Dat het regeringsbeleid rond het beteugelen van de corona-pandemie steeds vaker en openlijker wordt vergeleken met de totalitaire nazi-politiek die in de jaren dertig van de vorige eeuw inzette, kan weinigen ontgaan zijn. In Joods Nederland wordt daar ernstige zorg over uitgesproken, in mijn ogen terecht. Vorige week deed rabbijn Tamarah Benima stof opwaaien door op haar beurt die vergelijking in haar Rede van Fryslân toch aan te gaan, een opmerkelijke keuze.
allebei vruchten
In dat kader lijkt het mij nuttig wat nader in te zoomen op wat vergelijken eigenlijk inhoudt en wat het met zich meebrengt, twee aspecten waar we niet achteloos aan voorbij mogen gaan. En dat geldt niet alleen in specifieke gevallen, maar juist ook in het algemeen, overal waar men zich van een vergelijking bedient.
Vergelijken is het onderzoeken van twee of meer entiteiten, data, fenomenen, begrippen of opvattingen op hun overeenkomsten en verschillen. Vergelijken is niet het a priori aan elkaar gelijkstellen van de te onderzoeken grootheden. Dat is het niet in de wiskunde, en ook niet op minder abstract terrein.
In principe kan men alles met alles vergelijken. Een appel laat zich bijvoorbeeld – in tegenstelling tot wat vaak gemeend wordt – heel goed met een peer vergelijken.
Als overeenkomsten zou je kunnen noemen dat het allebei vruchten zijn, dat ze allebei aan een boom groeien en dat je er lekkere taarten mee kunt bakken. Ze verschillen ook van elkaar, bijvoorbeeld qua vorm, qua smaak, en qua optimale bewaartemperatuur – in de koelkast 4 à 5 graden celsius voor de appel, 0 à 1 celsius voor een peer.
categorische fouten
Is het theoretische speelveld voor vergelijkingen dus bijna onbegrensd, op dat speelveld kunnen wel categorische fouten worden gemaakt. Zo is de uitspraak ‘een hond is blauwer dan een koortsdroom’ onzinnig.
Immers, van deze vergelijkende stelling kan niet vastgesteld worden of hij waar of onwaar is, daarom is hij leeg en zonder betekenis. Op zijn best is hij poëtisch, als titel van een song zou hij niet misstaan.
Is iedere geldige, verifieerbare vergelijking ook zinvol en verantwoord? Daar treedt naast de logica de ethiek naar voren, de Joodse ethiek incluis. Een formeel geldige vergelijking kan zeer nuttig en verhelderend zijn. In hoeverre die op – dan wel mank gaat zal uit het onderzoek moeten blijken.
Maar een formeel geldige vergelijking kan ook retorisch en manipulatief worden ingezet, hij kan ongepast, smakeloos, kwetsend of ridicuul zijn, deels afhankelijk van het kader. Tevens kan het effect ervan anders zijn dan bedoeld of voorzien, en kan het risico van het maken van de vergelijking worden onderschat, schromelijk zelfs.
Van het morele aspect dat aan vergelijkingen kan kleven, kan men zich niet genoeg bewust zijn.
De lezing is goed opgebouwd, interessant en genuanceerd. Benima wordt nu gedemoniseerd en getrakteerd op een staaltje cancel-culture van heb-ik-jou-daar. Niemand hoeft het eens te zijn met de manier waarop zij ontwikkelingen in de maatschappij analyseert. Maar dat er, vrijwel onmiddellijk officiële verklaringen van afkeuring, vooral vanuit haar eigen joodse wereld zelf, worden gepubliceerd is zó oppervlakkig, eenzijdig en bangig. De grootste schade die deze boeiende lezing indirect veroorzaakt is het verspreiden van de misvatting dat Benima de covidmaatregelen met de Holocaust vergelijkt.
Inderdaad, er is op de vergelijking in de lezing van Tamarah van alles aan te merken.
Maar ook is zowel logisch als ethisch veel aan te merken op het steeds citeren van 1 alinea uit een redenering. Ook dit kan een zeer manipulatief effect hebben met een groot effect. Dat is dan ook gebeurd.