De vrouw van Abba Chilkia gedraagt zich anders dan andere vrouwen uit haar tijd. Ze valt op door haar kleding, make-up en sieraden. Ze wordt door haar man op handen gedragen. Haar bijzondere spirituele kracht is waarschijnlijk alleen aan hem bekend. Verder leeft ze zonder morren in de schaduw van haar beroemde man. De Talmoed bewaarde niet haar naam, wel een lang en bijzonder verhaal waarin zij de hoofdrol speelt.
Abba Chilkia en zijn vrouw leven aan het einde van de eerste eeuw van onze jaartelling in Israël. Het is een zware periode van verdrukking door de Romeinen. De teksten tekenen hen beiden als twee rechtvaardigen. Vrome, bescheiden mensen met bijzondere krachten. Duidelijk is in alles dat zij anders zijn dan de anderen. Wanneer de wereld regen nodig heeft, zenden de rabbijnen aan Abba Chilkia een verzoek tot God te bidden om compassie en dan begint het te regenen. Dat ging niet zonder zijn vrouw, zo wist Abba Chilkia.
Op zeker moment gaat een tweetal rabbijnen, afgevaardigden van alle rabbijnen, naar Abba Chilkia om hem te vragen te bidden voor Gods compassie zodat er regen gaat vallen. Ze treffen hem niet aan. Op advies van zijn vrouw gaan ze naar het veld en vinden hem daar terwijl hij bezig is met het bewerken van de aarde. Zij groeten hem, echter hij slaat geen acht op hen.
’s Avonds, als hij hout bijeen heeft gesprokkeld, draagt hij het hout en de schoffel op één schouder en zijn jas op zijn andere schouder. De hele weg loopt hij zonder schoenen op blote voeten. Als hij bij het water komt om dit te doorwaden, doet hij ineens zijn schoenen aan. Komt hij bij een plek vol met doorns en distels dan trekt hij zijn kleding omhoog om ervoor te zorgen dat zijn kleding niet scheurt, maar zijn onderbenen worden zo wel blootgesteld aan de doorns en distels. Aankomend bij de stad, komt zijn vrouw hem tegemoet. Zij heeft zich opgemaakt met sieraden en make-up. Thuisgekomen laat hij allereerst zijn vrouw binnen en vervolgens gaat hij zelf naar binnen en daarna laat hij de rabbijnen binnen.
Na de maaltijd zegt hij tegen zijn vrouw:
“ik weet dat deze wijze leraren tot mij zijn gekomen om via mij God te bidden om regen. Laten we naar het dak gaan en om compassie bidden, misschien zal de Heilige, geloofd zei Hij, ons welgevallig zijn zodat het gaat regenen, zonder dat zij hoeven te zeggen dat deze regen komt door onze tussenkomst.”
Samen gaan ze naar het dak. Hij gaat in een hoek staan van het dak en zij staat aan de andere kant van het dak. De wolken komen allereerst waar zijn vrouw staat te bidden.
Kan hij dit niet alleen?
De suggestie van deze opmerking is duidelijk. Zij heeft meer kracht in zich dan haar man. Haar gebed wordt sneller verhoord. Zou dat de reden zijn dat hij in het veld de rabbijnen negeerde? Kan hij dit niet alleen? Heeft hij de bijzondere krachten van zijn vrouw nodig om het te laten regenen? Het is allemaal mogelijk.
Waarom gaat zij zo mooi aangekleed en opgemaakt naar buiten haar man tegemoet? Hijzelf zegt dat zij dat doet opdat hij zijn oog niet zou richten op een andere vrouw. Dat is hoe hij het begrijpt. Maar je zou ook kunnen bedenken, dat zij dit doet omdat ze haar man mist en zo snel mogelijk na een hele dag werk weer bij hem wil zijn. Ook toont ze met haar kleding, sieraden en make-up dat hun relatie nog altijd bijzonder is en dat ze hem graag een genoegen doet door er mooi uit te zien. Maar het zou ook kunnen dat zij zichzelf gewoon graag opmaakt en goed verzorgt. Zeker is dat zij zelf ervoor kiest om hem op deze wijze tegemoet te komen.
Dat zij de leiding heeft, merk je ook aan de manier waarop ze het huis binnengaan. Normaal loopt de vrouw naast of achter haar man, maar hier gaat zij voor hem uit. En hij laat de rabbijnen niet met haar alleen in huis, want hij wil niet dat haar wat overkomt.
Het meest opvallende aan dit verhaal in de Talmoed is dat zij blijkbaar over sterkere krachten beschikt dan hij. En de wolken eerder naar haar toekomen dan naar hem.
Geef als eerste een reactie