Tussen alle in de Torah verboden seksuele relaties is er één waaraan wij wellicht niet veel aandacht schenken. Europese joden kennen al meer dan duizend jaar niet meer het huwelijk van een man met meer dan één vrouw sinds de Verordening van Rabeinu Gershom, rond het jaar duizend.
‘Een vrouw samen met haar zuster mag je niet tot vrouw nemen; je zou haar jaloezie opwekken als je tijdens haar leven behalve met haar met de ander seksueel contact zoudt hebben’ (Vajikra 18-18 vertaling Dasberg, 1971).
De vraag is echter, is de oorsprong van de Hebreeuwse stammen, het joodse volk, niet terug te leiden tot twee zusters, Rachel en Lea, die met één man (Jakov) waren getrouwd?
Weliswaar kwam dat door de valse manipulaties van hun vader Lawan (Laban). Maar hoe vaak wordt niet vermeld dat de aartsmoeders en aartsvaders een voorbeeldfunctie hebben, hoe zit het dan?
Voordat ik enkele verklaringen samenvat, dwalen mijn gedachten af naar de enige keer dat ik (in Israël) een polygaam (eigenlijk polygyn) gezin ontmoette. Ik werkte eind jaren zeventig als au-pair in Savyon (het Beverly Hills van Israël) toen mijn Noorse vriendin Åse Veiteberg, die werkte als vrijwilliger in een kleine kibboets in de Negev, mij uitnodigde om een weekend te komen. Het was een bijzondere plaats, in the middle of nowhere. Ze vertelde me dat de stichter van deze kibboets (Ir Ovot) twee vrouwen had, die samen één grote familie vormden met hun kinderen. Saillant detail: één joodse en één niet-joodse vrouw. Inderdaad was deze kibboets zó klein, dat ik de vrouwen al snel ontmoette. (In deze kibboets had men zich tot doel gesteld de woestijn ’te laten bloeien’ en daarmee de lat hoog gelegd). De bijzonder warme en liefdevolle sfeer werd gedragen door deze twee vrouwen, die elkaar als zusters leken lief te hebben. Ze zorgden voor elkaars kinderen, er was een strikt koosjere huishouding, er werd gezongen, gelachen en gebeden dat het een lieve lust was. Hier vielen mijn Indiase jurk en sandalen niet uit de toon. Hier werd er geen ruzie gemaakt over wie er dit jaar een auto mocht kopen of naar Europa op vakantie mocht zoals in Gvat (kibboets in de Galil), de werkplek van Åse en mij. Er werd over allerlei spirituele aangelegenheden langdurig collectief gepraat terwijl de vrouwen voortdurend heerlijke maaltijden serveerden. (Dat dan weer wel: als het op kochen, backen, räumen aankomt, is het reuze praktisch: twee vrouwen!) Even waande ik me terug in de leefgemeenschap van mijn jeugd waar de wereld vooruitstrevend, tolerant en liefdevol was. (Maar waar ook de vrouwen het hardste werkten).
Het was prachtig. Helaas bleek de werkelijkheid toch niet zo idyllisch… Pas later begreep ik dat de stichter van deze kibboets (Simcha Pearlmutter ז”ל ) een tamelijk zonderlinge af-en-aan ‘messianic jew’ was en als zonderlinge mix van ulta-orthodoxe ‘rabbijn’ en goeroe van zijn sekte als een dwaallicht werd gezien. Hij wilde niets met de staat Israël te maken hebben en onderwees zijn kinderen in het Jiddisch. En dan bedoel ik niet het authentieke Jiddisch, maar een Amerikaanse variant. Het is jammerlijk afgelopen met de gelukkige familie. Eén van de vrouwen is met haar kinderen vertrokken. Een zoon werd gedood bij een zelfmoordaanslag op het busstation van Chadera in 1994 (hij is bij Ir Ovot in de Negev begraven). Een tragisch einde.
Terug naar het verbod aan joodse mannen op het huwen van twee zusters.
De eerste en logische verklaring ligt in de geschiedenis in de Torah zelf. Doordat de liefde van Jakov primair uitging naar Rachel, leed haar zuster Leah hier dermate onder dat zij elk kind dat G-d haar als troost schonk, een naam gaf die uitdrukking gaf aan het verlangen naar de liefde van haar echtgenoot Jakov. Doordat Jakov de kinderen van zijn geliefde vrouw Rachel bevoordeelde boven die van Leah, was er onderlinge jaloezie en haat ontstaan in de familie. Zó belandde Joseef (zoon van Rachel) door toedoen van de zonen van Lea als slaaf in Egypte. De bedrogen vader Jakov rouwde tweeëntwintig jaar om zijn doodgewaande zoon. Indirect is zo de hele familie van Jakov en de zusters Rachel en Leah in Egypte terechtgekomen. Gered uit de hongersnood, maar in een ballingschap van enkele eeuwen zijn de nakomelingen (Hebreeuwse stammen) uitgebuit en vervolgd door de Farao in hun gastland. Jaloezie tussen familieleden kan dus ernstige én langdurige gevolgen hebben.
De RamBam (Maimonides) verklaart dat elk vrouwelijk familielid van een echtgenote niet als huwelijkspartner is toegestaan voor een man. Het Hebreeuwse woord לצרר (“letsarer”, “als haar rivale” de titel van de ‘zuster-vrouw’) bevat eigenlijk al de sleutel. Niets menselijks is ons vreemd en zelfs zusters kunnen jaloers én rivalen worden. Dat is funest voor een familie. Rashi legt zelfs een verband met צרות, tsores, ellende. Nou, wie wil er nu om te beginnen al tsores in z’n familie hebben?!
Het meest overtuigende argument is misschien dat het moreel eenvoudigweg verwerpelijk is zusters tot rivalen te maken.
Shabbat Shalom gewenst. Een Shabbat met zang, tefillot, heerlijke maaltijden en liefde.
Geef als eerste een reactie