Er vallen al ruim een week geen bommen meer in Israël en in Gaza, maar een vonkenregen waait nog over de wereld en doet her en der kruitvaatjes vol meningen ontploffen. Meningen van mensen die progressief en (dus?) “pro-Palestina” zijn. (“From the river to the sea?” – “Ach, dat zal toch zo’n vaart niet lopen?”) Meningen van mensen die vinden dat je toch wel “kritiek op Israël mag hebben”. (Het valt niet mee om daartussen opbouwende kritiek of waardevolle feedback te vinden.) En zelfs meningen van mensen die het verlangen koesteren “aan de goede kant van de geschiedenis te staan”.
Ik ben bang dat daar geen plek genoeg is voor iedereen met een mening. Daarom wil ik graag wat mensen naar voren schuiven, die daar volgens mij wel thuis horen. Een paar handenvol naamloze inwoners van Akko, die de straten schoonmaken, nadat relschoppers een Joods-Arabisch theater in de fik hadden gestoken. Joden en Arabieren samen:
Dan zijn er nog twee van wie de namen wel bekend zijn: Muhammad Mahamid, een 17-jarige Arabische Israëliër, die omkwam bij rellen in Um al Faham. Zijn vader besliste dat zijn organen beschikbaar mochten zijn voor transplantaties, sommige levensreddend. Daarbij wenste hij nadrukkelijk geen onderscheid te maken tussen Joden en Arabieren.
En Yigal Yehoshua, een 56-jarige Joodse man uit de Joods-Arabische stad Lod, waar zware gevechten waren uitgebroken tijdens de eerste nacht van de beschietingen vanuit Gaza. Hij was op weg naar huis en kreeg een straatsteen tegen zijn hoofd. Een van zijn nieren leeft verder in het lichaam van Randa Aweis, een 58-jarige Arabisch-Israëlische vrouw uit Jerusalem.
Van Muhammad Mahamid heb ik helaas geen foto kunnen vinden. Van Yigal Yehoshua zichrono livracha wel:
Geef als eerste een reactie