Het was een plezier naar de inaugurale rede van Israel’s nieuwe president Isaac Herzog (60) te luisteren.
Jarenlang luisterde ik naar zijn vader Chaim Herzog in de rol van militaire commentator en rust brengende president van Israel.
Kennelijk zijn de presidentiële genen van vader op zoon overgegaan.
Het is goed dat Israel een president heeft gekregen die de wereld kent, net zoals het Joodse volk in de diaspora.
De jonge Herzog ziet het duidelijk als zijn taak zich in te zetten voor het overbruggen van de diepe kloven in de samenleving. Energie moet worden aangewend om haat en ophitsing die de maatschappij verscheuren, te bedwingen was zijn boodschap.
Twee dagen en nachten voordat Isaac Herzog met trompetgeschal en het sidderende geluid van de sjofar tot de elfde president werd beëdigd, brak in de Knesset een oorverdovende kakoofonie uit over een omstreden burgerrechtenwet.
Er gebeurde iets waarvan iedere oprechte democraat pijn in zijn buik krijgt. Het politieke spel in Israel is zo hard dat regels van fatsoen en politieke correctheid sneuvelen op het slagveld van tegenstellingen tussen de regeringscoalitie en de oppositie, tussen links en rechts.
Waar ging het om? Toen Benjamin Netanyahoe nog zijn rechtse coalitie in Jeruzalem leidde, steunde hij een aanpassing van een oude wet die het – om veiligheidsredenen – vrijwel onmogelijk maakte dat een Arabische vrouw uit Egypte, of een Palestijnse uit de bezette gebieden gehuwd met een Israëli (Jood of Arabier), burgerrechten zou krijgen in Israel.
Premier Naftali Benett nam die aanpassing van deze draconische wet over en verwachtte dat Netanyahoe’s Likud die aanpassing zou steunen. Netanyahoe draaide echter als een blad van een boom om. Met goed gevoel voor politieke wanorde instrueerde hij Likud tegen haar eigen aanpassing van de wet te stemmen. Dat zou wel eens tot de val van de door hem als illegaal genoemde regering Benett kunnen leiden, moet hij hebben uitgedokterd. En niet zonder reden. In de regeringscoalitie van Naftali Benett zitten Palestijnse Arabieren en linkse ministers die nooit voor een wet zouden kunnen stemmen die mensenrechten van Arabieren schendt.
Op het nippertje overleefde de regering (en de wetsaanpassing) met 59 tegen 59 stemmen de politieke list van Netanyahoe.
Het aantonen van de kwetsbaarheid van de huidige anti-Netanyahoe coalitie zou ook wel eens de sterke lijm kunnen zijn die deze heterogene regering langer bij elkaar houdt dan Netanyahoe lief is.
Geef als eerste een reactie