Jonas en de juffrouw

Op woensdagmorgen 5 augustus 1908, het is schoolvakantie, gaat Jonas Emmerik met een vriendje op avontuur uit. Naar alle waarschijnlijkheid lopen ze de Batavierstraat uit, over de brug op deze foto, in de richting van de Prins Hendrikkade. De hele dag blijven ze weg, dus de ouders worden al enigszins ongerust. Als het vriendje, wiens naam wij niet weten, in de avond eindelijk thuiskomt, vraagt men  hem onmiddellijk waar Jonas is gebleven. Hij weet het niet. Of durft hij het eerst niet te zeggen? Ze nemen hem mee naar het politiebureau. Als de commissaris van politie hem streng aankijkt, komt het hoge woord eruit: Jonas is verdronken. In de draaikolk van zijn bange gedachten verdrinkt Jonas voortdurend opnieuw. Bij de Oranjesluizen, in de Muidergracht, in het water voor de Prins Hendrikkade.

Waar moet men gaan dreggen? Zaterdagmorgen is het lijkje nog steeds niet opgehaald, melden de kranten. Pas die avond, rond zeven uur, wordt Jonas gevonden. Tegenover het ’s Gravenhekje.  Vandaar brengt men hem naar het metaheerhuis aan het Waterlooplein. Uit andere berichten is wel duidelijk dat inmiddels de hele Jodenhoek meeleeft. Ik stel me voor dat Jonas omstuwd wordt door een stoet aangeslagen buurtbewoners. Daartussen vallen een paar gestalten op, die enkele dagen later een naam krijgen: Machiel Joël Roeper, die mee heeft geholpen met de zoektocht, en juffrouw Anna de Vries, die herhaaldelijk vol zorg is komen vragen of men hem al gevonden had. 

Op maandag 10 augustus vindt de lewaje plaats, op Zeeburg. Maar eerst gaat het langs “de Synagoge”. Was dat de Uilenburgersjoel, of die in de Lange Houtstraat, of de Hoofdsynagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein? We weten het niet. Wel dat de juffrouw er bij is, met een hele schoolklas, die ze naar huis stuurt, voordat de tocht naar de Zeeburgerdijk begint. “Pas op voor de tram!” roept ze nog, terwijl ze “vergezeld van nog een dame” in een rijtuig stapt. Aan de rand van het graf – in rij 51, op de zesde plaats van het middenpad – houdt zij “een gevoelvolle rede”. Deze laatste eer voor Jonas wordt een paar dagen later in de krant beantwoord met een “Eere wien eere toekomt” – van de hand van eerder genoemde heer Roeper.

Daarbij vertonen zich de barsten in de joodse gemeenschap, die decennia later door Jaap Meijer zullen worden beschreven in termen van “hoge hoeden, lage standaarden”. Juffrouw De Vries, in 1886 gediplomeerd als godsdienstonderwijzeres van de laagste rang, is inmiddels eerste onderwijzeres aan de Openbare Lagere School Nº 81 in de Valkenburgerstraat. Door haar optreden rond de dood van Jonas Emmerik steekt zij gunstig af bij de leerkrachten van de godsdienstschool aan de Rapenburgerstraat, die niets van zich hebben laten horen. De heer Roeper maakt daar gebruik van om een schaduw over deze laatsten te laten vallen.

Dat geeft aanleiding tot enige discussie in de kolommen van De Courant, die echter door de redactie na een week beëindigd wordt. Voordat andere zaken de schokkende gebeurtenis doen onder sneeuwen, horen we nog dat juffrouw De Vries ervoor zorgt dat er een zerk op het graf van Jonas wordt geplaatst. Een houten zerk weliswaar, die – naar men doorgaans vermoedt – in de hongerwinter van 1944 door mensen uit de Indische Buurt is opgestookt. De tekst is evenwel nog bekend, in het afschrift van de goedkeuring van het grafschrift:

Anna de Vries heeft geen graf gekregen, laat staan een zerk. Er staat sinds enige jaren een gedenkteken op het digitale Joods Monument. Zij was een schooljuf met nesjomme, weten we uit de weinige sporen die zij heeft achtergelaten. Zij werd geboren in de Grote Houtstraat te Haarlem, op 19 juli 1865, als dochter van de Simeon de Vries, goudsmid, en Judic Polak. In december 1899 laat zij van zich horen door een kledingactie te organiseren ten behoeve van een jongetje uit een armlastig gezin. Precies op dat moment verschijnt er een gedicht van haar in het tijdschrift Achawah, waarin zij gewag doet van een Chanoeka-feest in gebouw Plancius, georganiseerd door de bond van godsdienstonderwijzers. (Drie keer klinkt het woord “gevoel” in haar verzen!) Hoe rijmt zich dit met de herinneringen van Clara Asscher-Pinkhof, die dertig jaar later met enig misprijzen vertelt dat men op school Nº 81, waar zij ooit als “volontair” werkte, sinterklaasliedjes zong op de wijs van Maoz Tsoer?

Een jaar na het droevig ongeval van Jonas Emmerik is juffrouw De Vries – op 44-jarige leeftijd – getrouwd, met Benjamin Speelman. Op haar archiefkaart staan twee zoons van Benjamins eerste vrouw, alsof ze de hare waren. Ze hadden zich vast geen betere moeder kunnen indenken. In 1920 was zij al weduwe en het Joods Monument lijkt niet eens te weten waar zij woonde, toen ze werd weggehaald. Haar eenvoudige, maar zegenrijke leven eindigde op 1 februari 1943 in Auschwitz. Ze werd 77 jaar.

Wat als . . . . ?

Als we nou eens met de pet rond gaan, en ieder van ons legt achttien euro in, dan hebben we binnen een mum van tijd genoeg bij elkaar om op het graf van Jonas een nieuwe matseiwe te laten plaatsen. Misschien wel eentje van steen, van mijn part marmer, en op die zerk is dan vast wel een plekje voor de naam van juffrouw Anna de Vries zts”l.

Intekening is opengesteld in de reacties hieronder of direct bij schrijver dezes.

Over Channa Kistemaker 52 Artikelen
Is afgestudeerd (1988) als classica en heeft zich later in het Hebreeuws bekwaamd. Zij doet historisch onderzoek naar de religieus-Joodse boekcultuur in Nederland van 1815 tot nu. Ook houdt zij zich bezig met het documenteren van de grafzerken op de Joodse Begraafplaats Zeeburg, en vertaalt zij poëzie uit het Ivriet.

14 Comments

  1. Weer een prachtig stuk geschiedenis van Zeeburg. Die Jonas en die juffrouw de Vries. Onbeschreven engelen in Amsterdam van toen. Dank je wel voor het naar voren halen van dit stukje Joods Amsterdam. Ergens, veel later, speelt in Mokum op de gracht Zeeburg ook een rol.

  2. Jonas emmerik is mijn oud oom. Mijn vader (zijn neef )is tot op de dag van vandaag bang voor water want als er iets niet mocht in de familie was in de buurt van water komen.

  3. Wat fantastisch dat dit achterhaald is.
    Jonas Emmerik was de oom van mijn moeder (en daarmee mijn oudoom), ook ik lever graag een bijdrage.

    • Beste Branca, wat bijzonder om te horen dat ook u een lijntje met Jonas Emmerik hebt. Ik zet u op de lijst en kom erop terug zodra de plannen concretere vorm aannemen.

      Hartelijke groet,

      Channa

  4. stukje familie geschiedenis zo droevig dat ook veel ontroering los maakt
    voor Lieve Anna de Vries Jonas Emmerik was mijn oudoom
    geef graag een bijdrage daarvoor
    {Adriana} Ati Emmerik

  5. Jonas Emmerik is mijn oud-oudoom. Als ik nu via deze straatjes naar Centraal loop, zie ik het verhaal afspelen. Ik doe graag een bijdrage.

  6. Lieve Channa, dank u wel voor de opgehelderde gebeurtenis van destijds. Jonas was mijn oom. Met liefde draag ik bij om uw prachtige en lieve initiatief te verwezenlijken. PS, ik woon in de straat waar juffrouw de Vries geboren is, Grote Houtstraat Haarlem. Hartelijke Groet Jacoba Emmerik

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*