Ontbrekende Namen op het Monument, in gesprek met Jacques Grishaver

detail van het Namenmonument

Op de Grebbeberg in Rhenen ligt op de militaire begraafplaats mijn oom Felix Bloemgarten naar wie ik ben vernoemd. Een Joodse jongen geboren en getogen in Den Haag die Nederland wist te ontsnappen en zich voegde bij de Britse luchtmacht. Hij werd neergeschoten als RAF-piloot boven Frankrijk.

Rudi Bloemgarten nam als medisch student deel aan de verzetsgroep die het Amsterdamse bevolkingsregister opblies. Voor hem moet ik naar de erebegraafplaats in Bloemendaal omdat hij nabij (in Overveen) werd gefusilleerd.

De boer van mijn grootmoeder, Arend Samuel Meijers, was met zijn zoontje ondergedoken in het ‘Verscholen Dorp’ in Vierhouten. Nadat dit ‘dorp’, bestaande uit negen deels ondergrondse hutten, werd verraden, kenden de moffen geen genade. Oom Arend en de zesjarige Johnny (John Roedolf Meijers) werden doodgeschoten. Omdat zij Joden waren. Om hen te herdenken moet ik naar de Veluwe waar een herdenkingssteen voor hen is geplaatst op het ereveld van begraafplaats Loenen. 

Toen ik onlangs naar de Weesperstraat ging om mijn omgebrachte familie te eren bij het Nationaal Holocaust Namenmonument, miste ik hun namen. Ik kon alleen steentjes leggen bij verre familie die geen deel uitmaken van de familieverhalen. Met goed zoeken op de website van het Namenmonument vond ik de reden voor het ontbreken van de namen die ik zocht: omdat ze al een graf hebben.

honderden keuzes

Ik begrijp hoe zoiets ontstaat. In een lang ontstaansproces heeft een oorspronkelijk klein comité, het Auschwitz comité, een ontzagwekkende monument weten te realiseren. Ik snap dat er honderden keuzes gemaakt moesten worden voordat dit megaproject er stond. Ik kreeg al het gedoe en de weerstand mee, ook uit de Joodse gemeenschap. Wat heb ik een respect voor de voorzitter van het Auschwitz Comité Jacques Grishaver en zijn team dat het monument er überhaupt is gekomen. En wat is het indrukwekkend mooi geworden, door de vorm waarin de Hebreeuwse letters le’zecher zijn gevat, door de sobere maar fraaie omlijsting en vooral door de spiegels boven de bakstenen namenmuren, spiegels die de omgeving reflecteren. “We leven nog”, zo ervoer Natascha van Weezel toen zij zichzelf weerspiegelt zag terwijl zij langs de rijen bakstenen liep met alle Van Weezels erop. 

Deze anekdote vertelde Grishaver me toen ik hem sprak om van hem te horen waarom niet alle Nederlandse Holocaust-slachtoffers (zover bekend) zijn opgenomen in het Nationaal Holocaust Namenmonument. Ik herhaal de naam van dit monument, juist omdat ergens in het ontstaansproces er een moment moet zijn geweest dat het Comité deze naam bedacht, een naam die toch duidelijk suggereert dat alle (bekend zijnde) namen van Holocaustslachtoffers er op staan.

Op een zeker moment moet toch zijn voorspeld dat dit hét monument zou worden? Niet een Nationaal Grafmonument voor hen die geen graf of gedenkplaats hebben, maar een námenmonument. Een monument met de namen van alle Holocaust-slachtoffers zoals dat nergens anders staat in Nederland.

Ik kon en kan de keuze niet begrijpen om welbewust honderden namen níet te noemen om welke reden dan ook. Het voelt als uitsluiting. Dat wilde ik met Grishaver bespreken.

verdriet

Dinsdag 2 november sprak ik uitvoerig met Grishaver, een aangenaam gesprek tussen twee zielsverwanten die elkaar al eerder ontmoetten in ons beider lange ‘loopbaan’ als aktivist en bestuurder in Joods NL. Het gesprek ontroerde me door de openheid van Jacques. Hij begreep, zo zei hij, het verdriet van mij en van achterneef Ruben Bloemgarten, die dit ook ontdekte. Verdriet omdat we zoveel namen missen op het Monument. Grishaver vertelde dat er plek is voor nog duizend namen die nu ontbreken, zoals Rubens grootvader Victor Bloemgarten. Zij komen op de extra muur die is gereserveerd voor deze ‘opduikende’ namen. Maar de ongeveer tweeduizend namen van Joden, Sinti en Roma die al een graf of herdenkingssteen hebben, neen die komen er niet op.

Hieronder de brief die Jacques me schreef met uitleg. Dit lezende en alles nog eens overdenkend, doe ik een suggestie: gebruik die muur met ruimte voor duizend extra namen voor iedereen die de naam mist van een familielid, ongeacht of er al ergens een graf of herdenkingsplek is. Ook dit zal niet leiden tot volledigheid, want de familie zal er melding van moeten maken, er zal research moeten worden gedaan, maar dit lijkt me vooralsnog de beste oplossing voor allen.


Beste Wanda,

Dank voor je bericht. We hebben elkaar hierover al via de telefoon gesproken, dus mijn reactie zal je niet verrassen. In 2006 zijn we begonnen met onze pogingen het Namenmonument op te richten. In 2014 is er een website gekomen met informatie over onze plannen en een mogelijkheid om de oprichting te steunen door via de website namen te adopteren. In aanloop hierop hebben we met verschillende instanties overleg gehad. Dat heeft geleid tot de keuze van namen die op het monument zichtbaar zouden worden, in alfabetische volgorde. Het is daarmee een monument geworden waarop de namen staan van hen die anders niet meer genoemd zouden worden.

Van die keuze kun je van alles zeggen of vinden, feit is dat we die keuze al vele jaren geleden hebben gemaakt. Na lange strijd en doorzetten is het monument er nu. Een prachtig en fantastisch monument: een plek ter herdenking, ter herinnering, en als waarschuwing tegen antisemitisme en racisme. Uit de reacties die we krijgen van scholen die met klassen het monument bezoeken, merken we dat het monument een grote educatieve kracht heeft. Het is dan ook veel meer dan een ‘grafmonument’ zoals jij het omschrijft. 

Je verzoek om aan het monument namen toe te voegen begrijp ik natuurlijk, maar alleen om praktische redenen al is dat niet uitvoerbaar. Ik hoop toch dat dit voor jou geen belemmering vormt om het monument af en toe te bezoeken. Misschien treffen wij elkaar daar dan nog eens.

Met groet,

Jacques Grishaver


foto’s van het Namenmonument: Bloom

Over Bloom 157 Artikelen
Achter Bloom gaat Wanda F Bloemgarten schuil. Socioloog en wetenschapsjournalist, onder meer Elsevier Science Publishers. Voor het NIW ontwikkelde zij de academische rubriek Periodica Judaica. Liefhebber van swingende diensten, actuele kunst en minimal music. Lid van NIHS/Amos en twee tennisclubs. Mede-oprichter en eindredacteur van De Vrijdagavond.

6 Comments

  1. Kort geleden, na een erev sjabbat dienst, sprak ik Jacques Grishaver en dankte hem voor het enige tastbare van degeen naar wie ik vernoemd ben. Ik besefte niet dat het ontbreken van iets tastbaars een criterium was. De kern van zijn brief aan jou is “In aanloop hierop hebben we met verschillende instanties overleg gehad. Dat heeft geleid tot de keuze van namen die op het monument zichtbaar zouden worden, in alfabetische volgorde.” Ik zou wel willen weten wat de overweging was de namen van begraven vermoorde Joden weg te laten. Wellicht was het praktisch om uit te gaan van de Rode Kruis lijsten, die gebruikt werden door het Nederlandse bevolkingsregister. Ik steun je voorstel de extra ruimte te benutten voor de buiten de muur gevallen namen.

  2. It is a shame that the monument was not designed to be able to have sections added as additional names are uncovered. By now allowing for flexibility, hurt is created.
    Also, where can I find a list of all the names?
    Thank you. Shulamit Reinharz, Prof. Brandeis U. reinharz@brandeis.edu

  3. Het is onbestaanbaar dat voor een gedenkteken waarvan de naam de indruk wekt er te zijn voor alle Joodse en Sinti- en Roma-slachtoffers uit Nederland, nabestaanden van ruim tweeduizend mensen die de vernietiging niet overleefden, hun naam niet terugvinden op het monument.

    Dit geldt evenzeer voor de overheid. Deze had zich nooit mee mogen laten nemen in een initiatief voor een ‘Nationaal’ Monument waar van meet af aan niet alle slachtoffers op vermeld gaan worden. Durfde de overheid geen ‘nee’ te zeggen tegen het monument of aanvullende voorwaarden te stellen, uit vrees schaamteloos te zijn? Sterker nog, de kaart van ‘anti-Joodse’ gevoelens zou vanuit de club van initiatiefnemers ook naar de overheid worden getrokken. Wat dat betreft heeft de overheid zich te zwak opgesteld. Ze had gewoon haar rug recht moeten houden en gedurfd moeten zeggen ‘op deze manier gaan wij hier niet in mee’. De overheid had bijvoorbeeld een adviserend instituur als ​het NIOD in kunnen schakelen om mee te denken met het Auschwitz Comité om te voorkomen dat namen werden uitgesloten van een monument dat Nationaal zou worden. Lody B. van de Kamp

  4. In het artikel gaat het over Nederlandse slachtoffers terwijl ca 20% duitse of Oostenrijkse vluchtelingen waren.die mogen niet gemarginaliseerd worden.het Auschwitz Comite Zou in haar communicatie hier veel alerter op moeten zijn!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*