Ze zit bij haar vader op schoot in het leerhuis. De tekst noemt geen leeftijd van het kind. Een dochter op schoot bij haar vader, terwijl hij in het leerhuis studeert samen met twee van zijn leerlingen, zo’n meisje schat je niet veel ouder dan zes jaar. Ze was blijkbaar een zoet kind, want anders had hij haar wel naar huis gebracht. Het leuke tafereeltje maakt haar ook echt tot een ‘kind van haar vader’. Ze had van jongs af aan een bijzondere band met hem en hij met haar.
Speels vertelt de Talmoed dat Rav Chisda zijn studie met zijn twee leerlingen even onderbreekt. Hij kijkt naar zijn dochter, zijn oogappel, en vraagt: met wie van hen wil jij later trouwen? Het meisje aarzelt geen moment en zegt: met allebei! Hebben ze allemaal gelachen? Het was een onverwacht antwoord. Zoiets kan alleen worden gezegd door een kind. Haar vader en de student, Rami bar Chama. zwijgen. De andere student, die Rava heet, zegt: “en ik zal de laatste zijn”! Zou hij begrijpen dat het kind profetische woorden sprak? Zou hij al snel concluderen dat, als zij beiden haar zouden huwen, de eerste echtgenoot jong zal sterven? Of heeft ook hij profetische gaven? Voorziet hij dat hij haar tweede echtgenoot zal zijn? Het is allemaal mogelijk. Feit is dat de dochter van Rav Chisda, volwassen geworden, trouwt met Rami bar Chama. Hij sterft op jonge leeftijd. Daarna is ze lange tijd weduwe totdat ze trouwt met Rava, de liefde van haar leven.
Die intense liefde proefde je al even in het verhaal, waarin ze vermoedde dat Choma haar man verleidt*. Ze is woedend en ze verjaagt Choma uit de stad. Dat de dochter van Rav Chisda en Rava veel van elkaar houden en het samen goed kunnen vinden, hoor je in bijna alle verhalen over hen in de Talmoed. Het mooiste voorbeeld daarvan is het bijzondere verhaal over Rava’s toiletbezoek.
In de tijd waarin de dochter van Rav Chisda leeft (eind derde, begin vierde eeuw van de gebruikelijke jaartelling) vreesden de mensen de demonen. In de Talmoed vind je demonen in allerlei soorten en maten. Ze worden beschouwd als veroorzakers van ziektes en als zodanig bedreigen ze het leven van de mens. Wanneer een mens een hoge en verantwoordelijke positie krijgt in het leven vallen de demonen hem vaker lastig, zo dacht men. De meest gevaarlijke plek voor die aanvallen is een plaats waar je als mens helemaal alleen bent. In die tijd waren de toiletten die de mensen gebruikten om hun behoeften te doen niet in hun huis. Ze stonden op een flink afstandje daarvan in het veld. Een plek waar je helemaal alleen bent. Een ideale plek om te worden aangevallen door de demonen.
De tekst in de Talmoed vertelt hoe beschermend en zorgzaam de dochter van Rav Chisda was voor haar man Rava. Om tijdens zijn bezoek aan de toiletten de demonen op afstand te houden, liep ze mee naar buiten en begon herrie te maken door met een noot te rammelen in een koperen vat. Daarmee probeerde ze de demonen op afstand te houden. Blijkbaar was ze succesvol. Totdat Rava hoofd wordt van de Yeshive. Hij krijgt een functie met een grotere verantwoordelijkheid. En dus zullen de demonen nog agressiever worden naar hem, vreest ze. Wat doet ze om hem te blijven beschermen?
Ze maakt een raampje in het toilet en als hij gaat zitten poepen, dan steekt zij haar hand door het raam en legt die op zijn hoofd om hem zo met haar fysieke aanwezigheid te beschermen. Zie je het voor je? Het werkt op de lachspieren, maar het is bloedserieus. Natuurlijk kunnen ze niet samen het toilet in. Toch is ze zo heel dichtbij. Als het tafereel niet zo komisch zou zijn, zou je bijna ontroerd raken vanwege haar liefde en zorg voor hem. Prachtig speelt de tekst hier met het woord ‘hoofd’: רֵישָׁא (‘hoofd’ van de Yeshive) en אַרֵישֵׁיהּ (haar hand op zijn ‘hoofd’).
Toch blijft deze vrouw tijdens haar huwelijk altijd ‘de dochter van Rav Chisda’. Ze wordt nooit genoemd met haar eigen naam. En haar vader, Rav Chisda, is een van de meest geciteerde geleerden in de hele Talmoed. Hij leefde in de Babylonische stad Sura, waar hij het hoofd was van de Yeshive. En hij kwam uit een priesterlijk geslacht. De dochter van Rav Chisda sterft helaas heel jong, kort na de geboorte van haar laatste kind. Ze is waarschijnlijk nog geen 40 jaar oud. Zij wordt negen keer genoemd in de Babylonische Talmoed. Dat is meer dan alle andere vrouwen in de Talmoed.
*zie het verhaal over hoe Choma verdwijnt uit Babylonië in deze krant
Geef als eerste een reactie