Ex-Vroom en Ex-Vrij
Briefwisseling tussen twee Joodse vrouwen, de ene afkomstig uit de meest vrome wereld de ander uit een geassimileerd milieu.
Lieve Wanda,
De eerste ‘Vrijdenkers dialoog’, omdat je me na mijn lezing in het Amsterdams Museum wist te overtuigen van dit plan. Wat was het een prachtige avond hè? De zaal was gevuld. Mensen bleven drie kwartier langer zitten, stelden intrigerende vragen en deelden persoonlijke verhalen in veiligheid en vertrouwdheid.
In lijn met de tentoonstelling ‘Vrijdenkers’ waarin mijn levenswerk is opgenomen, had ik het over hoe we toleranter kunnen zijn ten opzichte van vrijdenkers binnen conservatieve, religieuze milieus. Ik besprak hoe we in parallelle werelden, oftewel gesloten gemeenschappen, humaniteit en integriteit te allen tijde op de eerste plaats kunnen zetten. Ik kaartte aan hoe we zaken bespreekbaar moeten maken in plaats van eeuwenlange taboes in stand houden, met alle gevolgen van dien voor individuen en het collectief. Even vroegen we ons af of fundamentalisme valt te voorkomen en zo ja, hoe? We bespraken hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensenrechten niet geschonden worden wanneer individuen – al helemaal kinderen – een ander pad kiezen en uit een web willen stappen. We hadden het over sense of belonging, waarover straks meer. Ik gebruikte mijn persoonlijke casus als manifest voor verandering en kwam met een aantal universele oplossingen om op humane en integere wijze met intermenselijke verschillen om te gaan.
Ik opende mijn lezing met: “als je alles van vanavond vergeet, onthoud dan in ieder geval twee boodschappen, namelijk: blijf vragen stellen, want alleen dan blijven we als mensheid in beweging en komen we vooruit. En geen doel, geen religie, geen cultuur, geen groep, geen land en ga zo maar door – vul hier in wat je wilt – is het waard om onze humaniteit te verliezen. Dat is het enige tastbare wat we hebben. De rest in de vorm van levensbeschouwingen en meer is secundair. Beide zaken klinken oh zo eenvoudig, maar zijn dat niet. Een open geest wordt niet in dank afgenomen binnen de ultraorthodoxe kerngroepen in alle soorten en maten. Humaniteit is zo verschrikkelijk broos. We moeten het beschermen en ervoor blijven knokken, al helemaal in de ultraorthodoxe kerngroepen van onze samenleving.
Wanda, waar begin ik dan in hemelsnaam? Misschien bij de contouren. Hoewel ik geen fan ben van labels, kunnen we je voor het gemak nu even met de kernbegrippen ‘tweede generatie’ en ‘vrije opvoeding’ aanduiden. Dan duiden we mij aan met ‘derde generatie’ (van mijn vaders kant dan, want mijn moeders familie had tijdens de Tweede Wereldoorlog in Noord-Afrika geluk) en ‘ultraorthodoxe, Chassidische opvoeding’, oftewel Chabad. We moesten lachen omdat we allebei op het Montessori Lyceum Amsterdam (MLA) hebben gezeten, met ieder een andere ervaring.
Na die lach kwam de traan. Ik sprak met je over intenties. “Ik ben geen self-hating Jew of iets dergelijks,” zei ik. De reden waarom ik niet zal zwijgen – bijvoorbeeld bij misstanden, is omdat het mijn geboorterecht is om kritisch te mogen zijn en verandering te mogen doorvoeren. Zaken van vroeger en van nu maken me furieus, bijvoorbeeld wanneer de zoveelste case van onnodig leed, gebrek aan vrijheid en zelfbeschikking zich voordoet bij een individu in een gesloten web.
“Ik denk aan een veel voorkomende voorval in de Joodse wereld, nog zonder enige vorm van dwang (bijvoorbeeld geweld) zoals ik heb meegemaakt: hoe haal je het in je hoofd om na de Tweede Wereldoorlog en eeuwen van achtervolging en slechte PR rondom Joden, je kind – of wie dan ook – af te stoten omdat hij of zij een ander pad kiest dan wat jij als waarheid aan ziet? Hoe haal je het in je hoofd om diegene bovendien dwangmatig tegen te werken, of aan diegene te trekken zodat hij of zij terugkomt? Dan gaat er iets heel erg mis met de bedrading in je hoofd wat mij betreft. De geestelijke programmering van mensen, uit naam van God of een waarheid die verheven moet zijn boven alle andere levensbelevenissen, vormen de grootste bedreiging voor de voortzetting van ons soort identiteit. Want ja Wanda, lang voordat het Jodendom gedicteerd werd door de baarden, was het een identiteit van een groep mensen binnen een bepaald gebied. Drie maal raden welk. I love my people. Echt,” zei ik tegen je. “Dat je over my people spreekt na alles. Dat vind ik mooi,” zei je.
Toch schort er een heleboel aan, Wanda. Laat ik in brief één alleen een beetje over sense of belonging spreken. Waar jij op een gegeven moment de tradities en sociale aspekten van de gemeenschap hebt opgezocht voor een sense of belonging, heb ik ze flink vaarwel gezegd. Ik vind het wel best zo. Ik ben een ultra-ultra-ultra individualist en een loner. Dat komt omdat ik mijn sense of belonging in mezelf heb gevonden, in mijn innerlijke kompas van waaruit ik leef. Deels natuurlijk na verraad en onmenselijkheid. Me aan mijn blauwdruk en stem vastklampen, is wat ik een vorm van integriteit noem en van een grotere, universele bedoeling. Daar haal ik rust, vreugde, nieuwsgierigheid en ijver uit – oftewel vitaliteit. Ik ben geen gemeenschapsmens, nu al helemaal niet meer. Wie bij mijn sense of belonging zonder ruis wil aansluiten, is welkom. In zaken buiten mezelf of in andere mensen heb ik het nooit helemaal kunnen vinden.
Een vrouw in de zaal merkte op dat als je overal en nergens bij hoort, dat je je goed met iedereen weet te verbinden. Inderdaad! Rijkdom. Maar laten we eerlijk zijn, Wanda. Vasthouden aan vrijheid en integriteit, oftewel een eigen kompas, ging ook gepaard met veel verlies. Je raakt alles kwijt wat niet echt bij je hoort, Wanda. Hoewel dat steeds vanuit kracht en groei gebeurde en ik veel terugkreeg van wat wel bij me hoorde, waren de tussenpozen onvermijdelijk. Dit omdat ik toch maar weer automatisch rouwde om wat in de eerste plaats niet bedoeld was en hunkerde naar een eigen weg in de vorm van een nog niet bestaande, organische levensmix die eraan zat te komen. Soms met angst, omdat ik wist dat ik hierin mijn eigen grandeur en levenskracht zou herkennen, met alle gevolgen van dien voor de sense of belonging van anderen om me heen.
Liefs,
Dina-Perla