Aanstaande sjabbat 23 Nisan / 3 april is het de zevende dag Pesach. In plaats van de gebruikelijke wekelijkse lezing uit het leesrooster, wordt er een Pesach-lezing gedaan. In dit geval uit de Parasja Beshalach en wel Sjemot 13:17-15:26. Dit gaat over de Uittocht uit Egypte en hoe de Israëlieten achterna worden gezeten door de Egyptenaren. Hoogtepunt is de doortocht door de Schelfzee en het Lied bij de Zee. De lezing gaat echter ook nog over andere minder idyllische sferen. Vrijheid is allesbehalve eenvoudig. Dat begint eigenlijk al aan het begin van die parasja: de Goddelijke GPS kiest een andere route dan de kortste die via het land van de Filistijnen gaat (13:17). Dat zou gepaard gaan met mogelijke strijd en de net bevrijde Israëlieten die de moed in de schoenen zonken.
Een omweg dus. Maar die omweg is haast symbolisch voor de verdere uitdagingen onderweg. Meteen na de doortocht door de zee en het gezang dient de eerste crisis zich al aan: er is geen water (15:22). En in Marah is er wel water maar het water is bitter en dus ondrinkbaar. Maar elk probleem heeft een oplossing lijkt het verhaal te willen vertellen: God toont Mosjé een bepaalde boomsoort waarvan het hout het water weer drinkbaar maakt. We kunnen dit op een symbolisch niveau zien als een verwijzing naar de Boom van het Leven die op een hoger niveau staat – het metaperspectief – dan de Boom van de Kennis. De lezing sluit af met de oproep om vooral naar de stem van God te luisteren, het rechte te doen en alle opdrachten uit te voeren. Wie dat doet, hoeft niet bang te zijn voor fysieke ellende zoals de Egyptenaren kregen te verduren. God zelf is de dokter die met zijn aanwijzingen de juiste levensstijl geeft om ziekten te voorkomen (15:26). Ook hier zijn problemen op te lossen, of beter: te voorkomen.
Het is trouwens best interessant om het leesrooster met Pesach te bekijken. Niet iedereen weet bijvoorbeeld dat er op elke dag van Pesach iets uit de Tora wordt gelezen – dus ook op de middendagen van Pesach (Chol Hamoed). U kunt het overzicht hier vinden. Veel van de lezingen hebben iets met Pesach te maken, maar niet allemaal op het eerste gezicht. Zo leest men op de tweede middendag in de Diaspora (in Israël dus de derde dag) een stuk uit de parasja Misjpatiem waar ook naar de feestdagen wordt verwezen. Maar er is nog veel andere tekst: geld uitlenen zonder rente, een onderpand teruggeven indien de lener dit nodig heeft, eerlijke rechtspraak, hoe om te gaan met de bezittingen van een ander die je ook nog eens niet mag, de vreemdeling niet verdrukken, het sjemita-jaar in acht houden, de sjabbat houden zodat ook het personeel kan rusten. Kortom, vrijheid moet ook de rechtvaardige samenleving vormgeven die een belangrijk onderdeel is van het Verbond met God waar de Israëlieten toe toetreden na de Uittocht.
Ook in andere lezingen van Pesach – bijvoorbeeld op de achtste dag in de diaspora (we lezen dan Dewariem 15:19-16:17) – komen de sociale kanten van de feestdagen in de Tora-voorlezing voorbij: je moet tijdens de feesten het personeel, de Leviet zonder grondbezit, de wees, weduwe en vreemdeling niet vergeten (16:11). Maar, wanneer deze achtste dag op sjabbat valt, dan begint men de lezing iets eerder (vanaf Dewariem 14:22) en komen bijvoorbeeld armenzorg en het verstrekken van leningen aan behoeftigen aan bod. Zeker op de feestdagen waarop de mensen met geld meer uitgeven dan wie minder bedeeld is, is het belangrijk om de minder fortuinlijken niet te vergeten. Vrijheid schept verplichtingen.
Geef als eerste een reactie