Behaalotecha – fake news

beeldmerk Parasja

In de jaren ’80 was ik, ondanks, of misschien dankzij, het feit dat ik geen alef van een beet kon onderscheiden actief in de Joodse studentenbeweging. Met IJAR, de EUJS en WUJS trok ik de hele Joodse wereld over, een wereld die me grotendeels vreemd was: tot vlak voor die tijd kende ik immers geen Joden van mijn eigen leeftijd. Deze omzwervingen brachten me naar Israel, waar ik de mogelijkheid had om me aan Yeshivat Machon Meir te verdiepen in aspecten van het Jodendom waarvan ik het bestaan niet kende: Torah, mishna, gemara, halacha, mussar en zelfs een beetje chassidut.. Ik kwam er vlak na Pesach aan, en toen we een paar maanden later deze parasja leerden, sloeg de vonk over: de Torah, die ik tot dan toe beschouwde als een boek dat bestemd was voor “gelovige mensen” en dat in een taal die ik niet begreep dingen vertelde die ik niet wilde weten, werd plotseling actueel en -niet ver weg voor een politiek geëngageerde jongeman die politieke wetenschappen studeerde- politiek.

In de geschiedenis zien we met regelmaat dat als sommige zogenaamde revolutionaire vernieuwingsbewegingen hun beoogde resultaat behalen, hun ware gezicht duidelijk wordt. Het gelijkheid, vrijheid en broederschap van de Parijse revolutie, alle macht aan de Soviets van de Raden, maar ook de “democraten” in het Romeinse rijk en de vernieuwers van de Griekse samenleving: het heeft geleid tot stampvolle kampen, guillotines die overuren draaiden, en de ondergang van alles wat hen lief was. Wat is de échte agenda van deze zogenaamde vernieuwingsbewegingen, en hoe komt het toch dat ze zoveel steun krijgen?

Behaalotecha is om een aantal redenen een fascinerende parasja. In vogelvlucht: we leren over de menora, hoe de Levi’im voorbereid worden op hun taken (inclusief een verplichte stage van vijf jaar en een verplicht afscheid van actieve dienst op 50-jarige leeftijd). We zien dat in de woestijn het pesachoffer wordt gebracht en dat er een herkansings-pesach wordt voorzien voor mensen die er niet bij konden zijn. We lezen hoe Mozes opdracht krijgt om trompetten te maken en wanneer er getoeterd moet worden. We lezen in welke volgorde de Joodse optocht door de woestijn wandelde, en Mozes vraagt zijn schoonvader om mee te gaan. Eigenlijk ging het wel lekker, stel ik me zo voor. Beetje wetten krijgen, beetje reizen, beetje wat dingen maken, beetje toeteren.

Maar aan het begin van de zesde Aliya begint een zomer van onrust. Het eerste teken dat er wat aan de hand is, is dat er een belangrijke tekst, een boek op zich, die tussen omgekeerde letters Noen staat en daarmee een cesuur weergeeft in de tekst: sommige mensen zeggen dan ook dat de Torah uit zeven boeken bestaat: Bamidbar bestaat uit het gedeelte vóór de eerste omgekeerde noen, het stuk tussen de noenen, en het gedeelte dat erna komt. Het korte tussenhoofdstuk:

Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden! En als zij rustte, zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tienduizenden der duizenden van Israël!

Statenvertaling, Numeri 10:35-36

En dan breekt een opstand uit. Conservatieve krachten – zeg maar de FVD-ers van die tijd – willen terug naar hoe zij zeggen dat het vroeger was. Lekker vlees eten met komkommer, meloen, prei, ui en knoflook in Egypte. Dat waren nog eens tijden, jongen! Het was onzin, want de bereidingswijzen van manna waren legio (Jacobse en Van Es zouden zeggen: lego). Even later wordt dan ook de werkelijke agenda van deze krachten duidelijk: aangezien het manna per familie gedistribueerd werd, en sommigen het niet zo nauw namen met de eh.. familieverantwoordelijkheden.

Bij Mozes leidt het tot een depressie. Menselijk, al te menselijk, zoals Nietzsche zou zeggen, wordt Mozes, tussen alle verhevenheid, opdrachten en grote gedachten teruggeworpen op zichzelf. In zijn dagboek schrijft hij:

Waarom hebt Gij aan Uw knecht kwalijk gedaan, en waarom heb ik geen genade in Uw ogen gevonden, dat Gij den last van dit ganse volk op mij legt? Heb ik dan al dit volk ontvangen? heb ik het gebaard? dat Gij tot mij zoudt zeggen: Draag het in uw schoot, gelijk als een voedstervader den zuigeling draagt, tot dat land, hetwelk Gij hun vaderen gezworen hebt? Van waar zou ik het vlees hebben, om al dit volk te geven? Want zij wenen tegen mij, zeggende: Geef ons vlees, dat wij eten! Ik alleen kan al dit volk niet dragen; want het is mij te zwaar! En indien Gij alzo aan mij doet, dood mij toch slechts, indien ik genade in Uw ogen gevonden heb; en laat mij mijn ongeluk niet aanzien!

Statenvertaling Numeri 11:11-15

De therapie bestaat uit nieuw perspectief. De taken worden anders verdeeld, en nieuw inzicht biedt Mozes de mogelijkheid de betrekkelijkheid van zaken in te zien en zich niet meer overal druk over te maken. Zelfs als zijn secretaris en latere opvolger Joshua, hem oproept om Eldad en Medad gevangen te nemen omdat zij op hun eigen manier de jeugd toespraken, maakt Mozes zich er met bijna een grap van af:

Doch Mozes zeide tot hem: Zijt gij voor mij ijverende? Och, of al het volk des HEEREN profeten waren, dat de HEERE Zijn Geest over hen gave!

Statenvertaling: Numeri 11:29

Niet alleen Mozes leert de betrekkelijkheid van zaken in te zien: ook de Joden. Jullie wilden shoarma? Jullie krijgen shoarma! Kilo’s kwartelshoarma per persoon. Totdat het hun neus uitkwam en het duidelijk werd dat vlees niet de oplossing was. Immers: de agenda van de conservatieven was een heel andere dan vlees: het ging ze om de eigen eer en macht en de vrijheid om bij de buurvrouw kinderen te verwekken. Het heeft ze niets opgeleverd en hun lijken rotten in Kibrot-Hatava.

De conservatieve opstand tegen Mozes was weliswaar voorbij, maar daarmee niet zijn problemen. Zijn eigen broer en zus, die aan de goede kant stonden in het conflict met de opstandelingen en tot de elite behoorden, denken nu dat ze heel wat zijn. Niet alleen vinden zij dat ze minstens zo goed zijn als Mozes; er is nogal wat op hem aan te merken. Nu diens schoonvader ook meeloopt door de woestijn is het duidelijk dat hij maar een vreemde meid getrouwd is. Een n e g e r i n, fluistert Miriam. Niet dat we wat tegen die mensen hebben, maar ze zijn toch… anders.

En dan wordt voor de tweede keer in deze parasja duidelijk dat fake news niet gewenst is: op niet mis te verstane wijze wordt Miriam erop gewezen dat Mozes niet voor niets uitgekozen is om de Joden te leiden. Hoewel hij óók dingen belooft, regels stelt, en oproept tot actie heeft hij een hoger doel voor ogen dan zijn eigen macht. Het gaat Mozes niet om hemzelf. Dat is het verschil tussen hem en de opstandelingen, en tussen hem en Miriam.

Het verschil tussen Miriam en de eerdere opstandelingen is echter dat Miriam alleen maar Mozes zwart maakte, terwijl de opstandelingen vlees beloofden. Aan het eind van de parasja moet Miriam, de roddelaarster die Mozes zwart maakte omdat hij intercultureel was getrouwd; Miriam die witte uitslag kreeg en zich kapotschaamde, in zelfquarantaine.. Pas als zij er weer is, trekken de Joden verder. Ook de tegenstem is onderdeel van het Jodenvolk, maar voor wie onder valse voorwendselen het volk ment, loopt het slecht af. Niet omdat ze niet bereiken wat ze beloven, maar juist vanwege hun succes.

Shabbat shalom

Over Robbert Baruch 25 Artikelen
Robbert Baruch (1967) studeerde Politieke Filosofie, Bestuurskunde en aan een yeshiva, maar maakte alleen de eerste studie af. Hij woont in Den Haag en werkt als lobbyist in de muzieksector.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*