar vond de liedjes die ze moesten zingen en spelen vaak oppervlakkig. Ze deelden liever hun eigen teksten en (Jiddisje) muziek. Maar het publiek wilde de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog vergeten.”
Ellen ten Damme vervolgt: “Na het beluisteren van enkele elpees, concludeerde ik dat Jossy, van origine Poolse, een ras-artieste was met een zeer karakteristieke stem, en Jacques, van origine Duits, een zeer goede pianist. Het geëngageerde, eigenzinnige, hartverwarmende muzikantenstel had mijn interesse gewekt. Ik deed mee. Het plan van de regisseur was dat ik onder andere naar Brussel, Parijs, Warschau en Moskou zou afreizen om onderzoek te doen naar hun levensverhaal en ik me zou kunnen verdiepen in hun repertoire. Omdat ik altijd al geïnteresseerd ben geweest in verschillende talen, maar het Jiddisj nog niet kende, leek mij dat allemaal fantastisch! Ik charterde mijn vriend Ringo Maurer als pianist, zodat wij, net als zij, als duo, op reis zouden gaan. Toen kwam corona en de reis ging niet door. Een tijd later werd ik weer gebeld, of ik toch nog mee wilde doen, ook al konden we niet meer op reis. Er zou nu alleen in Amsterdam gefilmd worden. Ik zei opnieuw ‘ja’.”
“Met tranen in mijn ogen heb ik ter voorbereiding het boek Mazzel en sores gelezen. Een boek gebaseerd op een lang interview met Jacques Halland in 1989, waarin hij liefdevol spreekt over zijn heldin en gemalin Jossy. Vele malen blijken ze op een haar na aan de dood te zijn ontsnapt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo zijn ze op een tandem vanuit Nederland via Zeeland, Brussel, Parijs en Bordeaux richting Zuid-Frankrijk gevlucht. Daar voegden ze zich bij het gewapende verzet in Montauban.”
Ten Damme: “Met veel plezier en verbazing heb ik steeds naar de platen van Lilalo geluisterd. Die stem van Jossy snijdt dwars door je ziel en vooral je trommelvliezen. Wat een schelle sirene af en toe! Zeer karakteristiek. En bij vlagen ook heel mooi.”
Kleine Cohen, kleine Polak, kleine de Beer